" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALT="">
6 januari 1997








Helse slijtageslag

Van onze speciale verslaggevers

LEEUWARDEN, maandag - De Elfstedentocht is uitgedraaid op een helse slijtageslag. Eén dode toerrijder, 30 tot 35 gewonden die met gebroken heupen, been-, schouder- en kaakfracturen en zelfs een grotendeels afgeschaafde neus voor langere tijd in ziekenhuizen zijn opgenomen. En, vele honderden licht gewonden die na eerste hulp weer naar huis konden.

De 1500 EHBO-vrijwilligers en 300 medewerkers van het Rode Kruis kwamen handen en voeten te kort bij de eerste hulp in de 60 opvangcentra langs de 200 kilometer lange route. Veel schaatsers liepen botbreuken, snij- en schaafwonden op en ook waren er lieden met hartklachten. Zeker 5000 van de 16372 rijders moesten opgeven.

In het commandocentrum van de GGD in de Leeuwarder brandweerkazerne heerste een crisissfeer. Ambulances reden met hoge snelheid en en loeiende sirenes over de smalle wegen op het Friese platteland reden. Brancards en deken moesten worden aangesleept om mensen van het ijs te halen en in de loop van de avond raakte zelfs het verband op.

Bevriezing
Tussen Harlingen en Dokkum hadden de rijders nog het meest last van de snijdende noordoostenwind, die door merg en been ging. Velen raakten op de Blikvaart en de Finkumervaart totaal uitgeput of werden verlamd door bevriezing.

Ook in het zicht van de haven vielen er nog slachtoffers. Schaatsers die in het donker op de Bonkevaart arriveerden, raakten verblind door de felle lichten bij de finish en zagen plotseling geen hand meer voor ogen. Zij reden zomaar de hard bevroren oevers op en liepen daarbij lelijke verwondingen op.

"De dag was fantastisch, maar zóveel gewonden alleen al 20 in de Friese ziekenhuizen en nog eens 10 tot 15 slachtoffers die naar elders vervoerd zijn dat is toch wel heel erg veel", verzucht chirurg J.A. Zijlstra, werkzaam in het Medisch Centrum Leeuwarden-Zuid. "Het gewondencijfer ligt vele keren hoger dan bij voorgaande Elfstedentochten."

Hartinfarct
Een 57-jarige man uit Oss stierf in de buurt van Wijnaldum op het ijs vermoedelijk als gevolg van een hartinfarct door grote spanning en felle kou. Hij werd gevonden door Elfstedenrijders. Het is voor het eerst sinds 1947 dat er in de Elfstedentocht een dodelijk slachtoffer viel te betreuren.

Zijlstra geeft toe dat de dood van de toertochtrijder een schaduw heeft gelegd over de glans van de Elfstedentocht. "Het is natuurlijk vreselijk triest wat hier is gebeurd, maar toch wil ik de dood van deze man niet op het conto van de Elfstedentocht schrijven. Het had op elke willekeurige schaatstocht of bij elke andere inspanning kunnen gebeuren; het staat los van de Elfstedentocht."

Neus weg
Bizar was ook de verwonding van een toerrijder die na een val ontdekte dat een groot deel van zijn neus verdwenen bleek. De man is inmiddels in het ziekenhuis behandeld door een plastisch chirurg. Er zullen meer ingrepen nodig zijn om de neus, waarvan het verdwenen deel niet meer is teruggevonden, zoveel mogelijk te reconstrueren.

Na 18 uur schaatsen waren zaterdag rond middernacht zo'n 100 mensen per ambulance naar een ziekenhuis gebracht. Totaal rukte 150 keer een ambulance uit. Achteraf bezien was dat in 50 gevallen niet nodig geweest en kon de patiënt met een pleister weer vertrekken. Ruim de helft van de slachtoffers was deelnemer aan de tocht. De anderen waren toeschouwers.

Hoornvlies
Volgens Zijlstra hebben de meeste schaatsenrijders de adviezen om zich tegen de koude te beschermen goed opgevolgd. Toch hadden de EHBO-posten het bijzonder druk; vooral op de Bonkevaart deden veel schaatsers een beroep op verzorging. Het ging veelal om snijwonden, blaren en uiteenlopende bevriezingsverschijnselen, waarbij het in veruit de meeste gevallen bevroren hoornvliezen betrof.

Chirurg Zijlstra: "Veel mensen dachten dat de kou hen blind had gemaakt. Door het ontstaan van hoornvlies-oedeem, dus vocht in het hoornvlies, werd hun blik steeds beperkter en vormden zich angstige kringen in hun gezichtsveld."