door Thomas Erdbrink BAGDAD - Een glorieuze dag voor het Iraakse volk, zo noemde vice-president Azzaz Ibrahim gisteren de herverkiezing van president Saddam Hoessein. Met 100 procent van de stemmen, mag het duidelijk zijn dat het volk achter hem staat, zo vertelde de vice-president gisteren tijdens een speciaal belegde persconferentie in Bagdad.
|
Een vrouw viert in Bagdad de referendumuitslag die een ongekende steun van 100 procent voor Saddam Hoessein laat zien. (Foto: REUTERS)
|
Er zijn echter ook morrende geluiden. Volgens Ibrahim hadden álle 11.454.683 stemgerechtigden hun keuze gemaakt voor Saddam. Niemand had zich van stemming onthouden of was ziek geworden. "De mensen van het land hebben gekozen voor de ster en het baken in de hemel van de natie", vertelde de vice-premier tevreden.
Tijdens een 'spontane' optocht om de overwinning te vieren, klonken er ook andere meningen. "Ik heb voor Saddam gestemd, maar eigenlijk stem ik tegen de Amerikanen", vertelt Hassan Abdelragman (49). Hij staat tussen de gillende vrouwen en dolle kinderen die allemaal een poster van de president ophouden. Waarom hij gekomen is naar de optocht, kan hij niet goed uitleggen.
De hoogleraar zou het goed vinden als er "na de oorlog" oppositiepartijen zouden kunnen worden opgericht. Van Saddam houdt hij niet. "Maar we hebben hem op dit moment nodig. Helaas. Bij verdeeldheid winnen de Amerikanen", meent Abdelragman.
Bang is hij niet om negatief over zijn leider te spreken. "Veel mensen delen mijn mening over hem", zegt Abdelragman. Dat blijkt ook later in een duurdere kledingzaak. Na een gesprek over Iraakse vluchtelingen in Europa fluistert de eigenaar dat het niet zo vreemd is dat ze vertrekken: "Het leven is namelijk heel moeilijk hier", vindt hij. Hij kijkt om zich heen of niemand hem afluistert.
"Niemand houdt van Saddam. Wie zegt van wel liegt dat die barst." Dan stopt hij het gesprek. "Waarom vertel ik dit allemaal? Mijn hele familie kan hiervoor worden opgepakt!" Snel gaat hij weer verder met zijn zaken.
De referendumoverwinning van Saddam Hoessein en de daarbij behorende statistieken staan misschien mooi in de boeken, maar wat er precies in de hoofden van de Irakezen omgaat is niet in percentages uit te drukken.