ZOLDER - Een echte plaats kan ze het niet in haar leven geven. De tonen van het Wilhelmus, de kleuren van de regenboog; het zal nooit een normaal gevoel worden. Acht wereldtitels heeft Leontien Zijlaard-Van Moorsel inmiddels veroverd, maar daags voor het WK tijdrijden hebben de kriebels haar weer in de greep. Andermaal is de spanning bij 'Tinus' te snijden. Misschien is er nu juist extra druk, omdat Zolder in principe haar laatste mondiale titelstrijd op de weg is.
De snijdende kou wordt in de ochtenduren getrotseerd. Samen met Mirjam Melchers verkent Van Moorsel het 23,3 kilometer lange parcours rond het autocircuit van Zolder. "Jeetje, het leek wel alsof mijn rem vastliep. Bij de viaducten was het asfalt ruw en stond de wind vol op kop. Het liep echt niet. Ik hoop maar dat iedereen dat gevoel heeft", toont de drievoudig olympisch kampioene haar onzekerheid.
"Mwah", wuift Melchers de spanning weg. "Iedereen zal datzelfde gevoel hebben. Wij hoeven echt geen angst te hebben dat onze benen niet goed zijn."
De afgelopen twee jaar liet Van Moorsel het WK op de weg aan zich voorbijgaan. In 2000 liet ze Plouay na de gouden missie in Sydney schieten. Vorig jaar oordeelde ze realistisch dat ze op de zware omloop in Lissabon niets te zoeken had. "Voor een tijdrit heb je nooit een echte graadmeter. Op de WK's in 1998 en 1998 won ik met miniem verschil. In Sydney had ik ruim een halve minuut voorsprong. En onlangs won ik in de Tour Féminin een tijdrit over 31 kilometer. Ik vind dit het mooiste onderdeel van de wielersport. Vooral omdat de voorbereiding zo onmenselijk zwaar is. Wekenlang is het puur een gevecht tegen jezelf. De vorm van de dag is bepalend. Ik weet nu niet of mijn voorbereiding toereikend is. Anderhalve week geleden veroverde ik op de baan de wereldtitel op de drie kilometer achtervolging. Meteen daarna ben ik aan de wegtraining begonnen. Ik hoop dat de tussentijd voldoende is om die combinatie te maken. In Sydney lukte het. Nu heb ik andermaal goede hoop."
|
Leontien Zijlaard-Van Moorsel (Foto: REUTERS)
|
Waar Van Moorsel op een nieuwe wereldtitel gokt, aast Melchers op een podiumplaats. In Lissabon werd de levensgezel van Jean-Paul van Poppel achtste tegen de chronometers, maar het afgelopen seizoen boekte ze forse progressie. In Rotterdam moest ze op het laatste moment de leiding in de Wereldbeker afstaan. "Een week heb gebaald, daarna heb ik de draad opgepakt om me hier te revancheren. Misschien heb ik door die nederlaag wel extra moraal."
Van Moorsel is nog steeds de prima donna van het Nederlandse vrouwenwielrennen. Een boegbeeld waar de rest bij in de schaduw staat. Ondanks haar leidende positie in de UCI-ranking, de tweede plek in de Wereldbeker en de zege in Milaan-Sanremo mist Melchers die waardering. "Ik kan me daar bijzonder kwaad over maken", benadrukt Van Moorsel. "Het verschil in aandacht tussen de mannen en vrouwen is gigantisch. Terwijl er bij tennis, schaatsen en zwemmen wel respect is voor vrouwen. Ik ben te veel een boegbeeld. Ik vrees dat het vrouwenwielrennen in Nederland in een zwart gat valt, wanneer ik na de Olympische Spelen in Athene stop."
Melchers: "Het is knap oneerlijk verdeeld. Nadat ik in de Waalse Pijl als eerste Nederlandse de leiderstrui in de Wereldbeker veroverde, kreeg dat nauwelijks aandacht. Daar ben ik verschrikkelijk kwaad om geworden. Maar wat kan ik eraan doen. Ik besef dat ik die uitschieter op mijn palmares nog mis. De wereldtitel zou het keerpunt kunnen zijn. Daarmee zou ik de waardering definitief afdwingen."
Erkenning die Van Moorsel al jaren geleden heeft afgedwongen. Maar wanneer ze vandaag de strijd tegen de klok verliest, is ze weer ouderwets doodziek. "Al kan ik een nederlaag tegenwoordig makkelijker een plaats geven. Zaterdag is de wegwedstrijd, maar zowel Melchers als ik maken meer kansen in de tijdrit."
Het is haar laatste kans op een wereldtitel tijdrijden. Volgend jaar valt ze immers in deze periode op grote hoogte in Mexico het werelduurrecord aan, terwijl in 2004 na de Zomerspelen in Athene het doek definitief valt. "Natuurlijk heb ik er de afgelopen dagen weleens bij stilgestaan dat dit mijn laatste WK op de weg is. Maar mijn instelling is precies hetzelfde als bij alle voorgaande titelstrijden. In de voorbereiding heb ik geen enkel steekje laten vallen. Nee, als ik verlies, kan ik mezelf andermaal geen verwijt maken. Ik ben nog steeds zo nerveus als toen ik in Japan in 1990 voor het eerst aan de start stond. Wanneer je wilt winnen, is dat ook noodzakelijk."