DEN HAAG - Minister Heinsbroek (Economische Zaken) heeft gisterochtend, kort voor zijn aftreden, de scheepsbouwsector nog een steuntje in de rug gegeven van €60 miljoen.
De Europese scheepsbouw kan steeds moeilijker concurreren met de Zuid-Koreaanse, omdat die profiteert van forse overheidssubsidies. Daarom wil de EU terugkomen op een eerdere afspraak om de sector niet meer financieel te steunen.
Vanaf 1 oktober mogen de lidstaten bepaalde delen van de scheepsbouwsector weer subsidiëren, tenzij de Koreanen voor die tijd met hun concurrentievervalsende praktijken stoppen.
Diverse EU-landen hebben al aangegeven dat ze vanaf 1 oktober de subsidiëring van hun scheepsbouw zullen hervatten.
Werven in die landen verwerken de toegezegde steun (maximaal 6% van de contractsom) in hun prijsonderhandelingen, waardoor de Nederlandse scheepsbouwers orders mislopen. Daardoor zouden er nu al ontslagen vallen.
Een ruime Tweede-Kamermeerderheid wilde daarom dat ook Nederland geld steekt in de sector, waar 30.000 mensen werken. Heinsbroek zei eerder dat hij niet wist waar waar hij het geld vandaan kon halen. De Vereniging Nederlandse Scheepsbouw Industrie (VSNI) vindt het "heel plezierig" dat op korte termijn de problemen zijn opgelost.
Er is echter al weer een nieuw probleem ontstaan, aldus directeur R. Schouten.
Het kabinet heeft de scheepsbouwindustrie €90 miljoen beloofd om de bouw van schepen te helpen financieren. Dit bedrag geeft het ministerie van Economische Zaken niet meer, zo blijkt volgens de VSNI uit de brief. "Op de lange termijn levert dat weer problemen op", aldus Schouten.