NEW YORK - Een stroom negatieve analistenrapporten vlak voor de periode waarin Amerikaanse bedrijven hun derdekwartaalresultaten bekendmaken zette de Dow Jones-index gisteren flink onder druk. Tussentijds werd op 7282,39 een dieptepunt aangetikt. Met een slot van 7286,27 wist de toonaangevende Amerikaanse beursbarometer het verlies maar nauwelijks te beperken tot 215,22 punten (2,9%).
Van de 30 Dow-fondsen eindigden 27 lager en niet meer dan drie hoger. Grootste procentuele dalers waren General Motors (-7,7%) en JP Morgan (-6,9%), grootste stijger Intel (+1,8%).
General Electric (-5,8%) had te lijden van de neerwaartse bijstelling van winst-per-aandeeltaxaties door de analisten van Morgan Stanley. Morgen publiceert GE als één van de eerste Dow-fondsen de resultaten over het derde kwartaal en beleggers leken hun hart gisteren vast te houden.
Fabrikant van huishoudelijke producten en geneesmiddelen Johnson & Johnson (-3,9%) kreeg een neerwaartse bijstelling van een 'sterk koop'-advies om de oren, tot 'kopen'. Volgens analisten van US Bancorp heeft de recente koersstijging van het aandeel de stukken J&J te duur gemaakt. Nog wel inslaan dus, maar niet meer zo enthousiast als een paar weken geleden.
Farmaceut Merck (-0,8%) kreeg eveneens een 'downgrade' voor de kiezen. Van een 'strong buy' werd het advies neerwaarts bijgesteld tot 'market perform' (zeg maar: houden). Merck zou op het punt staan om te waarschuwen voor een tegenvallende winstontwikkeling. Dinsdag nog toonden analisten van Lehman Brothers zich optimistisch over de farmaceutische industrie.
Het was niet alleen maar kommer en kwel. De technologiewaarden deden het redelijk en hielden de verliezen beperkt. De Nasdaq Composite-index leverde 15 punten (1,3%) in op 1114,21. Met name halfgeleiderproducenten waren gevraagd, evenals de toeleveranciers aan die producenten.
Netwerkleverancier Cisco (+7,3%) kon na vijf dagen van aanhoudend verlies eindelijk weer eens bijschrijven. Een opwaarts bijgesteld analistenadvies was daarvan de oorzaak.