Jorritsma heft vinger
richting vakbeweging
Minister Jorritsma (Economische Zaken) heft de waarschuwende vinger
richting sommige vakbonden in ons land, die volgens haar nogal de
neiging hebben hun looneisen op te schroeven.
"De vakcentrales FNV en CNV hebben loonmatiging gelukkig nog
steeds hoog in het vaandel staan, maar enkele van hun vakbonden denken
dat de salarissen forser omhoog kunnen", aldus Jorritsma,
reagerend op de Macro Economische Verkenning 1999 (MEV) van het
Centraal Planbureau (CPB).
Er moet worden voorkomen dat de situatie van het begin van de jaren
negentig zich herhaalt, toen aanhoudende stijging van de arbeidskosten
bij een dalende economie resulteerde in een snelle uitholling van de
bedrijfswinsten en een sterke groei van de werkloosheid, aldus
Jorritsma.
Volgens het CPB, dat uitgaat van een dollarkoers in 1999 van 1,95
(zeven cent lager) en een olieprijs van $14,5 ($1 meer), is 1998
voorlopig het laatste jaar met een uitbundige economische groei. Het
bruto binnenlands product (het totaal dat burgers en bedrijven
verdienen) stijgt dit kalenderjaar met 4%, het hoogste percentage sinds
1990.
In 1999 zakt de groei naar zo'n 3%, aldus de CPB-rekenmeesters. Dat
komt door een een tegenvallende uitvoer en een stagnerende vraag van
Nederlandse consumenten. De export krijgt een 'dipje' omdat de gulden
voor veel buitenlandse klanten te duur wordt en de binnenlandse
kooplust wordt geremd doordat de stijging van het gezinsinkomen afneemt.
Overigens wijst het CPB erop dat een economische groei van 3% niet
verontrustend is, maar dat tevens moet worden gerekend op een verdere
vertraging. Daarom is het uitgangspunt van het kabinet van 2,25% per
jaar in de periode 1999-2002 helemaal niet zo gek. "Gelet op de
vele onzekerheden in de wereldeconomie kan de werkelijkheid nog wel
eens somberder uitpakken", waarschuwt het planbureau.
Net als in 1998 zullen de lonen in het bedrijfsleven met zo'n 3% omhoog
gaan, verwacht het CPB, bij een inflatie (geldontwaarding) die daalt
van 2% in 1998 naar 1,75% volgend jaar. Het aantal werkzame personen
met een baan van tenminste 12 uur per week stijgt in 1998 met 179.000
(3%) en in 1999 met 119.000 (1,75%). De werkloosheid neemt af van
355.000 dit jaar tot 330.000 volgend jaar, ofwel 4,75% van de
beroepsbevolking.
Achter deze cijfers gaat volgens het CPB echter één
van de grootste sociaal-economische vraagstukken van de komende jaren
schuil: het oplossen van knelpunten op de arbeidsmarkt. Tegenover
talloze moeilijk vervulbare vacatures in bedrijven staan veel te veel
mensen met een uitkering, aldus het CPB.
Gerichtere scholing en training, betere arbeidsomstandigheden en meer
mogelijkheden voor verlof en kinderopvang moeten de knelpunten
oplossen. En: "Werkgevers moeten minder kieskeurig zijn bij het
aannemen van personeel."
|