JAKARTA - Indonesië heeft de jacht geopend op de daders achter de bloedige bomaanslagen op Bali. Gisteren meldden de autoriteiten dat twee Indonesiërs 'intensief worden verhoord'. Op de plaats van de ramp in Kuta hebben rechercheurs, onder wie FBI-agenten, resten van plastic explosieven gevonden. Het zou gaan om het zeer krachtige C-4, een explosief voor militair gebruik.
De identiteit van de twee mannen is niet vrijgegeven. Evenmin heeft de politie hen formeel als verdachten aangemerkt. Het duo bevond zich onder de ruim 50 mensen die aanvankelijk als getuigen van de dubbele aanslag op een discotheek in de Balinese badplaats zijn gehoord, maar nu langer worden vastgehouden. Naar een derde man wordt nog gezocht.
Ook hoopt de politie belangrijke informatie te krijgen van de bewaker van de opgeblazen Sari Club, die de aanslag overleefde. Een andere getuige zag kort voor de ontploffingen een man een witte tas in de buurt van de discotheek plaatsen. Toen hij hem wilde aanspreken, liep deze haastig weg. Indonesië heeft maandag gezegd dat de explosies, waarbij 188 doden vielen en circa 300 gewonden, het werk zijn van Al-Qaeda. Ook de Amerikaanse president George W. Bush heeft verklaard de hand van dit terreurnetwerk van Osama bin Laden in het bloedbad te zien.
De bommen zouden zijn geplaatst door leden van de militante moslimbeweging Jemaah Islamiyah, dat volgens Amerika banden met Al-Qaeda heeft. De leider van de Jemaah Islamiyah, Abu Bakar Bashir, heeft de aantijging met kracht verworpen. Australië heeft gisteren verlangd dat de Jemaah Islamiyah zo snel mogelijk op de terreurlijst van de Verenigde Naties wordt geplaatst. Ook de Britse regering gaat deze beweging verbieden. De tegoeden van de beweging kunnen in dat geval worden bevroren.
Indonesië kent op dit moment geen antiterrorisme wet, hetgeen het oppakken van militante moslims als Bashir onmogelijk maakte. Een andere militante moslimorganisatie, Laskar Jihad, heeft zichzelf in een verrassende actie ontbonden.