Jeffrey
Wijnberg:
Mijn
idool Cruijff
|
Johan
Cruijff is en blijft mijn voetbal idool. Niet alleen
omdat hij magistraal voetbalde en een geweldenaar als
coach was, maar vooral omdat hij een man is die naar
zijn hart leeft. Boven alles heeft hij voetbalintelligentie
van een soort die puur voortkomt uit de logica van de
praktische realiteit.
Neem het voorbeeld in dit artikel:
laat altijd de goalgerichte aanvaller de ingooi nemen
omdat hij met zijn gezicht naar het doel toe staat;
dan is hij altijd in het voordeel omdat de verdediger
vanuit zijn rug niets kan zien. Zo simpel, maar o zo
waar. Jammer genoeg heeft Cruijff ook gelijk in zijn
weigering om bondscoach te worden. Niemand in Nederland
zou het tolereren dat één man het beter weet; laat staan
dat men het zou tolereren als die betweter ook steeds
zijn gelijk waarmaakt.
Wat dat betreft is Johan Cruijff
ook weer zo slim om zijn talenten niet voor de leeuwen
te gooien. Maar, wie de moed heeft om zijn woorden goed
in zich op te nemen kan daar als voetballer, coach en
geïnteresseerde leek altijd zijn voordeel mee doen.
|
uit
De Telegraaf van 20
november 2001
Nooit
zal Cruijff de bondscoach zijn
GOUDA
- Johan Cruijff zal nooit bondscoach van Oranje worden.
Hij benadrukte dat maandag nog maar eens op de burelen
van het weekblad Voetbal International bij de officiële
opening van zijn eigen website. "Ik zou dan een zinloos
gevecht moeten voeren. Daar begin ik niet aan."
Het Nederlands elftal
is uitgeschakeld voor de wereldtitelstrijd. "Heel dom",
zegt Cruijff, om er al snel "verschrikkelijk stom" van
te maken. "Dan hoor ik dat het aan de mentale weerbaarheid
ligt. Laten we eerst eens beginnen over voetbal. Laten
we eens proberen een bal goed aan te nemen en goed te
spelen. Daarna kunnen we altijd nog zien hoe het met
de rest zit."
Hard is zijn uitspraak
over de trainers. "Het tactisch vermogen van 99 procent
van onze coaches is dramatisch. Nou ja, laten we er
90 procent van maken. Aan de basis gaat alles al fout.
Alle voetbalnormen zijn met voeten getreden. Ik hoop
dat er een paar praktijkjongens opstaan die weer met
de oorsprong van het spel beginnen."
Wie, dat weet Cruijff
ook direct. "Neem het geval Van Basten. Hij is bereid
zijn reputatie op het spel te zetten door weer wat te
gaan doen. Hij neemt dat risico. Vervolgens stuit het
op weerstand. Van Basten weet ook dat hij als coach
voor bepaalde zaken er andere mensen moet bijhalen.
Als hij achterlijk was, had hij toch nooit zelf op zo'n
hoog niveau gespeeld."
"Zeven jaar geleden",
zegt Cruijff, "heb ik al gezegd dat het fout zou gaan.
Dat het met de opleiding van de jeugd niet goed zat.
Ik ga nu niet roepen: Zie je wel. Daar koop ik toch
niets voor. Ik zeg het niet uit eigen belang, niet om
mensen te kwetsen. Ik wil niet terug, loer op niemands
positie en heb het geld ook niet nodig. Ik vond het
mijn morele plicht het te zeggen. Verder heb ik geen
zin tegen de rivier op te roeien."
Voorzitter van Ajax
zal hij ongetwijfeld ook niet worden. Cruijff: "Men
haalt steeds het voorbeeld van Beckenbauer aan bij Bayern
München. Maar zoals hij daar functioneert, is in ons
land onmogelijk. Hier nemen we echt niet zo maar iets
aan van een ander. Zet tien Nederlanders om een tafel
en je hebt vijf problemen."
Graag herhaalt
Cruijff zijn oude stelregel. "De beste is degene die
de minste fouten maakt. Vroeger waren de Duitsers en
Engelsen fysiek sterk en hadden wij het verstand. Daarom
wonnen we. Nu speelt Jong Oranje tegen de Engelsen en
wat doet het: de eerste de beste bal gaat hoog richting
hun centrum. Een hengst naar voren en het gevecht aangaan.
Dan ben je natuurlijk geklopt. Als ik speelde tegen
een elftal met twee fantastische centrale verdedigers
stelde ik geen spits op. Dat heeft toch geen enkele
zin."
Het is allemaal zo
simpel, zegt Cruijff. "Maar zoals ik het voetbal zie,
ziet niemand het. Weet je waarom ik vroeger altijd zelf
ingooide? Omdat degene die ingooide de enige is die
niet wordt gedekt. Ik kreeg vervolgens de bal terug
en had vrij spel met het gezicht naar het doel van de
tegenstander. Zo kan ik nog 100.000 voorbeelden geven.
Tegenwoordig gooit de rechtsback verkeerd in en kan
die andere partij zo naar ons eigen doel doorlopen."
Hij verlangt terug
naar het straatvoetbal. "Laat die jongens tot hun twaalfde
gewoon op straat voetballen. Dat is beter dan ze aan
zo'n jeugdtrainer van nu te onderwerpen. Op straat worden
de regels gemaakt. Ik pingelde vroeger ook te veel.
Ik passeerde vier man en liep vervolgens tegen een grotere,
sterkere jongen op. Daarna keek ik wel uit. Ik ging
er drie voorbij en speelde af voordat ik die sterke
jongen tegenkwam."
Cruijff vervolgt:
"In de jaren tachtig hadden we een lichting die we de
patatgeneratie noemden. Maar dat is wel de enige lichting
die met Oranje een Europese titel heeft gewonnen. Nu
ouwehoeren we over vleugelspitsen. Hou toch op. We halen
goede spelers uit het buitenland en na twee jaar kunnen
ze er niets meer van. Kijk naar Leonardo van Feyenoord,
of eerder die Gronkjaer van Ajax. Ze staan stil in hun
ontwikkeling. Aan wie zou dat nou liggen?"
|