&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> Eurojet

Schiereiland Setubal boordevol natuur

SESIMBRA - Portugal heeft in de afgelopen jaren een vaste plaats veroverd op de lijst van buitenlandse vakantiebestemmingen voor de Nederlanders. Meestal trekt men naar de Algarve in het zuiden met tal van aantrekkelijke badplaatsen rond de luchthaven Faro. In het noorden is de stad Porto populair, omdat je van daaruit gemakkelijk de streek van de portwijn kunt ontdekken.

Natuurlijk is ook Lissabon een topper, maar dan meer voor een bezoek van enkele dagen in het voor- en naseizoen. De inwoners van deze stad blijven zelf meestal dichtbij huis als ze met vakantie gaan. Dan gaan ze naar het schiereiland van Setubal, dat via de nieuwe Vasco da Gama-brug over de brede monding van de rivier de Taag nu heel gemakkelijk bereikbaar is.

Van de drukke hoofdstad naar het schiereiland rond Setubal is niet zo ver. Hooguit enkele tientallen kilometers. Voor je het weet, ben je in de badplaats Sesimbra. Het vakantieseizoen is nog niet echt begonnen, maar de mensen uit Lissabon zijn hier al neergestreken om hun appartementjes bij het strand wat op te knappen. Een likje verf hier, nieuwe vloerbedekking daar.

Sesimbra is ook een vissersplaats en velen willen graag wat kilometers extra rijden om hier hun verse vis te kopen. Portugezen zijn echte liefhebbers van vis en eens waren er in de stad Setubal meer dan honderd fabrieken, waar de gevangen sardientjes in blik geconserveerd werden. Maar de natuur heb je niet in de hand. Op een kwade dag trokken deze visjes naar elders en er zat toen niets anders op dan de visfabrieken maar te sluiten.

Geduld

Portugezen houden van vis.

De vissers in Sesimbra vangen nog wel sardines en bij vrijwel elke eetgelegenheid in het plaatsje worden ze op gloeiende houtskool gegrild. Een paar straten verder repareren mannen hun netten, die ze over het wegdek uitspreiden. Je kunt er dan met de auto even niet langs, maar wat geeft het. Het geduld wordt even later toch op de proef gesteld bij het zoeken naar een parkeerplaats. Die is hier door de drukte tijdens het weekeinde bijna niet te vinden. De straten van het dorp zijn overigens zo smal, dat men het centrum beter autovrij kan maken.

Het zijn vooral de Portugezen zelf, die hier hun vrije dagen doorbrengen. Buitenlandse vakantiegangers worden ook wel in Sesimbra gesignaleerd, maar het zijn er geen duizenden zoals in andere populaire toeristenoorden. Je wordt erg gastvrij ontvangen en op het platteland vraagt men de vreemdeling wel eens voor een kopje koffie of een glaasje wijn. In sommige restaurants moet je nog met handen en voeten de maaltijd bestellen, want meestal spreekt het bedienend personeel alleen Portugees. Daarom vind je hier ook geen menukaart in het Engels of Duits.

Sesimbra is omgeven door heuvels en rotsen, die je overal langs de kust vindt. Even buiten het plaatsje begint het Nationale Park Arrabida dat tot de stad Setubal doorloopt. Een prachtig natuurgebied, dat ontsloten is door een asfaltweg langs de kust. Net als in de Amerikaanse natuurparken zijn er onderweg parkeerplaatsen, waar je even kunt stoppen om van het uitzicht over zee te genieten.

Soms ben je dichtbij het water en dan weer hoog er boven, waardoor je een heel eind van de kustlijn kunt volgen. Daar zijn talrijke strandjes, soms zo klein dat je er maar met een paar mensen van kunt genieten. Daar komt nog bij, dat ze vrijwel allemaal alleen met een bootje bereikbaar zijn. Druk is het er dus nooit.

Klooster

Het oude klooster in het Nationaal Park Arrabida.

Onderweg passeren we een oud klooster, dat nu als conferentiecentrum gebruikt wordt. Overal zijn de grijze rotsen met struiken en planten begroeid. Soms bloeien ze en wordt er een geel bloemendek over dit woeste gebied gelegd. Parkwachters houden de bezoekers nauwlettend in de gaten. Je mag nergens een bloem of een blaadje plukken. Wie betrapt wordt, moet een hoge boete betalen. Dat is nog eens wat anders dan het gedrag van de burgemeester van Setubal, die onlangs een groot aantal bomen in zijn stad liet rooien.

Setubal is de hoofdstad van de Costa Azul. Er is een grote haven en tal van schepen liggen aan de kade. Aardig is ook een verzameling kleurige houten vissersbootjes. Het water is hier zo helder, dat je de vissen kunt zien zwemmen. In de stad zijn heel wat pleinen en plantsoenen. Natuurlijk is er ook een overdekte markt, die zo bekend is dat zelfs de inwoners van Lissabon er hun inkopen komen doen. Vergeet vooral niet om het VVV-kantoor te bezoeken. Daar zijn onder een glazen vloer opgravingen te zien uit de tijd van de Romeinen. Het zijn bakken, waarin de vis gezouten werd.

Het zout werd ook al in die tijd gewonnen langs de rivier de Sado, waarvan de monding net buiten de haven van Setubal ligt. In zoutpannen laat men het zoute water door de zonnewarmte verdampen. Eeuwenlang werd het zout van hier met schepen vol naar Lissabon gebracht. Ook nam men dan het meel mee, dat in de korenmolens langs de kust gemalen was.

Bij de rivier de Sado wordt zout gewonnen,
zoals de Romeinen dat daar ook al deden.

De streek rond de rivier is nu ook een beschermd natuurgebied. Met een bootje van de opzichters varen we er heen. Onderweg zien we wat oude stenen aan de kant liggen, maar het blijken de resten te zijn van een Romeinse haven. De Romeinen vingen hier vis en verhandelden die in heel Europa.

Dichtbij een zandbank ligt een bootje, waarmee men inktvis aan het vangen is. We kunnen niet dichtbij komen, want anders raken we in de netten verstrikt. Op het droog gevallen zand zien we een aantal roze flamingo's, die op zoek zijn naar voedsel.

Dolfijnen

Er wordt ons verteld, dat ook dolfijnen zich regelmatig laten zien. Het blijft een hele tijd stil en niets beweegt er in het water. Je kunt de natuur niet dwingen. Dan ineens trekt een hele school dolfijnen langs ons bootje. Meestal zie je alleen de rugvinnen van deze dieren, maar soms springen ze net als bij een dolfinarium uit het water omhoog. Een wonderlijke ervaring en dat zo dichtbij de haven van Setubal.

Kleurige vissersboten in de haven van Setubal.

Het schiereiland heeft heel wat forten op de heuvels staan, die soms ook bezichtigd kunnen worden. Heel bekend zijn die in Sesimbra, Palmela en Setubal. In het laatste dat gebouwd werd in de 16e eeuw is een luxe hotel ondergebracht. Het is de Pousada de S. Filipe compleet met een poort met valluik, een kapel die van onder tot boven 'behangen' is met blauwe tegeltjes en brede trappen van natuursteen. Op het terras heb je gratis het mooiste uitzicht over de stad en het water.

INLICHTINGEN: Portugees Verkeersbureau, Paul Gabriëlstraat 70, 2596 VG Den Haag, telefoon 070-3262525 of fax 070-3280025. Internet: www.portugal-inside.pt

Publicatiedatum = 29 mei 1999

terug Portugal intro