" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALT="">
3 januari 1997








Deze winter nog een tweede keer

Van onze speciale verslaggevers

LEEUWARDEN, vrijdag - "Deze vijftiende Elfstedentocht is voor heel schaatsminnend Nederland een prachtig Nieuwjaarsgeschenk, maar we houden er nu al rekening mee dat binnen enkele weken zelfs de zestiende Elfstedentocht zal worden georganiseerd", meldde gisteren hotelier Jan Thies, de 40-jarige manager van het Oranje-hotel, van oudsher een verzamelplaats van Elfstedenbestuurders.

Zoiets zou uniek zijn in de bijna 90-jarige geschiedenis van de Elfstedenvereniging. Alleen in 1929 werden twee tochten gehouden. De officiële tocht werd gewonnen door de Leeuwarder kolensjouwer Karst Leemburg, van wie na de tocht een teen wegens bevriezing geamputeerd moest worden die hij jarenlang als een relikwie op sterk water op zijn schoorsteenmantel had staan.

Enkele weken later organiseerden elf Friese kasteleins de eerste Alternatieve Elfstedentocht op hetzelfde traject, die onder de naam Tolhuster Tocht, naar het café waar start en finish waren, de geschiedenis in ging. De Hindelooper Van der Kooi won deze rit. "De statuten van de Elfstedenvereniging verbieden een dergelijke unieke maatregel niet", zegt Jan Thies, "en ik heb uit officiële bron begrepen dat een dergelijk plan bij lang aanhouden van de winter bespreekbaar is."

Toen hij woensdag door het Elfstedenbestuur in het diepste geheim geïnformeerd werd over de datum van de vijftiende tocht, annuleerde hij onmiddellijk zijn vakantie naar het Oostenrijkse wintersportoord Serfaus. Toch kijkt hij met verlangen uit naar de tocht van zaterdag en speciaal naar zijn grote favoriet Erik Hulzebosch uit het Overijsselse Gramsbergen. "Het is een oerbeest. Ik heb het diepste respect voor hem, omdat hij het vermogen heeft zichzelf in elke wedstrijd helemaal af te maken. Wat een kerel!", zegt Thies.

Een man die al sinds 1954 met de Elfstedenkampioenen omgaat en als geen ander inzicht heeft in de opmerkelijke fysieke krachten van schaatsend Nederland, is de 81-jarige dokter Carel Wiemer uit de Friese hoofdstad. De hoogbejaarde dokter is opnieuw chef van de EHBO-posten in Leeuwarden, waar zo'n 150 mensen bij betrokken zijn. Hij is zelf in topconditie. Wij vragen hem: 'Hoe is het mogelijk dat schaatsenrijders zoals de Drent Piet Kleine uit Kerkenveld, die al 45 jaar is, en de Friezen Yep Kramer uit Oudeschoot en Jan Eise Kromkamp uit Oldeholtpade op hun leeftijd nog tot de kanshebbers behoren in de Elfstedentocht?'


Dokter Carel Wiemer:"...een gevoelstemperatuur van min 20 tot 22 graden."

Wiemer aarzelt geen seconde en verklaart: "Ze zijn supergetraind. Dat zie je vooral bij het herstel van letsels. Dat gaat bij hen veel sneller dan bij gewone mensen. En dan praat ik toch echt over forse letsels." En de jongere generatie dan, opgegroeid bij de centrale verwarming en de borrelhapjes bij de buis? Dokter Wiemer: "Ja, ik weet het ook. Een groot deel van de Nederlandse jeugd leeft buitengewoon ongezond. En dan heb ik het niet eens over drank en drugs. Maar op Nieuwjaarsdag was ik bij een wedstrijd in Heerenveen en daar heb ik een geweldige generatie jongeren aan het werk gezien in Thialf. Die jonge sporters zijn gewoon perfecte lui."

Een man die een beetje tussen de jeugd en de oude stompen in hangt, is Bert Verduin. De bloemenkweker uit Heemskerk is inmiddels 32 jaar en verkeert in de vorm van zijn leven. Afgelopen maandag deed hij in zijn kanariegele pak de hele natie versteld staan. Ruim 735.000 televisiekijkers zagen hem na een indrukwekkende demonstratie op het ijs van het idyllische Ankeveen kampioen van Nederland worden over 100 kilometer.

's Avonds laat stond hij in buurthuis D'Evelaer in Heemskerk te midden van 200 feestvierende schaatsvrienden van ijsclub Kees Jongert, de legendarische schaatser die samen met vier (!) andere schaatsenrijders in 1940 zegevierde. De kampioen nipte aan zijn biertje en zei: "Niet slecht hè, voor een jongen die pas op zijn veertiende leerde schaatsen achter een stoel op het beijzelde erf van zijn tante Mie? Er waren bij ons in Heemskerk nu eenmaal geen sloten." Zijn eerste streken maakte hij in de strenge winter van 1979, toen hij fan werd van die andere grote schaatser uit Heemskerk, Jos Niesten.

"Bertje profiteert nog van de zware training die hij van mij en rijders als Jos Pronk en Co Giling overnam. Ik ben nu zelf trainer en als ik met onze schema's aankom, staan de jongens mij raar aan te kijken, maar Bert traint wél op die manier. Daarom spring hij er nu bovenuit", zegt Niesten, die zelf in 1985 derde werd in de door Evert van Benthem gewonnen dertiende Elfstedentocht.

Morgen zal Niesten in gezelschap van Van Benthem en Jos Pronk de toertocht rijden. De grote afwezige in dit gezelschap is Co Giling, de drievoudige marathonkampioen uit de jaren zeventig. Hij vergat enkele jaren geleden zijn contributie op tijd te betalen, waarop hij door de Elfstedenvereniging werd afgevoerd naar het legioen der wanhopigen: het enorme leger schaatsfanaten dat niet mee mag rijden.

In het immense peloton van ruim 16.000 toertochtrijders strijden de 70-jarige Klaas de Groot uit Idaard en George Schweigman uit Leeuwarden om een uniek record. Klaas reed vanaf 1941 alle tochten uit. Met acht Elfstedenkruisjes is hij absoluut recordhouder, maar hij voelt de hete adem van Schweigman in de nek. Dit ex-bestuurslid van de Elfstedenclub veroverde zeven kruisjes. "En alleen maar omdat ik in 1941 net even te jong was om te starten", zei Schweigman onlangs. Beide matadors zijn dezer dagen onbereikbaar. Hun familieleden laten kortaf weten: "Ze zijn er niet. Ze zitten op het ijs."

Ze weten uit hun rijke ervaring precies wat hen te wachten staat. Schweigman en De Groot volbrachten de moordende tochten van 1947 en 1963. "Zo zwaar zal het waarschijnlijk niet worden", zegt dokter Wiemer, "maar een wandeling zoals in 1985 en 1986, toen de temperaturen rond nul graden lagen, wordt het ook niet." Wiemer en zijn EHBO'ers bereiden zich voor op een opvang van talloze rijders met bevriezingsverschijnselen als de bittere kou ook zaterdag heerst.

"Er wordt windkracht vier verwacht bij een temperatuur van min acht", zegt Wiemer. Dat is een gevoelstemperatuur van min 20 tot min 22 graden. Dat zijn zeer zware omstandigheden, te meer daar er veel langer in het donker moet worden gereden dan in de vorige tochten. Dat komt omdat de tocht van zaterdag bijna twee maanden eerder in het seizoen gehouden wordt. Het ijs op het Zwette naar Sneek is gelukkig heel goed. In Sneek hadden we over het algemeen ernstige botbreuken. Nu verwachten we meer koudeletsel, bevriezingen van ogen en huid, gevallen van onderkoeling en psychische uitputtingsverschijnselen."

Hij kan het weten, want in 1963, toen slechts 1 procent van de deelnemers de poolvlakte van Friesland overwon, was hij ook chef van de EHBO in Leeuwarden. "In mijn EHBO-tent lag winnaar Reinier Paping na afloop half bevroren op een massagetafel voor een eerste medisch onderzoek. Koningin Juliana en prinses Beatrix waren de enigen die binnen mochten", zegt Wiemer, "ik vergeet nooit meer de diepe bewondering van de prinses. 'O mijnheer Paping', riep ze, 'wat heb ik een respect voor u!'"

Nu, 33 jaar later, is het hele land opnieuw in de ban van de Elfstedentocht. Maar op 100 meter van het gebouw waar Henk Kroes en zijn mannen onafgebroken vergaderen over ijsdiktes van twintig centimeter, gaat ook het gewone leven door. Een juffrouw van de ANWB droeg een bord naar buiten met daarop een zonovergoten palmenstrand en de tekst: 'Dominicaanse Republiek vanaf ƒ1149, Kaobe Hotel-Cabarete, 9 en 16 dagen, geldig vanaf 3 januari tot 28 maart' Maar er zijn ook mensen die er nu al van dromen binnen deze periode twee Elfstedentochten te schaatsen.