Malmédy kwam pas laat bij België door Nico van der Zwet Slotenmaker MALMÉDY - Heel wat bejaarde mensen in Malmédy spreken zonder twijfel nog een aardig mondje Duits. Het is tenslotte de taal waarin ze zijn opgevoed, want het stadje in de Ardennen behoort pas sinds het Verdrag van Versailles in 1919 bij België. Daarvoor maakte het ruim een eeuw lang deel uit van Pruisen. Een twijfelgeval, een plaats op de grens en in de laatste wereldoorlog ook nog eens de uiterste frontlijn van het Ardennenoffensief van Von Runstedt. Buiten Malmédy staat nog steeds de grenspaal die aangeeft tot waar de laatste Duitse militaire oprisping tenslotte toch doodliep. Vanaf een terrasstoeltje heb je een goed zicht op de kathedraal van Malmédy. Dat de stad in de vuurlinie lag heeft het geweten. Veel meer dan een rokende puinhoop was er eigenlijk niet over. Ongemeen snel gingen de inwoners echter over tot herstel en als ik er nu binnentrek tref ik een typisch Waals stadje met overal de bekende leien daken. De kathedraal is het mooie middelpunt en vanaf mijn terrasstoeltje kan ik er goed van genieten. Het is voorjaar en zondagmiddag, het lijkt wel alsof er een feestje op het punt van beginnen staat. Maar misschien is het allang aan de gang. De brug is in de plaats gekomen voor de straatweg die moest wijken voor het water. Vandaag moet ik echter nog even verderop, naar Robertville, dat zich steeds meer als watersportcentrum ontpopt. Vroeger was het een onbeduidend veendorp, maar toen er tussen 1925 en 1929 in de rivier de Warche een dam werd gebouwd met het doel een waterreserve te vormen voor een elektrische centrale ontstond een watervlakte van 80 hectare. Aan de boorden waarvan uiteraard al spoedig de eerste hengelaar werd gezien, al duurde het nog wel een hele tijd voordat veel meer recreatieve mogelijkheden werden gezien. De dam die al dat water tegen moet houden is 182 meter lang en liefst 54,5 meter hoog. Aan de basis is de dikte 38 meter en boven altijd nog vier. Voor het verkeer is er ook een brug van 135 meter lang en 28 meter hoog. Die was noodzakelijk geworden omdat de watermassa van het stuwmeer niet alleen wat boerderijen en huizen verzwolg, maar ook een deel van de verkeersweg tussen Robertville en Waimes. Het (kunstmatige) meer van Robertville is tachtig hectare groot. In de buurt van dit laatste dorp moet ik trouwens ook nog even wezen, omdat twee Nederlanders hier een onderneming zijn begonnen, "La Trouvaille", de vondst. Je kan het eigenlijk geen hotel noemen, ook niet direct een restaurant en ook geen kroeg. Het is een mengelmoes van alle drie en het is vooral bedoeld voor gezelschappen die eens een paar dagen willen bijpraten of geneigd zijn de wandelschoenen aan te trekken. Inmiddels hebben Peter Moojen en Peter Slaats in de omgeving al een aardige naam opgebouwd en zeker op culinair gebied wordt er succesvol geopereerd. Het adres is "La Trouvaille", Gross Bois 7, Thirimont, 4950 Waimes, België, tel. en fax. 0031 80 678642. Eigen foto's Publicatiedatum = 29 mei 1999