uit
De Telegraaf van vrijdag 7 mei 2001
Werkgever
moet van fooien afblijven
DEN
HAAG - Werkgevers moeten met hun handen van fooien
van hun werknemers afblijven. Dat heeft de Hoge Raad
in een arrest bepaald. Daardoor mogen werknemers fooien
ontvangen zonder dat dit ten koste gaat van hun reguliere
bruto salaris.
De Hoge Raad maakt
korte metten met de gangbare praktijk dat werkgevers
de brutolonen van hun personeel 'korten' met het bedrag
dat zij maandelijks aan fooien van hun klanten ontvangen.
Ondernemers in bepaalde
branches maken op verzoek van de fiscus een zogenoemde
forfaitaire schatting van het totaal aantal fooien
dat jaarlijks in hun bedrijf wordt ontvangen. Over
dit bedrag betalen zij dan loonbelasting. De werkgevers
korten hiervoor hun personeel op het uurloon, dat
toch wel wordt gecompenseerd door fooien, zo is de
redenering. Onder meer personeel in de horeca-, kappers-
en taxibranche kan dit overkomen.
Stel, iemand
met een bruto maandsalaris van 2000 gulden ontvangt
daar bovenop 200 gulden aan fooien. Ondernemers mogen
deze 200 gulden dan niet langer korten op het brutosalaris,
ook niet als daar bepaalde afspraken over zijn gemaakt
in een cao. Personeel kan de tips dus tijdens het
werk gewoon in de zak steken.
Daarmee heeft de
Hoge Raad voor het eerst duidelijk gemaakt dat fooien
in principe geen deel uitmaken van het vaste loon.
Volgens employee benefits-specialist Gerard van Westen
van Deloitte&Touche is de uitspraak van de Hoge Raad
dan ook uniek. "Voor het eerst is op het hoogste juridische
niveau duidelijk gemaakt dat fooien in principe los
staan van het gangbare loonbegrip."
De zaak was aangespannen
door Horecabond FNV tegen een Rotterdams hotel-restaurant.