Deze winter nog een tweede keer
Van onze speciale verslaggevers
LEEUWARDEN, vrijdag - "Deze vijftiende Elfstedentocht is voor heel schaatsminnend
Nederland een prachtig Nieuwjaarsgeschenk, maar we houden er nu al rekening
mee dat binnen enkele weken zelfs de zestiende Elfstedentocht zal worden
georganiseerd", meldde gisteren hotelier Jan Thies, de 40-jarige manager
van het Oranje-hotel, van oudsher een verzamelplaats van Elfstedenbestuurders.
Zoiets zou uniek zijn in de bijna 90-jarige geschiedenis van de Elfstedenvereniging.
Alleen in 1929 werden twee tochten gehouden. De officiële tocht werd gewonnen
door de Leeuwarder kolensjouwer Karst Leemburg, van wie na de tocht een
teen wegens bevriezing geamputeerd moest worden die hij jarenlang als een
relikwie op sterk water op zijn schoorsteenmantel had staan.
Enkele weken later organiseerden elf Friese kasteleins de eerste Alternatieve
Elfstedentocht op hetzelfde traject, die onder de naam Tolhuster Tocht,
naar het café waar start en finish waren, de geschiedenis in ging. De Hindelooper
Van der Kooi won deze rit. "De statuten van de Elfstedenvereniging verbieden
een dergelijke unieke maatregel niet", zegt Jan Thies, "en ik heb uit officiële
bron begrepen dat een dergelijk plan bij lang aanhouden van de winter bespreekbaar
is."
Toen hij woensdag door het Elfstedenbestuur in het diepste geheim geïnformeerd
werd over de datum van de vijftiende tocht, annuleerde hij onmiddellijk
zijn vakantie naar het Oostenrijkse wintersportoord Serfaus. Toch kijkt
hij met verlangen uit naar de tocht van zaterdag en speciaal naar zijn grote
favoriet Erik Hulzebosch uit het Overijsselse Gramsbergen. "Het is een oerbeest.
Ik heb het diepste respect voor hem, omdat hij het vermogen heeft zichzelf
in elke wedstrijd helemaal af te maken. Wat een kerel!", zegt Thies.
Een man die al sinds 1954 met de Elfstedenkampioenen omgaat en als geen
ander inzicht heeft in de opmerkelijke fysieke krachten van schaatsend Nederland,
is de 81-jarige dokter Carel Wiemer uit de Friese hoofdstad. De hoogbejaarde
dokter is opnieuw chef van de EHBO-posten in Leeuwarden, waar zo'n 150 mensen
bij betrokken zijn. Hij is zelf in topconditie. Wij vragen hem: 'Hoe is
het mogelijk dat schaatsenrijders zoals de Drent Piet Kleine uit Kerkenveld,
die al 45 jaar is, en de Friezen Yep Kramer uit Oudeschoot en Jan Eise Kromkamp
uit Oldeholtpade op hun leeftijd nog tot de kanshebbers behoren in de Elfstedentocht?'
Dokter Carel Wiemer:"...een gevoelstemperatuur van min 20 tot 22 graden."
Wiemer aarzelt geen seconde en verklaart: "Ze zijn supergetraind. Dat zie
je vooral bij het herstel van letsels. Dat gaat bij hen veel sneller dan
bij gewone mensen. En dan praat ik toch echt over forse letsels." En de
jongere generatie dan, opgegroeid bij de centrale verwarming en de borrelhapjes
bij de buis? Dokter Wiemer: "Ja, ik weet het ook. Een groot deel van de
Nederlandse jeugd leeft buitengewoon ongezond. En dan heb ik het niet eens
over drank en drugs. Maar op Nieuwjaarsdag was ik bij een wedstrijd in Heerenveen
en daar heb ik een geweldige generatie jongeren aan het werk gezien in Thialf.
Die jonge sporters zijn gewoon perfecte lui."
Een man die een beetje tussen de jeugd en de oude stompen in hangt, is Bert
Verduin. De bloemenkweker uit Heemskerk is inmiddels 32 jaar en verkeert
in de vorm van zijn leven. Afgelopen maandag deed hij in zijn kanariegele
pak de hele natie versteld staan. Ruim 735.000 televisiekijkers zagen hem
na een indrukwekkende demonstratie op het ijs van het idyllische Ankeveen
kampioen van Nederland worden over 100 kilometer.
's Avonds laat stond hij in buurthuis D'Evelaer in Heemskerk te midden van
200 feestvierende schaatsvrienden van ijsclub Kees Jongert, de legendarische
schaatser die samen met vier (!) andere schaatsenrijders in 1940 zegevierde.
De kampioen nipte aan zijn biertje en zei: "Niet slecht hè, voor een jongen
die pas op zijn veertiende leerde schaatsen achter een stoel op het beijzelde
erf van zijn tante Mie? Er waren bij ons in Heemskerk nu eenmaal geen sloten."
Zijn eerste streken maakte hij in de strenge winter van 1979, toen hij fan
werd van die andere grote schaatser uit Heemskerk, Jos Niesten.
"Bertje profiteert nog van de zware training die hij van mij en rijders
als Jos Pronk en Co Giling overnam. Ik ben nu zelf trainer en als ik met
onze schema's aankom, staan de jongens mij raar aan te kijken, maar Bert
traint wél op die manier. Daarom spring hij er nu bovenuit", zegt Niesten,
die zelf in 1985 derde werd in de door Evert van Benthem gewonnen dertiende
Elfstedentocht.
Morgen zal Niesten in gezelschap van Van Benthem en Jos Pronk de toertocht
rijden. De grote afwezige in dit gezelschap is Co Giling, de drievoudige
marathonkampioen uit de jaren zeventig. Hij vergat enkele jaren geleden
zijn contributie op tijd te betalen, waarop hij door de Elfstedenvereniging
werd afgevoerd naar het legioen der wanhopigen: het enorme leger schaatsfanaten
dat niet mee mag rijden.
In het immense peloton van ruim 16.000 toertochtrijders strijden de 70-jarige Klaas de Groot uit Idaard en George Schweigman uit Leeuwarden om een uniek record. Klaas reed vanaf
1941 alle tochten uit. Met acht Elfstedenkruisjes is hij absoluut recordhouder,
maar hij voelt de hete adem van Schweigman in de nek. Dit ex-bestuurslid
van de Elfstedenclub veroverde zeven kruisjes. "En alleen maar omdat ik
in 1941 net even te jong was om te starten", zei Schweigman onlangs. Beide
matadors zijn dezer dagen onbereikbaar. Hun familieleden laten kortaf weten:
"Ze zijn er niet. Ze zitten op het ijs."
Ze weten uit hun rijke ervaring precies wat hen te wachten staat. Schweigman
en De Groot volbrachten de moordende tochten van 1947 en 1963. "Zo zwaar
zal het waarschijnlijk niet worden", zegt dokter Wiemer, "maar een wandeling
zoals in 1985 en 1986, toen de temperaturen rond nul graden lagen, wordt
het ook niet." Wiemer en zijn EHBO'ers bereiden zich voor op een opvang
van talloze rijders met bevriezingsverschijnselen als de bittere kou ook
zaterdag heerst.
"Er wordt windkracht vier verwacht bij een temperatuur van min acht", zegt
Wiemer. Dat is een gevoelstemperatuur van min 20 tot min 22 graden. Dat
zijn zeer zware omstandigheden, te meer daar er veel langer in het donker
moet worden gereden dan in de vorige tochten. Dat komt omdat de tocht van
zaterdag bijna twee maanden eerder in het seizoen gehouden wordt. Het ijs
op het Zwette naar Sneek is gelukkig heel goed. In Sneek hadden we over
het algemeen ernstige botbreuken. Nu verwachten we meer koudeletsel, bevriezingen
van ogen en huid, gevallen van onderkoeling en psychische uitputtingsverschijnselen."
Hij kan het weten, want in 1963, toen slechts 1 procent van de deelnemers
de poolvlakte van Friesland overwon, was hij ook chef van de EHBO in Leeuwarden.
"In mijn EHBO-tent lag winnaar Reinier Paping na afloop half bevroren op
een massagetafel voor een eerste medisch onderzoek. Koningin Juliana en
prinses Beatrix waren de enigen die binnen mochten", zegt Wiemer, "ik vergeet
nooit meer de diepe bewondering van de prinses. 'O mijnheer Paping', riep
ze, 'wat heb ik een respect voor u!'"
Nu, 33 jaar later, is het hele land opnieuw in de ban van de Elfstedentocht.
Maar op 100 meter van het gebouw waar Henk Kroes en zijn mannen onafgebroken
vergaderen over ijsdiktes van twintig centimeter, gaat ook het gewone leven
door. Een juffrouw van de ANWB droeg een bord naar buiten met daarop een
zonovergoten palmenstrand en de tekst: 'Dominicaanse Republiek vanaf 1149,
Kaobe Hotel-Cabarete, 9 en 16 dagen, geldig vanaf 3 januari tot 28 maart'
Maar er zijn ook mensen die er nu al van dromen binnen deze periode twee
Elfstedentochten te schaatsen.
|