uit
De Telegraaf-i van zaterdag 10 februari 2001
Lippiercing in leger mag
DEN HAAG - Militairen
mogen een lippiercing dragen. Niet altijd, maar wel
vaak. De 24-jarige militair van de landmacht die was
voorgedragen voor ontslag, omdat hij zijn piercing
niet wilde uitdoen, mag dan ook blijven. Een woordvoerder
van het ministerie van Defensie heeft dat gisteren
gemeld.
,,De commandant
van de militair heeft een fout gemaakt. Je mag een
militair wel vragen om z'n piercing uit te doen. Eisen
mag alleen als iemands veiligheid in het geding is,
of als arbo-voorschriften daartoe dwingen.''
De man in
kwestie is timmerman. Bij zijn werk is de piercing
geen probleem. Zijn commandant had de soldaat gesommeerd
de piercing uit te doen. De militair werd de wacht
aangezegd toen hij na een schorsing nog steeds weigerde
de piercing te verwijderen. Naar zijn mening zijn
de regels niet eenduidig.
De militaire
vakbond AFMP had gedreigd met een kort geding als
de landmacht het ontslag zou doorzetten. Volgens de
bond vormt een piercing geen bezwaar voor de werkzaamheden
van een militair. Defensie meent echter dat er wel
degelijk omstandigheden zijn waarin dat wel zo is,
bijvoorbeeld op de stormbaan.
Uit
de krant van donderdag 8 februari 2001
Lippiercing kost soldaat
baan
door
Roy Klopper
De Koninklijke
Landmacht heeft een ervaren soldaat ontslagen omdat
hij een piercing in zijn onderlip heeft laten zetten.
De militaire
vakbond AFMP, die eerder succesvol actie voerde tegen
een oorbellenverbod voor strijdkrachten, heeft er
inmiddels bij staatssecretaris Van Hoof van Defensie
op aangedrongen om het ontslag van de soldaat der
genietroepen nog deze maand terug te draaien. Indien
de bewindsman dit weigert, volgt een kort geding.
Soldaat der
eerste klasse Roy Horst (24) uit Epe werd onlangs
door zijn commandant gesommeerd om de nieuwe piercing
uit zijn lip te verwijderen.
De door
de wol geverfde militair, die de afgelopen jaren tot
grote tevredenheid van zijn meerderen diende tijdens
vredesoperaties in Bosnië en Kosovo, weigerde
dit principieel. Het leger hanteert naar zijn mening
geen eensluidende regels met betrekking tot sieraden.
Bovendien
verklaart de Arbo-dienst van de landmacht in Harderwijk
dat de timmerman zijn werk veilig kan uitvoeren met
een afgeplakte piercing. Voorts voert de soldaat aan
dat hij in het recente verleden bij andere eenheden
binnen de landmacht wel kritiekloos een piercing in
zijn wenkbrauw kon dragen. "Ze veranderen tussendoor
zomaar de regels, er is geen touw aan vast te knopen",
zo meent Horst.
Vanwege
zijn weigering de piercing te verwijderen kreeg hij
de maximale boete van 100 gulden opgelegd en werd
hem tijdelijk de toegang ontzegd tot zijn kazerne
in Wezep. Toen hij na zijn schorsing nogmaals weigerde
om zijn sieraad uit te doen, kreeg hij ontslag wegens
het negeren van een dienstbevel.