Kruisjes door rozijnen
Van onze speciale verslaggevers - WORKUM, zaterdag
Het geheim van zijn vier kruisjes? Rozijnen. "Echt, echt, ik reed altijd
op rozijnen," zegt Ynte Huitema met een klemtoon, waarin geen plaats is
voor twijfel. "Het voordeel is dat je onderweg van alles niets hoeft te
doen. Rozijnen, daar zit alles in."
Met zijn vijf optredens in de Elfstedentocht praat de 83-jarige inwoner
van Workum uit ervaring. "Alleen in '63 heb ik de finish niet gehaald. Bij
Franeker lag zoveel ijs en sneeuw. Wij werden tegengehouden. Iedereen praat
nu nog over die overwinning van Reinier Paping, maar in de oorlog was de
Elfstedentocht nog veel zwaarder. Sneeuwstormen, min 20 graden. Een zekere
Hepkema was voorzitter. Hij kreeg van de Duitse commandant de toezegging
dat tijdens de Elfstedentocht geen razzia's zouden worden gehouden. Ik werd
een jaar later toch opgepakt en zat een paar weken in Assen."
De bezetting kon hem er niet van weerhouden om twee keer de Tocht der Tochten
te rijden. "In 1942 werkte ik bij een boer. Ik mocht van hem wel rijden,
maar moest in het holst van de nacht eerst de stal schoonmaken. Een taxichauffeur
heeft mij net op tijd in Leeuwarden afgezet. Met een behoorlijke kopgroep
vlogen wij naar Sloten. Van mijn vader wist ik dat ik mij zo lang mogelijk
moest verschuilen. Even lette ik niet op. Plotseling zag ik borden met Woudsend.
Waren wij bij De Luts de verkeerde kant op gestuurd en moesten wij weer
terug. Je kunt wel raden wie er toen op kop reed."
|