" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALT="">
6 januari 1997








Bartlehiem: weer stil rond Het Bruggetje

Olé, olé, olé, oléééé!

Lá lá, lá lá lá, lá, lá, lá!

"Het was hier vroeger in de winter en in de zomer zo stil," zegt boerendochter en geboren Bartlehiemer Houkje Bonnema-Tjalema. "We moesten urenlang wachten voordat er iemand voorbij kwam."

Van voor naar achter, van links naar rechts!

"Voor 1985 zag je bijna geen sterveling in Bartlehiem. Ook niet tijdens de elfstedentochten. Zelfs niet op de Finkumerbrug. De mensen wisten nauwelijks dat dit buurtschap bestond."

Olé, olé, olé! We are the champions.

Houkje geniet met volle teugen. Ze is even terug in haar dorp en aanschouwt de menigte op het meest strategische punt van de schaatsmarathon. "Ik word zo emotioneel als ik al die vermoeide schaatsgezichten zie," zegt ze.

Het ouderlijk huis staat even buiten Bartlehiem, pal aan de Finkumervaart waar ook dit jaar de rijders worden gegeseld door een snerpende oostenwind.

Ze zag in 1954, in 1956 en in 1963 de rijders ook al voorbijkomen. Natuurlijk was vader Paulus Tjalema, die vier maal startte, van de partij nadat hij eerst z'n dertig koeien had gemolken.

De heroïek is een beetje verdwenen. "Reinier Paping stapte in 1963 voor onze boerderij van het ijs af," zegt de boerendochter. "Hij lag vele minuten voor, maar wilde toch opgeven. Hij had z'n schaatsen al uitgetrokken. We moesten hem honderden meters op z'n klompsokken over het ijs meeslepen. Toen hervatte hij de strijd en won glorieus."

Bartlehiem - geen stad, geen dorp, zelfs geen stempelplaats - is uitgegroeid tot pleister- en bedevaartplaats van de Tocht der Tochten. "Na de eerste life-uitzending in 1985 is dit kruispunt van ijswegen door de toeschouwers ontdekt," zegt Houkje. "Je kunt hier dan ook alles prachtig zien en de rijders komen twee keer langs."

We zwaaien met de handen op de rug. Olé, olé, olé!

Duizenden bezoekers hebben afgelopen zaterdag Bartlehiem aangedaan. Toch was de drukte minder dan in 1986. De kou en de lastige bereikbaarheid speelden parten. Een reusachtige horecatent, honderd meter verderop, deed zelfs heel slechte zaken, omdat de meeste toeschouwers rond de brug bleven hangen om zodoende contact met het ijs en de deelnemers te houden.

Maar als de meeste stempelplaatsen zijn gesloten, wordt Bartlehiem in de avonduren het schouwspel van dramatiek en vreugde. Op weg naar Dokkum ploeteren duizenden rijders tegen de wind in. Velen zullen het niet halen. Op de terugweg rijden de helden met de wind in de rug. Bij het huis van Hans en Mirjan Hakkaart draaien ze naar links, zwaaien naar het publiek en weten dat ze het bijna hebben gehaald. "Doorgaan! doorgaan! Nog een half uurtje," brult Treintje Foppema uit Leeuwarden. Zij krijgt voor al haar aanmoedigingen de publieksprijs.

Naarmate de avond vordert, maakt de EHBO-post overuren. Bevroren ogen, intens koude tenen, botbreuken of gewoon de uitputting nabij. Perry Haandriksma (41) uit Zoetermeer is bevangen door bevroren ogen. Hij was er bijna en schudt vertwijfelt het hoofd: "Nu rijd ik de tocht weer niet uit. In 1986 was ik in bloedvorm maar toen was ik m'n startbewijs kwijt."

Als de tijd wegtikt, wordt iedere deelnemer wereldnieuws. De oudste rijder, de jongste, de man met de houten schaatsen, de man met een flesje Berenburg in z'n kontzak, de bebaarde toerrijder met een complete kampeeruitrusting op z'n rug, de rijder met de grootste snottebel en natuurlijk de pechvogel met het meeste bloed op z'n gezicht. "Kunt u even wachten met verbinden," roept een fotograaf. "We willen bloed zien."

Als Geertje van der Berg uit Heerenveen passeert, wordt nog een keer de wave ingezet. Het kleine vrouwtje op leeftijd nadert moederziel alleen de brug. De cameralieden storten zich als roofdieren op hun prooi. "U bent de laatste. De rest is van het ijs genomen. Hoe voelt u zich?" Geertje is beduusd om zoveel belangstelling. Ze stopt. Ze haalt Leeuwarden toch niet meer op tijd.

Rond 23.00 uur plaatst het rayonhoofd een dranghek onder de brug. Aan de overkant wordt nog één keer gezongen: "Wat is de brug toch stil, wat is de brug toch stil. Inderdaad, de brug is verlaten.

Zondag 15.00 uur. Bartlehiem is uitgestorven en bjusterbaarlik mooi.