[advertentie]

De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
www.wijnbergonline.nl

Publicatiedatum: 29-01-2001

Doodgaan op eigen wijze

Levensstijl is een kwestie van kiezen. Hoe je doodgaat, moet je maar afwachten. Alleen bij zelfmoord is er nog sprake van een beperkte keuze. Wie zichzelf van kant maakt, kan gaan voor de de éénmalige klap door voor de trein te springen, lekker inslapen met 50 slaappillen en een fles whisky of langzaam maar zeker door elke dag drie pakjes sigaretten weg te paffen. In de praktijk zijn er natuurlijk maar weinigen die daadwerkelijk hun eigen dood plannen. Maar dat wil niet zeggen dat mensen zo hun eigen voorkeur hebben.

Bijzonder populair is de plotselinge dood. De schok kwam hard aan toen mijn schoonmoeder, net nadat zij naar de kapper was geweest, door een hartstilstand kwam te overlijden. Toch waren alle nabestaanden het er over eens hoe belangrijk het was dat zij niet had hoeven lijden en dat iedereen haar zou kunnen herinneren zoals ze altijd was geweest: levendig, liefdevol en goed verzorgd. Wie met de noorderzon naar gene zijde vertrekt, is in ieder geval verlost van een emotioneel afscheid en het opruimen die het einde van het levensfeest nu eenmaal met zich meebrengt.

Mijn schoonzus zei: "Het liefst rij ik op mijn 80ste in de auto met één fatale klap tegen een boom zodat ik geen tijd heb om de dood in de ogen te kijken." Minder in trek is de kwijnende dood die, bijvoorbeeld, terminale kankerpatiënten te wachten staat: het lichaam kwijnt weg, de pijn wordt ondraaglijk en de doodsangst zelf is niet te vermijden. Het voordeel is wel dat je nog tijd genoeg hebt om al je geestelijke schulden te vereffenen, het testament nog één keer kan aanpassen omdat je oudste dochter de ruzie niet wil bijleggen en instructies kan geven dat André Hazes gedraaid moet worden tijdens de crematie.

Persoonlijk ben ik het minst gecharmeerd van het geestelijk sterven. Elke week bezoek ik mijn moeder in het verpleegtehuis die met de diagnose 'frontaal-syndroom' als dementie-patiënte is opgenomen. Het enige wat nog 'klopt' is haar hart. Voor de rest is het een zielig hoopje mens. Niets van wat zij ooit was, is herkenbaar meer. Toen ik haar laatst vroeg of zij zin had in een appeltje, zei ze: "Ik denk van wel, maar ik weet niet meer hoe ik het eten moet." Als een vegeterende plant zit zij op haar stoel in de muf ruikende woonkamer of schuifelt door de gangen op zoek naar niets.

Iedereen van de familie en naaste vrienden zeggen hetzelfde: "Als je mij ooit zo ziet aftakelen, bespaar mij de afgang." Uiteindelijk is al het gepieker over de dood en hoe hij zich aandient volstrekt onzinnig; of zoals de Griekse wijsgeer Epicuros het zo mooi zegt: "We hoeven niet bang te zijn voor de dood: als hij er is, zijn we er niet en als wij er zijn, is hij er niet."

 


© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf en Jeffrey Wijnberg
Alle rechten voorbehouden

 


UW MENING

Iedere maandag schrijft psycholoog Jeffrey Wijnberg een column in De Telegraaf. Zijn vaak verrassende zienswijze maakt natuurlijk ook deel uit van De Psycholoog. Mee eens? Niet mee eens? Laat het weten!


PSYCHO-ARCHIEF

Wat schreef Wijnberg nog meer in De Telegraaf? Bekijk zijn oude columns!