De
sterrenbeelden
Wat
is astrologie? Astrologie is een oud systeem van voorspellen,
dat gebruik maakt van de posities van de planeten, de maan
en de sterren. De astrologie zegt dat de hemellichamen krachten
uitoefenen die op hun beurt de mensen en gebeurtenissen op
aarde beïnvloeden. Het woord planeet komt uit het Grieks;
planes wat 'zwerver' betekent. Planeten en sterren bewegen
en daardoor kunnen die invloeden en krachten dagelijks veranderen.
De
astrologie werd al door oude cultuurvolkeren (Babyloniërs,
Assyriërs) ontwikkeld. De oudste vorm van de sterrenleer ontstond
in de tijd van de Chaldeeën (7e-6e eeuw vóór Christus). Hun
invloed duurde tot in de Grieks-Romeinse tijd voort. Die herkomst
blijkt duidelijk uit de gebruikelijke Latijnse benaming voor
astroloog: chaldaeus. De Chaldeeën observeerden vanuit een
torentempel (ziggoerat) de hemel.
Zoals
bekend, bestaat de dierenriem uit een band met twaalf sterrenbeelden.
Het woord 'zodiak' is later door de Grieken verzonnen en vertaald
als 'dierenriem'. In het oude China werd rond 2000 vóór Christus
de astrologie beoefend. Dat deden ook de Indiërs, Maya's,
Egyptenaren en Tibetanen, die verschillende vormen van astrologie
gebruikten. Rond 600-500 vóór Christus gebruikten de oude
Grieken de astrologie van de Chaldeeën, waardoor het voor
de gewone mens ook toegankelijk werd. Pythagoras, Plato en
Aristoteles waren de grote filosofen die de invloed van de
sterren accepteerden. De Grieken geloofden dat wanneer je
in de toekomst kon kijken er bepaalde acties konden worden
ondernomen, hoewel dit geen garantie was voor succes. Daarna
namen rond 250-244 vóór Christus ook de Romeinen de astrologie
over van de Griekse slaven. Rond 139 vóór Christus joeg Cornelius
Hispallus waarzeggers weg, omdat hij vond dat velen van hen
bedriegers waren.
Augustus
was de eerste keizer van Rome die in de astrologie geloofde.
Het belangrijkste historische westerse astrologieboek is rond
140-200 na Christus geschreven door Ptolemeus, een Graeco-Egyptische
astronoom. Hij schreef vier boeken over de invloed van de
sterren, bekend als 'Tetrabiblios', die de grondbeginselen
vormen waar de astrologie nog steeds op berust. In 333 na
Christus verklaarde Keizer Constantijn, die een christen was,
de astrologie tot een 'duivelse' praktijk.
Rond
de 12e eeuw brachten Spaanse kabbalisten de astrologie terug
naar het Westen. In de Renaissance bestudeerden vele wetenschappers,
filosofen, astronomen en medici de astrologie en accepteerden
deze. De astrologie werd onderricht op universiteiten en werd
in die tijd zelfs getolereerd door de kerk. Rond de 17e eeuw
werd de astrologie echter weer terugverwezen naar de hoek
van bijgeloof en occulte wetenschappen, maar is sinds die
tijd niet meer weg te denken bij het gewone volk.
Een
geboortehoroscoop voorspelt iemands karakter en lot, dat gebaseerd
wordt op de positie van de planeten op het exacte tijdstip
en de plaats van de geboorte van die persoon. De oudste overgeleverde
horoscoop is van ongeveer 410 vóór Christus uit Babylonië.
Ook zijn er horoscopen gevonden in Uruk, Chaldea (nu bekend
als Irak) uit 263 vóór Christus.
|