Jeffrey
Wijnberg:
Wie belazert wie?
|
Het
feit dat artsen met smoezen hun patiënten wel in ziekenhuizen
geplaatst krijgen, doet vermoeden dat er iets anders
aan de hand is dan dat er geen plaats zou zijn.
Ook
al wordt voortdurend geroepen dat er onvoldoende personeel
is en (daardoor) de werkdruk zo hoog ligt, is mijn indruk
dat er feitelijk helemaal niet zo hard gewerkt wordt.
Blijkbaar is het idee dat arts/verpleegster-zijn een
roeping is en dat inhoudt dat je je moet uitsloven voor
de patiënt niet meer van deze tijd.
Enig
excuus is dat het ziekenhuispersoneel zo afgeleid wordt
door vergaderingen en andere randverschijnselen dat
er voor echte zorg weinig tijd overblijft. Toch blijf
ik van mening dat als iedereen een stapje harder loopt,
geen enkele patiënt meer zou hoeven wachten.
|
uit
De Telegraaf van 12 januari 2002
Huisarts verzint
trucs
voor hulp aan patiënten
door René
Steenhorst
UTRECHT - Artsen verzinnen
noodgedwongen steeds vaker listen om hun patiënten in
een ziekenhuis of op een operatielijst geplaatst te
krijgen. Hun creativiteit blijkt in dat opzicht geen
grenzen te kennen. Volgens Medisch Contact, het artsenweekblad
van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering
der Geneeskunst (KNMG), wordt de medische leugen om
bestwil meer en meer toegepast door huisartsen en behandelend
specialisten.
Vele van hen zijn
immers steevast talrijke uren per week kwijt aan telefoontjes
met andere ziekenhuizen om patiënten te kunnen overplaatsen.
Zo adviseerde een
huisarts een patiënt met heftige buikpijnen, die hem
aan galsteenkolieken deden denken, het volgende: "Maak
je haren vochtig en haal je handen er een paar keer
goed doorheen. Stap in de auto, houd alle ramen dicht,
zet de kachel op de hoogste stand en rijd naar de eerste
hulp van het ziekenhuis. Zorg dat je er een halfuurtje
over doet: als je aankomt, moet je flink oververhit
zijn en er slecht uitzien."
Het hielp. Bij
de man die al enige weken op de wachtlijst stond voor
een galblaasverwijdering - hij hield zich staande met
pijnstillende injecties - werd door de dienstdoende
chirurg een acute galblaasontsteking vastgesteld. Nog
diezelfde avond werd hij geopereerd en hij was enkele
dagen later weer thuis.
Een andere huisarts
had genoeg van het urenlang leuren met zijn patiënte
die een gebroken heup had. Ten einde raad zette hij
haar in een ambulance, belde een ziekenhuis en zette
dat compleet voor het blok met slechts vijf woorden:
"Ze komt er nú aan!" Waarna hij de telefoonverbinding
verbrak.
Artsen lijken door
de ellenlange wachtlijsten bijna gedwongen om zich van
dit soort trucs te bedienen. Vorig jaar mei stonden
ruim 160.000 mensen op een wachtlijst voor een behandeling
in het ziekenhuis. De lijst voor verzorging en verpleging
telde ruim 80.000 wachtenden, van wie er 11.000 wachtten
op een plaats in een verpleeghuis en 35.000 op een plaats
in een verzorgingshuis.
Ook het aandikken
van een gezondheidsprobleem wil nog wel eens helpen
om een patiënt alsnog onderdak te krijgen. Een huisarts
schreef zijn collega in het ziekenhuis: "Mijn patiënt
dreigt overspannen te raken als hij nog langer op de
wachtlijst moet staan."
Volgens het artsentijdschrift
is medisch liegen of het verzinnen van een volledige
nepindicatie een zwaar woord: "Het zal ongetwijfeld
voorkomen, maar vaak ligt de zaak wat subtieler. Dan
wordt nét niet het hele verhaal verteld, of wordt een
klacht zó weergegeven dat de specialist gealarmeerd
is zonder dat er onwaarheid wordt gesproken."
Een vaak beproefde
manier om een patiënt geplaatst te krijgen blijkt de
overvaltechniek: de arts vermijdt doelbewust telefonisch
contact met zijn collega in het ziekenhuis. De betreffende
patiënt, voor wie nergens plek is, fungeert als boodschapper.
Hij of zij draagt een briefje bij zich met de tekst:
"Collega, ik heb zojuist naar u doorgestuurd..."
|