Eurojet

Fietsen op zijn Grieks

door Luud Peters

KOS - Een groot deel van het Griekse eiland Kos is zó vlak en landelijk - met akkertjes, weilanden, boomgaarden en rietkragen - dat het een beetje Nederlands aandoet. Het is een paradijs voor fietsers. Bijna elke toerist huurt dan ook een tweewieler om de omgeving te verkennen. Op Kos zijn meer fietsverhuurders dan bakkers en slagers te samen.

Zomaar een stukje Griekse natuur.

Het eiland ligt in de Egeïsche Zee vlak voor de Turkse kust. Het is zo'n 45 kilometer lang en 15 kilometer breed, en maakt deel uit van de Dodekanesos, hetgeen twaalf eilanden betekent. In het voorjaar is de natuur er uitbundig; de prachtigste bloementapijten komen overal, zelfs langs de stranden, op je af. In een weiland op Kos groeien zoveel wilde bloemen, dat je goed moet kijken om een grassprietje te kunnen zien. In juli en augustus - als het heel warm kan zijn - gaat de kleur bruin overheersen, in tal van schakeringen.

Kruiden

In de bergen word je bijna bedwelmd door de geur van kruiden. Er is geen eilandbewoner die deze smaakmakers in de winkel koopt. Hij of zij gaat met een mandje de bergen in en plukt in mum van tijd een keukenvoorraadje voor maanden. Zo'n plukker ruik je op afstand. Na zijn bezoek aan de bergen is hij een aromatisch persoon geworden. Tegen de hellingen staan kasten met bijen, die de nectar van de kruidenbloemen verzamelen. De honing van Kos is beroemd.

Waar toeristen misschien even aan moeten wennen zijn de vele bordjes met het teken 'Niet fotograferen'. Ze staan in de omgeving van militaire objecten, die vaak bestaan uit niet meer dan een piepkleine bunker of een vrachtwagen met een paar militairen en een vuurwapen. De lopen zijn gericht op de Turkse kust. Grieken en Turken zijn geen vrienden van elkaar. Dat is duidelijk.

Even afstappen om met een ezel te flikflooien.

Vakantiegangers die een fietstochtje in de bergen willen maken, moeten goed weten waaraan zij beginnen. De bergen zien er vriendelijk uit en het witte dorpje waar zij naar toe willen, lijkt binnen handbereik te liggen. Toch ben je al gauw een paar uur onderweg, afwisselend fietsend en lopend, transpirerend en de kronkelige bergweg verwensend. Ook al heb je een goede fiets met 21 versnellingen en een navenante conditie, daarmee alleen kom je in de bergen niet ver. Getraind moet je zijn. Daar gaat het om.

Trots

Maar fietsers die uiteindelijk het lieve dorpje bereiken, kunnen zo trots zijn als een pauw. Zij hebben een flinke prestatie geleverd. Overal is wel een koel drankje, zoals ijskoffie, te koop om af te koelen. De bewoners zijn ingesteld op oververhitte fietsers. Écht uitrusten kan op de terugweg. Dan hoef je niet één keer te trappen.

Een zandpad eindigt soms in het niets.

Grieken zelf verplaatsen zich liever op een scooter. Niet dat zij een hekel hebben aan lichaamsbeweging, maar waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Het dragen van een helm is verplicht, maar niemand houdt zich eraan. Ook niet de bestuurders van zware motoren. En dat is eigenlijk wel begrijpelijk. De kans om gehelmd door de hitte te worden bevangen is vele malen groter dan de kans om helmloos hoofdletsel op te lopen. Ook scooters zijn volop te huur, maar eerst moet wel een bromfietscertificaat worden overlegd; een autorijbewijs voldoet niet.

Takis Mendez runt in Kos-stad twee zaken onder de naam Moto Harley. Hij verhuurt tweewielers aan toeristen. De bedrijfsnaam dekt de lading niet, want Takis verhuurt zo'n beetje van alles, maar juist géén Harley Davidson motoren.

"Toen ik de zaak begon, wilde ik Harley's gaan verhuren, maar de gemeente stak er een stokje voor. De motoren zouden te groot, te zwaar en te lawaaiig zijn. Eigenlijk kan ik de bestuurders niet eens ongelijk geven, want de wegen zijn smal en in het hoogseizoen is het soms heel druk op straat. De naam heb ik maar gehouden", vertelt Takis die Nederlands verstaat en het redelijk spreekt.

Attractie

De grootste toeristische attractie op het Griekse eiland is de ruïne van het machtige Asklepieion. In de oudheid moet het complex hebben gefungeerd als een kuuroord, medische universiteit en ziekenhuis ineen. De gigantische ruïne ligt op een paar kilometer van het stadscentrum tegen een heuvel, omgeven door bossen en ander groen. Er ontspringen bronnen. Het is volgens overlevering de mooiste en gezondste plek van het eiland. In de oudheid kwamen uit de gehele wereld mensen er naar toe om medische kennis op te doen, genezing te zoeken en te relaxen. Het uitzicht is schitterend.

Een deel van de ruïne van het machtige Asklepieion.

Op medisch gebied heeft Kos nog een unicum: de Plataan van Hippocrates. De boom staat op een schaduwrijk pleintje midden in het centrum van de stad. De legende wil, dat de beroemde geneesheer Hippocrates de boom 2400 jaar geleden eigenhandig heeft geplant. Hij zou er vaak onder hebben gezeten en er college hebben gegeven. Ook apostel Paulus zou tijdens een van zijn buitenlandse reizen in zijn schaduw het Christendom hebben gepredikt.

Chirurgen

Waar of niet, de plataan is in elk geval een van de oudste van Europa tenminste zo'n 1000 jaar. Hij is even beroemd onder de bomen als Hippocrates onder de artsen. In de loop der jaren is de stam in een aantal delen uiteen gevallen. De beste boomchirurgen ter wereld hebben zich erover gebogen. Hun inspanningen waren en zijn niet gericht op verfraaiing van de oude heer, maar om hem in leven te houden. Om de stamdelen niet teveel te belasten hebben zij de takken ondersteund met een stalen raamwerk.

De bewoners hebben hun huisje ingepakt in bloeiende planten.

Bij Tigali ligt een groot zoutmeer dat in verbinding staat met de zee. Er leven schildpadden; in de lente is het een broedplaats van flamingo's en ooievaars. Schildpadden kom je overigens op het gehele eiland tegen, tot in de kleinste slootjes toe. Als je te dicht in de buurt komt, schieten zij het water in.

De riolering van Kos kan haar werk in het hoogseizoen, als de toeristen massaal op het eiland zijn neergestreken, nauwelijks aan. Een hostess van reisorganisator Sudtours instrueerde haar cliënten op weg van het vliegveld naar hun hotel of appartement alsvolgt: "O ja, nog één ding. Als u naar het toilet bent geweest, gooi het papier dan niet in de pot, maar in de afvalemmer. Het klinkt een beetje smerig, maar het went snel. De riolering kan al dat papier niet verwerken."

Fietsers in de toeristenwijk Lampi.

De buspassagiers waren weinig ingenomen met het verzoek. Het zou een touroperator sieren zijn klanten tevoren op een dergelijk ongemak te attenderen, en niet pas na landing van het vliegtuig. De chauffeur van de bus bracht de stemming weer op peil met zijn claxon, die dierengeluiden produceerde. Onderweg mekkerde hij tegen schapen, loeide tegen koeien en blafte tegen honden

Uitgaan

Het uitgaansleven is geconcentreerd rond Kos-stad. Bijna alles wat een wereldstad aan vermaak te bieden heeft, is er in het klein te vinden. Ook in de dorpjes verschijnen steeds meer toeristische lokalen: tavernes, disco's, hotels, appartementen, nachtclubs en winkels.

Het marktplein in het centrum van Kost-stad. Toeristen op huurfietsen.

Eten kun je er vanaf ruim een tientje. Maar omdat de onderdelen van een maaltijd vaak los dienen te worden besteld, kan de prijs ongemerkt oplopen. Tavernes zijn goedkoper dan restaurants én vaak een stuk gezelliger.

En niet opkijken van miauwende katten die onder de tafel bedelen om een hapje, want ook dat is typisch Grieks.

EIGEN FOTO'S

Publicatiedatum = 10 juli 1999

vlag Griekenland