De column van 5 juli 1999: Afreageren Column Michael Boogerd: Oelewapper (7 juli 1999)
Het meeste last heb ik van mijn schouder, al kon ik goed remmen. Het schouderkapsel is een beetje opgerekt en strak ingetaped. Ook mijn neus doet nog steeds zeer, maar daar zie je niets aan. Voor de start had ik een beetje een zwaar hoofd en zere tanden. Gelukkig zitten ze nog vast. Ik moet er niet aan denken om met een kunstgebit door het leven te stappen. Door al die schaafwonden is het geen pretje om met een half lamme arm onder de douche te staan. Met ontstekingsremmers wordt deze kwaal bestreden. Het deed me goed dat ik 's nachts toch lekker heb kunnen slapen. Rust kun je in de Tour heel goed gebruiken. Ik leef nu van dag tot dag en heb alweer een klein beetje moraal gekregen. Ondanks het blessureleed zat ik weer lekker op mijn fiets. In de verte zag ik dat McEwen het werk van Den Bakker en Van Bon niet kon afmaken. Jammer. Tot en met de tijdrit van zondag wil ik niet teveel vooruit kijken. Met zeven minuten achterstand is dat zinloos, maar ik ben ervan overtuigd dat de Tour nog niet gedaan is. Bovendien heb ik nog het een en ander goed te maken. Ik wil de mensen in Nederland de komende weken laten zien dat Michael Boogerd voor een stunt kan zorgen zodat zij in de criteriums toch trots op me zullen zijn."
|
|