door Paul Jansen JAKARTA - Met veel tamtam trokken ze twee jaar geleden naar de Molukken, met stille trom keren ze deze maand weer op Java terug. De strijders van Indonesië's gewelddadigste moslimgroepering, Laskar Jihad, hebben onverwacht hun 'heilige oorlog' opgegeven. Volgens waarnemers biedt dat de eilandengroep nieuwe hoop.
|
Jafar Umar Thalib (Foto: REUTERS)
|
Gisteren zette een schip met een eerste groep van 700 militante moslimstrijders en hun familieleden vanuit Ambon koers richting Jakarta. Later deze maand worden naar verwachting de overige leden ingescheept. De terugtrekking van de circa 3000 vechtersbazen van de Molukken volgt daags op het verrassende nieuws van de ontbinding van de beweging. Een besluit waarvan de reden in nevelen blijft gehuld. De komst van Laskar Jihad (Soldaten van de Heilige Oorlog) naar de Molukken zorgde in de zomer van 2000 voor een verheviging van het religieus geweld op de eilandengroep, waar christenen en moslims een jaar eerder slaags waren geraakt.
De leider van de beweging, de in Jemen geboren Jafar Umar Thalib, zond zijn strijders erop uit omdat de moslims bij de gevechten het onderspit zouden delven. Ondanks het vredesakkoord, begin dit jaar, bleven de strijders op de Molukken paraat. Formeel zou daarvoor nu geen noodzaak meer zijn, aldus Laskar Jihad.
Dat de militante beweging zich evenwel niet slechts terugtrekt, maar meteen ook opheft, lijkt een andere oorzaak te hebben. Volgens mediaberichten is de ontbinding het gevolg van geldgebrek. Daarbij wordt naast de gestaakte financiering door een Saoedisch religieus leider op afkalvende steun van bepaalde politici en elementen uit het Indonesische leger gewezen.
Het bloedbad op Bali heeft de beweging evenwel in een ander daglicht geplaatst. Hoewel Laskar Jihad zegt dat het opheffingsbesluit al eerder (op 7 oktober) is genomen en zij iedere band met terroristen gelieerd aan Al-Qaeda ontkent, heeft Laskar-leider Thalib de schijn tegen. Thalib is een Afghanistan-veteraan en geeft toe Osama bin Laden te hebben ontmoet. Niet bepaald een curriculum waarmee machthebbers in Jakarta zich dezer dagen willen associëren.