&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Vreemdeling te gast bij verarmde adel

door Nico van der Zwet Slotenmaker

TABOADELO - Taboadelo hoort bestuurlijk gezien bij Guimaraes, maar het ligt ver genoeg van deze imposante Noord-Portugese stad vandaan om zich wat zelfstandigheid toe te eigenen. Een nog vrij vers nieuwbouwwijkje heeft het gehucht tot een dorp doen groeien en er is dan ook zo'n soort café annex kruidenierswinkel. Dat komt goed uit, want het adresje waar ik hier in de buurt moet overnachten heeft mij slechts een bed en bewassing beloofd. Voedsel zal ik zelf dienen te bereiden, voor een flesje wijn kan worden gezorgd.

Dat merk ik tenminste als ik eerst maar eens wat poolshoogte ga nemen op mijn logeeradres. Bij het kerkje rechtsaf zegt mijn handleiding en dan kom je er vanzelf. Dat woord "vanzelf" of "automatisch" en "het kan niet missen" tref je vaak in reisbeschrijvingen. Alleen zijn die doorgaans geschreven door lieden die de bedoelde plek kennen als hun visstek en maar niet kunnen begrijpen dat een vreemdeling er overheen of langs kan kijken.

Daarom meen ik mijn doel al te hebben gemist als helemaal aan het einde van de laan een bemost historisch gebouw opdoemt dat inderdaad naar de naam Paco de Sao Cipriano blijkt te luisteren. Niet dat dit frivool aan de gevel is afgedrukt. Dat zou niet passend zijn.

Golfbanen om toeristen te trekken, zoals hier bij Ponte de Lima.

We hebben hier immers niet te maken met een hotel of een toeristische uitspanning, maar met een oud en eerbiedwaardig huis dat talloze generaties in handen van dezelfde familie is geweest en nu de deur voor passanten openzet omdat de weelde van vroeger toch minder waardevast bleek dan altijd werd vermoed.

Er moet dus wat worden bijverdiend en omdat zulke adellijke stulpjes eigenlijk altijd al te groot waren en de bedienden een voor een zijn afgezwaaid is er ruimte zat.

Je treft het op steeds meer plaatsen in de wereld en doorgaans speelt de staat er een belangrijke rol in. Men is van hogerhand best bereid om via een subsidie het wrakke dak te dichten om belangrijk erfgoed te behouden, maar als tegenprestatie moet de verarmde edelman een betalende vreemdeling willen ontvangen teneinde ook een deel van de kosten op te kunnen hoesten.

In Noord-Portugal valt veel te zien, zoals deze toren in Ponte de Lima.

Lang niet in alle gevallen leidt dat tot goede harmonie. Ik heb u geloof ik wel eens verteld van de Franse baron die mij spontaan haatte toen ik nog vrij laat aan zijn belletje trok. Waarschijnlijk was hij net van plan geweest de hele avond slechts in onderbroek gekleed door zijn ridderzaal te flaneren. En nu moest hij ineens een pak aan om er met mij te dineren. Ik heb maar gezegd dat ik niet zo'n trek had en ben vroeg te bed gegaan. Een hemelbed, inderdaad. Onder dekens met het familiewapen. Ongevaarlijk hoor, het was slechts geborduurd.

Maar het bewijst toch maar eens dat het verhuren van privé-bezit niet iedereen is aangeboren. Ik herinner me nu ook het verhaal van de Zandvoorter of Scheveninger die met zijn gezin in de schuur ging wonen om zijn echte verblijf aan badgasten te verhuren. Het was een kille zomer en na drie dagen werd de man zo boos over zijn eigen karakterloosheid en geldzucht dat hij zijn gasten op straat zette en weer in zijn eigen bed kroop.

De 'hospita' van Paco de Sao Cipriano voor het huis dat al generaties in de familie is.

Zo ver zal het Taboadelo in de Paco de Sao Cipriano nooit komen. Het bejaarde echtpaar dat hier de kraakheldere lakens uitdeelt (niet zelf trouwens, daar hebben ze een paar dienstmeisjes voor) straalt een grandeur uit die nauwelijks meer van deze tijd is en als we in het Engels en het Portugees hebben gebotst schakelen ze zonder probleem over op een vlekkeloos Frans dat bepaald niet in een achterbuurt van Parijs is opgedaan. Het hele huis staat zo'n beetje tot mijn beschikking. Ik ben de enige gast. Alleen die ene vleugel bewonen ze zelf, voor de rest ga ik mijn gang maar. In de keuken staat de wijn. Als ik de lege flessen op tafel wil zetten zal hij die bij mijn vertrek wel met me afrekenen.

Ik besluit echter maar wat rustig te beginnen, al is de keuken de gezelligste plek van het met veel uitbouwtjes, torentjes en onverwachte kamertjes en overloopjes gelardeerde bouwwerk. In de reusachtige open haard zou je een partijtje tafeltennis kunnen spelen en hoewel ik er in die paar dagen nooit iemand zie brandt er altijd een knetterend vuur, ook nog als ik wat laat arriveer omdat ik in de dorpsherberg een Europa Cup-avond voetbal weer eens helemaal wenst te consumeren. Dat leer ik maar niet af. Onze jeugdzonden achtervolgen ons.

Iets anders dan televisie is er in café "Christina" ook wel te consumeren, al ligt wat dat betreft het hoogtepunt rond de lunch. Dan worden enorme pannen voedsel opgehaald door enkele dames die hier kind aan huis schijnen te zijn. Eerst vermoed ik nog dat het plaatselijke huisvrouwen zijn die de enorme honger van hun van de akkers komende mannen niet met de eigen pollepel kunnen stillen, maar dat blijkt anders te liggen. Het gaat om onderwijzeressen die dagelijks het rantsoen voor hun klas komen ophalen. Iedereen woont ver weg en men blijft dus over, zoals dat in slecht Nederlands heet. En een boterhammetje, nee meneer, in dit deel van Portugal eet iedereen tussen de middag warm en de kinderen dus ook.

Café Christina is het centrum van het dorp. De twee lokale pubers die over een echte crossfiets beschikken komen ieder avond op de stoep wat kunstjes vertonen in de volledige valse hoop dat een vrouwelijk oog op hen zal vallen. Binnen zitten namelijk uitsluitend mannen die het nieuws van de dag bespreken. Antonia de Faria (62) is overleden, de annonce hangt aan de muur. Precies op dezelfde plek waar gisteren van het heengaan van de heer Teixeiro werd gerept. Maar hij is oud nieuws. Antonia de Faria wacht hetzelfde lot. Heel snel al, want het bovenste plakbandje waarmee het bericht is bevestigd laat al na een paar uur los, zodat de mededeling onleesbaar ondersteboven hangt. Zo gaan die dingen.

De dromerige binnenplaats zoals die er al eeuwen is.

Te voet in het aardedonker is de oprijlaan nog een stuk langer. Thuis tref ik mijn huisbaas die op zijn binnenplaats een oud pijpje aan de praat probeert te krijgen. Het lukt niet en het is geloof ik ook niet de bedoeling. Als hij maar wat omhanden heeft. Veel toekomstplannnen heeft hij niet meer. En die tachtig hectare bos die vlak naast zijn landgoed nog op ontginning ligt te wachten, daar moet de volgende generatie maar mee aan de slag.

Binnen in de keuken laait het vuur hoog op en de vlammen weerspiegelen zich naar mijn idee opzettelijk in de wijnflessen in de hoek. En ach...

Lustig zou ik het Portugese platteland niet willen noemen. Rustig, dat is beter op zijn plaats.

Reiswijzer:

Paco de Sao Cipriano is een van de ongeveer 150 historische behuizingen in vooral Noord-Portugal waar toeristen welkom zijn. Deze zogenoemde "solares" staan een trapje lager op de ladder dan de door de regering beheerde pousadas, die doorgaans zijn gevestigd in oude paleizen of kastelen. Voor de reizigers die dat al te luxe niet zo op prijs stellen zijn de solares de uitkomst. Op sommige plaatsen worden ook maaltijden geserveerd, maar elders kunt u zelf in de keuken aan de slag. Overigens zijn ook op het platteland overal cafés of kleine restaurants te vinden.

In Portugal kunt u inlichtingen inwinnen bij Turihab tel. 0351-58742827 (9).

De solares laten zich in Nederland vertegenwoordigen door Royal Hansa Tours, Stationsweg 41, 9471 GK, Zuidlaren, tel. 050-4090080.

Publicatiedatum = 7 maart 1998

terug Portugal intro