Eurojet

Gent moet je gewoon beleven

door Nolly Speijers

Met het SMAK, het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst dat in mei de deuren opende, heeft Gent er een culturele trekpleister bij gekregen. Niet dat er nog een extra stimulans nodig is om deze Belgische stad te bezoeken. Gent is al zo verschrikkelijk mooi, met z'n historische pleinen en gebouwen, z'n vele musea en bezienswaardigheden. En na al die culturele hoogstandjes liggen ook de winkelstraten er uitnodigend bij. Zomaar wat langs etalages slenteren en op een terrasje neerstrijken geeft zo'n verrukkelijk vakantiegevoel. Vooral ook omdat je je hier, al kun je gewoon Nederlands praten, toch zo echt in het buitenland voelt. En dat allemaal op een steenworp afstand van de Nederlandse grens.

Aan terrassen geen gebrek in Gent. Waar je ook kijkt, op elk plein en in elke winkelstraat, staan gezellige zitjes uitnodigend klaar.

Ons dagje Gent kent een valse start. Een parkeergarage blijkt moeilijk te vinden. Borden met een P wijzen wel de weg in parkeerrouteland, maar op de een of andere manier verdwijnen die wegwijzers in het niets en kun je gewoon weer opnieuw beginnen. Lopend door de stad zien we later wel parkeergarages, maar rondrijdend gaan die volledig aan ons voorbij, zo knap is de bewegwijzering weggewerkt.

"Niet zoeken, zet de auto meteen bij binnenkomst in de grote parkeergarage aldaar en neem de tram naar het centrum", luidt later het advies van de VVV. Maar ja, dan hebben wij de zoektocht al achter de rug. Misschien een idee om automobilisten daarop meteen bij binnenrijden via duidelijke borden attent te maken?

Een plekje bij een parkeerautomaat brengt uitkomst. Bij een aanpalende bank blijkt muntgeld voorradig en zo kan de laatste hindernis op weg naar de winkels worden weggenomen. Eenmaal aanbeland in de historische binnenstad verdwijnt alle ergernis als sneeuw voor de zon. De stad is zo gezellig, dat je het zelfs voor lief neemt dat je na enkele uren de parkeerautomaat weer moet voederen. Een keer extra langs die mooie oude pandjes lopen is bepaald geen straf. De wetenschap dat Karel V ons hier, in zijn geboortestad, voorging, maakt de wandeling des te aantrekkelijk. Hier is geschiedenis geschreven en dat zie je, waar je ook kijkt.

Liefhebbers van markten komen in Gent aan hun trekken. Elke dag van de week is er wel ergens markt, variërend van tweedehands waren tot groente en fruit, van vogels en pluimvee tot de gewone waren.

Op de Korenmarkt staan de terrasjes verleidelijk klaar. Eerst maar even bij die supergrote papier- en boekwinkel aan deze markt, waar ze alles hebben dat met papier te maken heeft, een plattegrond aangeschaft. Onder het genot van een bakje koffie met warme appeltaart, compleet met slagroom én ijs, maar eens bestuderen hoe we dit dagje Gent gaan aanpakken.

Veldstraat, Mageleinstraat, Donkersteeg en Langemunt zijn, zo lezen we in het bij de kaart gevoegde gidsje, de winkelwandelstraten. Maar ook Nederkouter, Zonnestraat, Kouter, Vogelmarkt, Korte Dagsteeg, Brabantdam, Koestraat, Kalendenberg, Voldersstraat en Sint-Niklaasstraat hebben een keur van winkels in de aanbieding. Geen tijd verspillen dus, maar meteen op pad gaan.

Mosterd

De Groentenmarkt, die de Korenmarkt met de Langemunt verbindt, lijkt een prima startpunt. Mostaard fabriek staat er boven het schitterende pand op nummer 3 en die tekst is intrigerend genoeg om ons naar binnen te lokken. Hier lijkt de tijd te hebben stilgestaan.

"Dat is ook zo", zegt mevrouw Caesens, eigenaresse van de winkel. "Alles ziet er nog net zo uit als vroeger. Het pand is een monument, van binnen en van buiten. Ja, ook het interieur is beschermd. Er komen hier dan ook nogal eens mensen die vroeger in Gent hebben gewoond. Gelukkig, zeggen ze dan, hier is tenminste alles 't zelfde gebleven."

Mevrouw Caesen van Mosterdfabriek Vve Tierenteijn-Verlent aan de Groentenmarkt schept de volledig natuurlijke mosterd, die nog gemaakt wordt volgens recept uit 1790, in een pot. "Als je zelf een pot meeneemt, kun je hier los mosterd kopen", vertelt ze.

Het was de Vve (afkorting van het Franse veuve, weduwe) Tierenteijn-Verlent die in 1790 de firma stichtte. En al zit er nu geen Tierenteijn meer in de zaak, de volledig natuurlijke mosterd wordt nog volgens exact hetzelfde recept gemaakt. "Wij verkopen de mosterd los", aldus mevrouw Caesen en ze roert veelbetekenend met de flinke houten lepel in de pittige smurrie in de ton. "Mensen nemen zelf een pot mee, onder voorwaarde dat die afgesloten kan worden, anders doen we het niet. Mosterd kan zulke nare vlekken maken!"

Wie zelf geen mosterdpot heeft, kan zich bij Tierenteijn zo'n fraaie grespot aanschaffen waarin de mosterd dankzij de semiporeuze steen heerlijk koel blijft. Het pikante geurtje dat in de winkel hangt, komt overigens niet alleen van de mosterd. "Wij verkopen alles waarmee je kookt", zegt mevrouw Caesens. "Niet de hoofdbestanddelen, maar bijbestanddelen."

Achter de nostalgische toonbanken prijken welriekende keukenkruiden en sauzen, maar ook olijfolie, azijn, augurkjes en amandelpasta. Grappig zijn potjes met confit de bière blonde en confit de bière blanche. Dan weten we het zeker: we zijn in België, het land van de vele soorten bier. Wie ze wil proeven, kan even verderop neerstrijken op een gezellig terras aan de Leie waar wel 100 Belgische biersoorten geschonken worden.

Bij de thee, die ze zelf los verkoopt, presenteert Mama Temmerman graag een heerlijke praline, een verrukkelijk snoepje of zo'n echte plaatselijke specialiteit: Gentsche mokken en knopkes.

Over proeven gesproken: wat te denken van die verrukkelijke Belgische pralines die ons overal toelachen? Bovendien staan her en der kraampjes met Belgische wafels. Wie aan de lijn doet, kan de Gentse binnenstad maar beter mijden. Het ene terras serveert Gentse waterzooi met vis, het andere houdt het op pannenkoeken met verse aarbeien en slagroom. Zo passeer je de ene heerlijkheid na de andere, want er is geen winkelstraat of marktplein zonder gezellig restaurant of lunchroom mét terras. Erg verleidelijk allemaal.

Ook verleidelijk, maar dan gelukkig calorieloos, zijn de kaarsen die de Paraffine Kaarsen-boetiek aan de Langemunt verkoopt. De schitterende kleuren en vormen in de etalage lokken ons naar binnen. Kikkers, schildpadden en ijsberen maar ook bloemen, bladeren en vruchten. "Ze komen uit Denemarken en zijn met de hand gemaakt", licht de verkoopster ons allervriendelijkst in.

"Dagverse warme suikerwafels, the best in town", prijst J. Volbeda aan de Groentenmarkt aan. Deze mevrouw laat zich dat geen twee keer zeggen en hapt er smakelijk in.

Om de kleuren nog aantrekkelijker te maken heeft ze er de betekenis van opgezocht plus het bijbehorende sterrenbeeld. Zo blijken Maagd, Weegschaal en Schorpioen te gedijen bij groen en voelen Steenbok, Waterman en Vissen zich senang bij paars. Hoe dat zit? "Ik zou het niet weten", bekent ze. "Ik zag het in een boek staan, maar verder weet ik er niets van. Ach, 't zal wel net zoiets zijn als met horoscopen, soms klopt het wel en soms niet."

De Langemunt is een drukke winkelstraat met leuke speciaalzaken, maar ook met bij ons overbekende ketens als Pearle, Kruidvat en Zeeman. Via kleine doorkijkjes zie je de Leie, waarin rondvaartbootjes toeristen langs het schoons van Gent tuffen. Turend over het water ontwaren we aan de andere kant, aan de Kraanlei, een schattig winkeltje: Tierelantijntje.

Kanten kleedjes

De vrolijk klingelende winkelbel roept Jet Baert, die net als haar winkel meestal Tierelantijntje wordt genoemd, naar beneden en enthousiast laat ze het prachtige oude kant en handwerk zien dat ze verkoopt; fraaie kanten kleedjes, schitterende doopkleren, ouderwetse lingerie, zoals onderbroeken van broderie die tot onder de knie reiken, mooie bonnets, verfijnd tafellinnen.

Prachtig zijn het oude kant en handwerk dat Jet Baert in haar nostalgische winkeltje Tierelantijntje aan de Kraanlei verkoopt.

Nostalgisch zijn de merklappen zoals meisjes die vroeger moesten maken om de handwerktechniek onder de knie te krijgen. "Zelf heb ik het ook veel gedaan, maar mijn kleinkind van 7, die leert het niet meer. Trouwens, mijn dochter handwerkte al niet meer", zegt ze glimlachend. "De mooiste merklappen dateren van 1904 tot 1915."

Tierelantijntje trekt vooral verzamelaars. "Ook musea en theaters weten mij te vinden", verklaart ze. "Ik ben de enige in Gent die oude kant verkoopt. De mooiste spullen die ik heb, dateren van eind 1800 tot de jaren dertig van deze eeuw."

Eenmaal aan deze zijde van de Leie is het leuk even rond te kijken in het Patershol, zoals deze wijk heet. Hier is niet alleen het middeleeuwse stratenpatroon bewaard gebleven, maar ook bevindt zich hier een hoge concentratie van gezellige restaurants. De culinaire wensen die er vervuld worden, variëren van Gentse specialiteiten tot Spaanse tapas en van de traditionele Franse keuken tot wonderlijke palingcreaties.

Leuke afwisseling op dat slenteren door de gezellige winkelstraten is het maken van een rondvaart. Ook vanaf het water is Gent het bekijken alleszins waard.

Terugwandelend naar de Langemunt worden ons bij Temmerman, aan de Kraanlei 79, typisch plaatselijke lekkernijen voorgeschoteld als Gentsche mokken en Gentsche knopkes. Wat dat zijn? Koekjes voor bij de thee, want die verkoopt Temmerman in diverse soorten, los. "Ik verzoet het bittere van het leven", zegt Mama Temmerman en ze presenteert verrukkelijke handgemaakte snoepjes die een lust voor oog én tong zijn.

In de Zuivelbrugstraat valt bij het Huis van den Abeele ons oog op nog zo'n lekkernij, Gentse peperkoek. 't Is dat deze winkel, zoals diverse zaken, aan tussen-de-middag-sluiting doet, anders zouden we ook dat hebben geproefd.

Modeontwerpers

Echt Belgisch zijn de dames- en herenschoenen die Obius aan de Meerseniersstraat 12 verkoopt. Dirk Bikkembergs, Ann Demeulemeester en Dries van Noten zijn de vermaarde Belgische modeontwerpers die hiervoor tekenen. In Frank Naudts hebben ze een warm pleitbezorger, die met liefde over deze schoenen praat.

Frank Naudts van schoenenwinkel Obius aan de Meersenierstraat is verrukt van de ontwerpen van Dries van Noten, Ann Demeulemeester en Dirk Bikkembergs. "Die schoenen zijn tijdloos mooi", vindt hij.

"Kijk", zegt hij terwijl hij een zwarte damesschoen van Ann Demeulemeester laat zien. "zo'n schoen is tijdloos mooi. Hij is avantgardistisch, minimalistisch en mensen die zulke schoenen dragen spreken hiermee een bepaalde stijl uit." Overigens mixt Obius de Belgische schoenen met de internationale allure van Prada, Jean Paul Gaultier en Miou Miou.

Frank begon deze winkel drie jaar geleden met uitsluitend schoenen. Tegenwoordig verkoopt hij ook herenkleding van dezelfde Belgische ontwerpers. Als ook zíj zich in echt Belgische mode wil steken, kan men om de hoek aan de Vrijdagmarkt terecht bij Frank's zus in haar damesmodezaakje het oorcussen, gevestigd in het oudste stenen pandje van Gent.

Vogelmarkt

De Vrijdagmarkt doet zijn naam alle eer aan: hier is vrijdagmorgen en zaterdagmiddag markt en wordt op zondag de vogelmarkt gehouden. Op welke dag men Gent ook bezoekt, altijd is er wel ergens markt. Zoals de markt in huisdieren, sierduiven en pluimvee op zondagmorgen op de Oude Beestenmarkt en de handel in tweedehandswaren bij Sint-Jacobs op vrijdag, zaterdag en zondagmorgen.

Ook met de tram kan men de mooie binnenstad van Gent bezichtigen.

Via de Burgstraat met zijn vele antiekzaken teruglopend naar de parkeermeter wijken we eens af van de geijkte winkelpaden. In kleine zijstraatjes zitten vaak leuke winkeltjes. Zo ook in de Jan Breydelstraat. The Fallen Angel is een lekkere rommelwinkel waar de verzamelaar zijn hart kan ophalen. De zaak, die verkoopt en aankoopt, heeft van alles en nog wat, oude reclameplaten van onder meer de Holland Amerika Lijn, maar ook tinnen soldaatjes, om maar wat te noemen.

In diezelfde straat kunnen oude luchters hersteld en opgekuist worden bij Demeyer en Zn. "Er is een engelengeduld voor nodig", laat Claude Demeyer weten in een artikel in het plaatselijke huis-aan-huis-blad dat enigszins vergeeld in de etalage hangt. Bij Ghent Marine kun je terecht voor een scheepje in een fles, voor mini-zeelui van hars, voor scheepsmodellen en voor koperen scheepsspullen. Bij de winkel in Aziatische kunst en antiek kan op het tuinterras gegeten worden.

Het oorcussen aan de Vrijdagmarkt, gevestigd in het oudste stenen pandje van Gent, verkoopt dameskleding van Belgische ontwerpers die internationaal furore maken.

Wie houdt van bekende winkels, is in de Veldstraat goed af. Daar zitten ketens als P&C, We en H&M. Liefhebbers van audio, video, informatica en aanverwante artikelen mogen een megastore als FNAC niet missen. Bovendien kan men hier aan de balie links vooraan terecht voor ticketverkoop. Even verderop zit de department store Inno, die V&D-achtig aandoet.

In Gent raak je zomaar niet uitgewinkeld. We zouden het nog kunnen hebben over de bijzondere kleren van Yvette Lauwaert aan de Koestraat, over de Parijse chic van Louis Féraud en over de topmerken kinderkleding tegen een schappelijke prijs (het gaat om overstocks en falingen) bij Los Ninosaan de Mageleinstraat, of over de ongelooflijk diepe verkoopruimte van Gabriël sinds 1880, waar letterlijk alles te koop is. We doen het niet. Gent moet je gewoon beleven en dat raden wij een ieder aan.

FOTO'S: RUUD VAN DER LINDEN

Publicatiedatum = 22 juli 1999 (Neon)

terug Belgie intro