KOS: eiland van uiterstenKOS - Je zou het een Waddeneiland in de Egeïsche Zee kunnen noemen. Het heeft ongeveer de afmeting, het waait er altijd en fietsen is net zo populair als op Terschelling. Daar houdt dan ook meteen iedere verdere vergelijking op, want het eiland is zo Grieks als het maar zijn kan.Het centrum van het eiland is Kos-stad, met zijn kruisridderkasteel en zijn oude stadshart, is een aantrekkelijk uitgangspunt en weer thuishaven voor tochten naar het onbedorven binnenland, waar de rust van gehuchten de angel uit het jagerige leven van de Westerse toerist haalt. Cultuur en vele terrassen rond de Mandraki-haven van Kos-stad. De stranden maken de foto's in reisbureaufolders waar en in deze maand, waar de kou al bij ons dreigt toe te slaan, bedraagt de gemiddelde temperatuur van het zeewater 23 graden. Het is zoals vele Griekse eilanden sprake van een tweedeling: feesten voor de jonge toerist in de 'grote' stad en stilte waar stilte moet heersen in aantrekkelijke landschappen. Kos is na Rhodos het grootste eiland van de Dodecanesos (wat Twaalf Eilanden betekent) en heeft een geschiedenis die aanwijsbaar teruggaat tot het Nieuwe Steentijdperk. De eerste bekende volkeren uit de oudheid vestigden zich in de zestiende eeuw voor Christus op de archipel van de in feite vijftien eilanden vlak voor de Turkse kust. Het eiland ooit befaamd om zijn zalven, wijnen en doorzichtige gewaden huisvestte ook eeuwenlang het heiligdom van Asclepius, de Griekse god van de geneeskunst. Drie terrassen verbonden door brede statige trappen omvatte zuilengalerijen met warme bronnen, een groot altaar, kleinere tempels en de grote dorische tempel van Asclepius. Tussen de nog volop aanwezige resten kan makkelijk een dag gedwaald worden door degenen die geïnteresseerd zijn in de klassieke oudheid. Het in 1902 opgegraven Asklepion, het heiligdom van de Griekse god van de geneeskunst. Aan dit tempelcomplex was de geneeskundige school van Hyppocrates de vader van de geneeskunst verbonden. Aan het tempelcomplex opgegraven in 1902 was een geneeskundige school verbonden, die eind vijfde eeuw voor Christus gesticht werd door de vader van de westerse geneeskunst Hippocrates. De eed die destijds door afgestudeerde artsen moest worden afgelegd vormt nog steeds de basis voor de huidige ambtseed van geneeskundigen. Foto's Fred Klinkenberg Publicatiedatum = 10 oktober 1998 |