" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALT="">
3 januari 1997








IJsmeester zoekt slaapplaats

LEEUWARDEN, vrijdag - Zwetend kan hij wakker worden met op zijn netvlies een door politielint afgezet windwak. In zijn kwaadste dromen is de tweehonderd kilometer lange elfstedenroute een lang litteken van ijstransplantaties.

Maar aan slapen komt de 63-jarige ijsmeester Piet Venema voorlopig niet toe, sterker nog, hij heeft in Leeuwarden nog helemaal geen slaapplaats gevonden. Tussen een paar interviews door belt hij snel met wedstrijdleider Henk van de Ham met de vraag of hij nog een bed over heeft. "Maar dat is toch mijn minste zorg. De kwaliteit van het ijs is belangrijker."

Voortdurend werpt hij nerveuze blikken op zijn horloge. Hij moet nog naar Sneek voor een inspectie. Daar wordt met man en macht gewerkt om de ijsvloer op de vereiste dikte te krijgen. Een waktransplantatie moet uitkomst bieden, de nachtmerrie voor iedere ijsmeester. Voorzichtig laat hij doorschemeren dat het met Sneek allemaal wel goed komt.

Uit zijn woorden proeven we dat het waarschijnlijk niet tot het sfeerbedervende 'bus-klunen' zal komen. "Hoeveel bussen er nodig zouden zijn om al die rijders over te zetten? Geen idee...veertig misschien. Daar maak ik me nu nog niet druk om." Venema is zeer in zijn nopjes met de kwaliteit van het ijs. "Bijna overal hebben we mooi zwart ijs. Het wordt een razendsnelle tocht", voorspelt de expert, die zelf vier keer de tocht der tochten uitreed.

In 1956 eindigde hij bij de wedstrijdrijders op een vijfenveertigste plaats. In 1963 finishte hij als negende, 39 minuten na de triomferende Reinier Paping. In '85 en '86 reed hij de tocht opnieuw maar nu niet als deelnemer aan de wedstrijd. "Genoeg ijservaring lijkt me zo. Om ijsmeester te kunnen worden moet je niet alleen verstand van bevroren water hebben, maar bovenal een schaatsachtergrond", aldus de kleine man met de meest besproken baan van het moment.

Verstand van ijs heeft hij wel degelijk. Zonder haperen schudt hij vijf verschillende ijssoorten uit zijn mouw: sneeuwijs, windijs, grondijs, kwalsterijs, en het zo begeerde zwarte ijs dat nu het grootste gedeelte van de route als een uitnodigende rode loper bekleedt.

Venema benadrukt bovendien, dat er één karaktereigenschap is die een succesvol ijsmeester niet mag ontberen. "Stressbestendigheid. Ik had het gisteren even niet meer toen ik die beslissing moest nemen. Je wint informatie in bij alle rayonhoofden en als de cruciale vraag "kan 'ie of kan 'ie niet" wordt gesteld, zijn alle ogen vol spanning op mij gericht. Dat is toch zwaar. Tegen die stress moet je kunnen. Het is een beslissing die heel Nederland treft."