|
|
Belgen houden van parades Brussel, hoofdstad van België, probeert met voordelige aanbiedingen toeristen te trekken. De stad is tweetalig en dat is tot de opschriften van de vuilnisbakken doorgevoerd. Toch is Brussel de laatste jaren een internationale stad geworden. Werd je vroeger in de winkels, cafés en restaurants alleen maar in het Frans te woord gestaan, tegenwoordig bedient het personeel zich van alle moderne talen en wijst men u ook in onze taal de weg door de menukaart. Wij kennen Brussel meestal alleen van het Mannenken Pis en de Grote Markt met het stadhuis en z'n prachtige gildehuizen. Toch is de binnenstad zo klein, dat je die gemakkelijk te voet kunt verkennen.Brussel probeert met aanbiedingen toeristen te trekken Elke dag feest op de Grote Marktdoor Harry Muller
BRUSSEL 
Op de Grote Markt van Brussel is het altijd feest. Elk jaar legt men
een bloementapijt voor het stadhuis. Onlangs verdwenen de laatste
steigers rond de toren en na deze restauratie staat dit historische
bouwwerk er weer stralend bij. De Belgen houden kennelijk van parades, want we zien 's middags politiemannen met en zonder hond voorbij het baldakijn marcheren, laat ook de mobiele eenheid zich zien en rijden allerlei soorten patrouillewagens voorbij. Agenten op spierwitte motoren met ieder een blauw zwaailicht stelen de show. En onderwijl speelt de politiekapel vrolijke deuntjes. We kunnen eigenlijk geen genoeg krijgen van dit schouwspel, maar gaan toch op weg met onze gids en zij vertelt met enige trots, dat na zes jaar arbeid de restauratie van het stadhuis aan de Grote Markt net is voltooid. Het gotische gebouw met heel wat beeldhouwwerk is ontdaan van alle steigers en staat er weer prachtig bij. De toren met daarop het beeld van de Heilige Michael is helemaal nieuw. Pilaren De bouw van het stadhuis begon in de 15e eeuw en bij een uitbreiding jaren later werden drie herbergen met de namen de Moor, de Schopstoel en de Papenkelder opgeofferd. Bij de pilaren aan de rechterkant van het stadhuis is nog enig beeldhouwwerk te zien, dat aan deze etablissementen herinnert. Achter de Grote Markt is de St. Nicolaaskerk met muurhuisjes en daarvoor allerlei jongleurs, die met het gooien van knotsen, ringen en ballen de kost proberen te verdienen. Bij de ingang van de kerk zitten de bedelaars met plastic bekertjes voor zich, waar je een paar muntjes in kunt doen. We zijn hier bij het oudste stukje Brussel en naast de beurs zijn onder de grond de resten van een klooster uit de 13e eeuw te zien, dat aan het riviertje de Zonne stond. Er worden daar rondleidingen verzorgd onder het motto: Brussel anno 1238, terug naar de tijd van Hertog Jan. Hier in de buurt stond ook de St. Gorikskerk, de oudste van Brussel die in het jaar 979 gebouwd werd. Een simpel bordje geeft de plaats aan. Parijs In de vorige eeuw wilde Brussel net zo mooi worden als Parijs en toen werden ook de grote boulevards aangelegd met tal van monumentale gebouwen. Maar na de Tweede Wereldoorlog sneuvelden helaas weer duizenden historische panden, omdat men bijvoorbeeld zo graag de spoorlijn tussen het noorden en het zuiden van de stad onder de grond wilde hebben. De tijd van het grote afbreken van de stad is nu voorbij en langzamerhand verdwijnen de bouwvallen in oude wijken, omdat men de zaak restaureert. Het klooster van de Clarissen met een binnenhofje is weer heel mooi geworden en ook heel wat oude huizen staan er weer fraai bij. Veel Brusselaars vinden dat het tempo van het restaureren wel wat opgeschroefd zou kunnen worden, maar men is gelukkig op de goede weg. Om Brussel een beetje te leren kennen, moet je eigenlijk eerst eens mee met een stadswandeling met een gids van de VVV. Natuurlijk kom je dan ook bij het Manneken Pis in de Stoofstraat terecht. Het plassende kereltje is maar dertig centimeter groot en dat valt wat tegen. Toeristen verdringen zich rond het fonteintje om maar niets te missen van deze topper op de lijst van bezienswaardigheden. Kostuums Bij feestelijkheden wordt het manneken keurig aangekleed en zijn garderobe bestaande uit 627 kostuums kun je zien in het Broodhuis aan de Grote Markt. De souvenirwinkels rond het Manneken Pis doen goede zaken. De beeldjes van plastic of metaal vliegen over de toonbank en zelfs kun je mannekens van een meter hoog kopen, die je thuis in de vijver van de tuin kunt laten plassen. Brussel is een glooiende stad en soms lopen de straten wel erg schuin omhoog. Dan kom je terecht bij het Zavelplein, na de Grote Markt het mooiste plein van de stad. Hier vind je tal van antiekwinkels, maar ook de taartjeswinkel van Pierre Marcolini, die van elk gebakje een waar kunstwerk weet te maken. Aan het plein was ook eens gevestigd de firma 'Tour et Tassis', die in de 16e eeuw als enige de post bezorgde. In die tijd vestigden zij een record door in 48 uur een brief uit Brussel in Parijs te bezorgen. Een praalgraf van deze eens zo beroemde postbodes is te zien in de Zavelkerk. 
De graven Egmond en Hoorne werden op de Grote Markt onthoofd, maar kregen wel een fraai monument in een parkje. Vlak daarbij is ook de kleine Zavel, een parkje met de standbeelden van Egmond en Hoorne, bekend uit onze geschiedenisboekjes. Deze graven kwamen in opstand tegen de Spanjaarden en op bevel van Alva werden zij in 1568 op de Grote Markt van Brussel onthoofd. Op bankjes rond dit monument zitten wat bejaarde mensen te midden van de planten en bloemen van het zonnetje te genieten. De stad heeft overigens tal van parken, waar het goed toeven is. Het Park van Brussel ligt tegenover het Koninklijk Paleis en is te voet vanuit het centrum van de stad goed bereikbaar. Midden in de stad is de Botanique Plantentuin en wat verder weg is het Park van Laken en het Leopoldspark. Het laatste is bekend door z'n hoogteverschillen. Paleizen Al wandelend door de stad kom je langs heel wat witte paleizen, waarvan sommige in gebruik zijn bij een ministerie en andere tegenwoordig een museum herbergen. We zijn nu in een deel van Brussel dat wat hoger is gelegen. Vanaf de Kunstberg met een fraaie Franse tuin heb je een schitterend uitzicht over het centrum met als middelpunt het stadhuis. Het hoogteverschil is zo'n zestig meter. 
Brussel is ook de stad van het stripverhaal en daarom heeft men op blinde muren fragmenten van bekende strips geschilderd. Brussel is ook de hoofdstad van het stripverhaal en geen wonder, dat men voor de toeristen een beeldverhaalroute heeft uitgestippeld. Blinde muren van enkele tientallen huizen heeft men beschilderd met scènes uit bekende strips. De route wordt steeds mooier, want elk jaar komen er muurschilderingen bij. Er is zelfs een speciaal stripmuseum, dat het Belgisch Centrum van het Beeldverhaal wordt genoemd. In Brussel hoef,je je niet te vervelen. Talrijk zijn de musea, zowel klassiek als modern. Er zijn ook heel bijzondere bij, zoals het museum van het plastic, het museum van de geneeskunde, het liftenmuseum, het rioolmuseum en het Klein Brussels Museum van de Broedkooi en de Voerbak. Heel apart is ook het Bruegelmuseum 'Frans Heulens' aan de Hoogstraat. Daar woonde en stierf de beroemde schilder, maar in het huis hangt geen enkel echt schilderij van hem. Hotel Heel bekend in Brussel is het hotel Métropole aan het Brouckèreplein. Het werd gebouwd in 1895 en is nu dus meer dan een eeuw oud. Beroemde gasten logeerden er zoals Einstein, Madame Curie, Arthur Rubinstein en de zanger Caruso. Loop er gerust eens binnen en geniet van de schitterende receptie met een ouderwetse lift, waar de sfeer van de vorige eeuw nog niet verdwenen is. 
In de binnenstad is het erg gezellig met ook terrasjes op straat. Brussel is een heerlijke stad en zo lekker dichtbij. Er zijn meer dan 2000 eetgelegenheden en deze stad laat geen gelegenheid voorbij gaan om ergens een feestje te bouwen. Fanfares en tromgeroffel zijn dan ook nooit ver weg......
INLICHTINGEN:
Publicatiedatum = 26 september 1998
|
