Carnaval in de Ardennen:
Kinderdraakjes, papieren
rozen en de Grote Ploert
Van onze redactie Reiskrant
Binche - Wie carnaval dit jaar eens heel anders wil
vieren moet naar de Belgische Ardennen. Bijna nergens zijn de
streekgebruiken zo levend gebleven als hier. De verschillende dorpen
hebben allemaal hun eigen manier om carnaval te vieren. Sommige vieren
het zogenaamde Laetare-carnaval dat een maand later valt dan het gewone
carnaval. Het begint op de derde zondag voor Pasen en wordt ook wel het
'halfvasten' genoemd.
Centraal in het carnavals-gebeuren staat het Henegouwse stadje Binche.
Hier staat het Internationale Carnaval- en Masker- Museum, dat een
goede introductie geeft op de uiteenlopende gebruiken. Op de
tentoonstelling 'Wallonië, land van traditionele carnavals' leren
we de kenmerkende personages kennen van de verschillende dorpen zoals
de Gilles, de Arlequin en de paysans van Binche, de Blancs-Moussis van
Stavelot, de Haguète van Malmédy en de Chinels van
Fosses-la-Ville.
Kleurrijk spektakel.
Aan één van de carnavalsverenigingen van Binche, de
Société Royale des Récalcitrants, die dit jaar een
eeuw bestaat, wordt een aparte expositie gewijd (tot 7 maart). Een
andere tijdelijke tentoonstelling is 'Traditionele maskers uit
Zwitserland' (tot 18 april) en voor de kinderen is er tot 2 april
'Julien bereidt zijn carnaval voor' met een speurtocht, spelletjes en
animaties, allemaal in het teken van het carnaval.(tel. museum00.32.64-
33.57.41; tel. carnaval 00.32.64- 33.67.27).
In Malmédy (provincie Luik) is Vette Zondag (14 februari) de
belangrijkste dag. Om 13 uur is er de Dans van de Haguètes, de
belangrijkste personages van het carnaval hier, op het Place Albert
Ier. Om 13.30 vertrekt de grote carnavalsoptocht met praalwagens,
muziekcorpsen en een stoet van wel 1500 vreemde personages. Ook Vette
Dinsdag (16 februari) is er weer optocht, nu van de
carnavalsverenigingen, en natuurlijk: kroegentocht. 's Avonds wordt
traditioneel de Haguète verbrand ter afsluiting van de
winter.(tel. 00.32.80-33.02.50)
In Eupen draait het hele carnaval voornamelijk om één
dag, de Rosenmontag (15 februari). Deze dag wordt al vanaf 1213 gevierd
en is dus zo oud als de stad zelf. Tijdens de optocht wordt er met
papieren rozen gestrooid (tel.00.32.80- 22.76.64)
Maak je niet dik....
Vette Dinsdag (16 februari) is de spannendste dag voor de dorpjes in de
Viroinval en in Marche-en-Famenne. In de Viroinval hebben de bewoners
de gewoonte op Vette Dinsdag een gezamenlijke maaltijd te gebruiken in
de vorm van een reuzenomelet. Daarvoor verzamelen zij vanaf zondag al
eieren, boter, spek en brandstof. Op dinsdag wordt de omelet gegeten en
wordt meneertje Vette Dinsdag op de brandstapel gezet (tel.
00.32.60-31.16.35).
In Marche-en-Famenne wordt op Vette Dinsdag de tovertas vol
boosaardigheden van de Grosse Biesse (de Grote Ploert) verbrand. Op
zondag is de optocht van de grote en kleine boze geesten,
variërend van reuzen en heksen tot heel veel kleine
kinderdraakjes. (tel. 00.32.84- 31.13.76).
Voor het late carnaval, het zogenaamde Laetare-carnaval, kunt u 14
maart terecht in Stavelot of Fosses-la- Ville. In Stavelot wordt de
carnavals-optocht gedomineerd door de Blancs Moussis, in het wit
gehulde figuren met een grote rode neus. Deze gewoonte schijnt al uit
1502 te stammen. Het verhaal gaat dat de monniken van de abdij in
Stavelot zo enthousiast carnaval vierden dat het hen in 1499 werd
verboden nog langer aan het feest deel te nemen. Om te laten zien dat
ze het niet eens waren met de abt hulden de bewoners van de stad zich
tijdens het carnaval in witte pijen en kappen. Aan deze kledij werd in
de loop van de tijd een masker met een lange spitse rode neus
toegevoegd. (tel. 00.32.80- 86.27.06 of 00.32.43- 88.36.77)
In Fosses-la-Ville wordt ook op 14 maart het Laetare-carnaval gevierd.
Hier spelen de Chinels een hoofdrol. Het zijn een soort hansworsten die
door de straten dansen tot de muziek stopt. Dan staan ze stokstijf
stil. net stoelendans. Bij de eerste noten zetten ze zich weer in
beweging. (tel. 00.32.71- 71.14.68 of 00.32.81- 40.80.10.)
In het ene dorp is het bijwonen van het carnaval gratis in het andere
moet je soms betalen. Overigens is er in de rest van het jaar ook nog
heel wat te genieten op het gebied van feesten en folklore. Daarom
heeft het Belgische Verkeersbureau een speciaal boekje uitgegeven:
'Maskers en feesten. Folklore in de Ardennen en Brussel.'(inl. Belgisch
Verkeersbureau, Kennemerplein 3, 2011 MH Haarlem, tel. 023-534.09.78 of
0900-202.01.07).
Publicatiedatum = 13 februari 1999
|