&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Sissi na 100 jaar nog springlevenddoor HARRY MULLER WENEN-BOEDAPEST - Volgend jaar is het precies honderd jaar geleden dat keizerin Elisabeth van Oostenrijk (beter bekend onder haar troetelnaam Sissi) in Genève door een Italiaanse anarchist werd vermoord. Voor de toeristen-industrie in Oostenrijk en Hongarije is dat een reden om haar suikerzoete liefdesgeschiedenis met keizer Franz Joseph weer eens uit de kast te halen. Op alle mogelijke manieren wordt Sissi herdacht: met opera's, operettes, musicals en speciale Sissi-wandelingen door Wenen. Als koningin van Hongarije was zij ook erg geliefd. In het plaatsje Gödöllö werd zelfs haar jachtpaleis weer opgeknapt en inmiddels is dat een soort bedevaartsplaats voor de Hongaren geworden. De gidsen in de Oostenrijkse hoofdstad zijn al een hele tijd in training om de toeristen volgend jaar alles over de legendarische keizerin te kunnen vertellen. De bekende Sissi-films worden nog eens gedraaid, men snuffelt in oude archieven en alle plaatsen waar de keizerin eens in Wenen is geweest, worden nog eens extra bezocht. Er was natuurlijk al veel over keizerin Elisabeth bekend en lang niet alle informatie die bij de rondleidingen door de stad werd verstrekt, was natuurlijk historisch verantwoord. Maar wat geeft het? Wat is het niet heerlijk rond te dolen in de tuinen van het zomerpaleis Schönbrunn en in gedachten even terug te gaan naar de vorige eeuw, toen keizer Franz Joseph en keizerin Elisabeth daar in hun veel te grote woonhuis leefden? Even uitrusten in de tuinen van het paleis Schönbrunn. Het paleis ligt ongeveer acht kilometer buiten het centrum van de stad en je kunt er gemakkelijk met de metro (hier U-Bahn) komen. In de tijd van Sissi was die spoorlijn er ook al, maar toen meer bedoeld voor de keizerlijke trein. De tuinen bij het paleis zijn zo groot, dat er bijna vijftig man personeel voor nodig is om alles in een prima conditie te houden. Het palmenhuis is het grootste van Europa en ook de dierentuin (245 jaar geleden geopend en een van de oudste van Europa) is erg mooi. Elisabeth-tentoonstelling De gids wijst ons op de brede trappen bij de achterkant van het geel geschilderde paleis. Zo kwam de keizerin via het bordes in de tuin. Zij was daar vooral om veel te rennen, want ijdel was ze wel en geen grammetje te veel vet aan haar lichaam was geoorloofd. Er wordt ons verteld dat ze maar 48 kilo woog en met twee handen kon je haar taille omvatten. 's Middags bestond haar menu steeds uit een kopje hete soep en een glas sinaasappelsap. Ook haar kuiten werden regelmatig gemeten en als daar een millimeter bij was gekomen, werd er met het eten gestopt. In het paleis wordt nu hard gewerkt aan de speciale Elisabeth-tentoonstelling die volgend jaar geopend wordt. Verschillende vertrekken die nog nooit eerder werden opengesteld, zijn dan te bezichtigen en daar hoort ook de gymnastiekkamer van de keizerin bij. Het winterpaleis de Hofburg in het centrum van Wenen is wat omvang betreft (meer dan 3000 kamers) eigenlijk een kleine stad op zich. Het is nog steeds erg fraai ingericht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kostbare inventaris opgeslagen in een zoutmijn bij de stad Salzburg en zo bleef alles keurig bewaard voor de toekomst. Het paleis zit boordevol herinneringen aan keizer Franz Joseph en zijn vrouw. Hier had de keizerin heel wat vertrekken tot haar beschikking en daar was ook weer een gymnastiekzaal bij. De ringen hangen nog ergens in een gang. De keizer ontving hier zijn belangrijkste onderdanen. Er waren vijf wachtkamers en het duurde wel vijf uur voordat je eindelijk de man te spreken kreeg. Tijdens de zomermaanden zat de keizer steeds achter een bureau en 's winters stond hij achter een lessenaar. Al wandelend door het paleis krijgen we nog te horen dat Elisabeth veel van viooltjes-ijs hield. Dat werd speciaal voor haar gemaakt bij bakker Debel en dat bedrijf bestaat nog steeds in Wenen. De keizerin was ijdel en liet zich alleen als jonge vrouw schilderen of fotograferen. In de kerk van de Kapucijner monniken liggen in een kelder (de Kaisergruft) alle Habsburgers begraven. De laatste die daar een rustplaats vond, was keizerin Zita, die in het jaar 1989 in Zwitserland overleed. In een van de metalen kisten ligt het stoffelijk overschot van keizerin Elisabeth. Zij wordt vooral door de Hongaren nog vereerd, want rond haar kist liggen heel wat boeketjes kunstbloemen met linten in de kleuren van de Hongaarse vlag. Haar hart wordt bewaard in een zilveren urn in de Augustijner kerk en haar ingewanden in een koperen urn in de Stephans Domkerk. Met de Russische draagvleugelboot 'Admiral' reizen we de volgende dag over de Donau van Wenen naar de Hongaarse hoofdstad Boedapest. Hoewel de gemiddelde snelheid van het schip ruim 60 kilometer per uur is, duurt de tocht toch nog meer dan vijf uur. Dat komt omdat we twee keer onderweg een sluis moeten passeren. De tocht over het water is erg mooi. Soms is de rivier vrij smal en is het water tussen de dijken hoog boven het land. Dan zien we alleen de daken van de huizen en de spitsen van de kerktorens. Dan ineens is de Donau weer erg breed en lijkt het alsof we over een meer varen. De aankomst in Boedapest is fantastisch. Maar liefst negen bruggen overspannen hier de rivier en daar is ook een Elisabeth- brug bij. Haar standbeeld staat wat verscholen in een parkje bij deze brug. Ook was er eens een Franz Joseph-brug, maar die werd in de tijd van het communisme omgedoopt tot Vrijheidsbrug en dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven. Het beroemde hotel Gellert aan de rivier met een fraai badhuis uit het begin van deze eeuw heeft nog steeds nauwe banden met de keizerlijke familie uit Oostenrijk. Otto von Habsburg gaf daar drie jaar geleden nog een feest, toen zijn dochter trouwde. Hij sliep in kamer 422, dezelfde die ik tijdens deze reis kreeg toebedeeld. Zelden was ik tijdens een nachtje slapen in een hotel door zoveel luxe omringd. De suite was zo groot, dat ik regelmatig wat spulletjes kwijt raakte. Het jachtpaleis in Gödöllö is een bedevaartsplaats voor de Hongaren geworden. Keizer Franz Joseph en keizerin Elisabeth werden als koning en koningin van Hongarije gekroond in de Matthias-kerk in Boedapest. De Hongaren voelen zich ook nu nog nauw verbonden met dit paar en het was eigenlijk geen wonder dat een vroeger jachtpaleis in Gödöllö onlangs voor een groot deel gerestaureerd werd. Het rose paleisje is uit de as herrezen en men heeft geprobeerd het weer als vroeger in te richten. Meubels uit de vorige eeuw werden nagemaakt en ook niet alle schilderijen zijn helemaal echt. Opvallend is het grote schilderij met de kroning van Franz Joseph en Elisabeth als koning en koningin van Hongarije. De schilder was Eduard von Engerth en deze man vond zichzelf zo belangrijk, dat hij vlakbij Franz Joseph ook op het schilderij staat. Het paleis is meer een toeristische attractie geworden, met een fraaie eetgelegenheid, winkeltjes en een ruimte waar men zich als keizer en keizerin van Oostenrijk kan laten fotograferen. Jammer is wel dat men hiervoor de vroegere kapel van het paleis gebruikt. Er zijn bovendien allerlei arrangementen mogelijk, waarbij men bijvoorbeeld iets laat zien van de jacht in vroeger tijden, maar voor groepen is het ook mogelijk om onder het genot van een drankje een strijkorkest te laten optreden. Vorig jaar werd het jachtpaleis in gebruik genomen en intussen is het een soort bedevaartsplaats voor de Hongaren geworden. Enkele gebouwen staan er nog haveloos bij, maar er wordt hard gewerkt om daarin een hotel, een congrescentrum en een theater onder te brengen. Zowel in Oostenrijk als in Hongarije is men volop bezig om van het Sissi-herdenkingsjaar iets moois te maken. In Wenen draait inmiddels de musical 'Elisabeth', maar ook de souvenir-industrie doet een flinke duit in het zakje. Nu al zijn er Sissi-cd's, likeuren, bonbons, wijnen, sjaaltjes, kop en schotels, taarten en bijvoorbeeld petjes te koop...... INLICHTINGEN: Oostenrijks Toeristenburo, Stadhouderskade 2, 1054 ES Amsterdam, telefoon 020-6129682, en Hongaars Toeristenburo, Postbus 91644, 2509 EE Den Haag, telefoon 070-3209092. Publicatiedatum = 1 november 1997 |