AMSTERDAM - Scheidend bestuursvoorzitter Cees Smaling van PCM Uitgevers is de afgelopen jaren door sommige journalisten van het eigen concern dikwijls verweten dat hij te veel nadruk zou leggen op financiële resultaten, en absoluut geen liefde heeft voor het krantenvak. "Voldoende geld verdienen is de beste garantie voor werkgelegenheid", bestrijdt hij deze verwijten in een afscheidsinterview op het chique hoofdkantoor van PCM aan de Amsterdamse Herengracht.
|
CEES SMALING ... recessie is venijniger dan ooit ... <\N\N
|
Smaling (57) heeft de afgelopen twaalf jaar als eerste man van PCM - uitgever van Algemeen Dagblad, De Volkskrant Het Parool, NRC Handelsblad en Trouw - een belangrijke rol gespeeld in de vaderlandse dagbladwereld. De topman zegt met genoegen terug te kijken op het uitbrengen van een knock out-bod van €392,5 miljoen op de Nederlandse Dagbladunie (Algemeen Dagblad en NRC Handelsblad), waarmee hij de toenmalige Reed Elsevier-dochter in 1995 voor de neus van collega-uitgevers De Telegraaf en Wegener wegkaapte. Ook roemt hij de overname van boekenuitgever Meulenhoff in 1994. "Sinds 1990 is PCM qua aantal werknemers verdrievoudigd en qua omzet vervijfvoudigd", aldus Smaling, die stelt daarom volgende maand met "een goed gevoel" afscheid te nemen van het bedrijf.
Hij stapt op bij PCM, omdat de grootaandeelhouders Stichting Het Parool (57,4%), Stichting De Volkskrant (5,8%) en Stichting ter Bevordering van de Christelijke Pers (1,8%) te afhoudend staan tegenover het toetreden van nieuwe aandeelhouders. "Als je de basis van PCM verder wilt versterken, zul je overnames moeten doen", legt Smaling uit. "Daarvoor moet linksom of rechtsom meer risicodragend eigen vermogen worden ingebracht. In het openstellen van de onderneming voor nieuwe aandeelhouders worden wel stapjes gezet. De Stichting Het Parool heeft zich bijvoorbeeld bereid verklaard met een minderheidsaandeel genoegen te nemen. Maar naar mijn mening zou dit proces aanzienlijk sneller moeten gaan."
Het stoort Smaling eveneens dat de drie stichtingen allen nadrukkelijk emotioneel greep willen houden op hun eigen krant (respectievelijk Het Parool, De Volkskrant en Trouw). "Daarmee krijg je onzuiverheid. Ze zijn namelijk niet alleen aandeelhouder van PCM, maar hebben ook specifieke interesse in hun specifieke krant. Dat maakt ordentelijk besturen buitengewoon lastig."
De topman heeft ook persoonlijke factoren laten meewegen in zijn besluit om te vertrekken. "Op het moment dat het allemaal te traag gaat, ga je ook kijken hoe je zelf in je vel zit. En dan stel je vast dat het na twaalf jaar wel mooi is geweest. Ook heeft een rol gespeeld dat ik dacht dat het zin zou hebben om bij PCM eens een keer een nieuw gezicht aan het roer te krijgen."
Smaling vertrekt op een moment dat PCM op zijn grondvesten schudt. Bij de met verlies draaiende kranten Trouw en Algemeen Dagblad moeten vele miljoenen worden bezuinigd.
Verder wil de uitgever stoppen met Weekmedia (huis-aan-huis-bladen in Amsterdam en omstreken), Crosspoints (vacaturebladen Carp en On) en dagblad Het Parool. Als de komende weken geen geschikte koper wordt gevonden voor deze drie verlieslijdende activiteiten, dreigen circa 350 werknemers in één klap op straat komen te staan.
De leiding van Het Parool heeft van Smaling tot half november gekregen om met een plan voor verzelfstandiging te komen, dat overigens ook het belang van PCM moet dienen. Hij laat de beslissing over het opheffen of verkopen van de voormalige verzetskrant over aan zijn opvolger Theo Bouwman, die afkomstig is van Sanoma Magazines (de voormalige VNU-publiekstijdschriftentak).
Smaling erkent dat een conflict met Stichting Het Parool kan ontstaan als het PCM-bestuur zou beslissen om Het Parool te liquideren. "Hier ziet u de beste demonstratie van de moeilijke positie van Stichting Het Parool. Enerzijds moet de stichting denken aan het belang van PCM. Anderzijds heeft ze een emotionele band met de krant. Het is allemaal vrij dubbel."
Volgens hem wordt PCM door de kille economische omstandigheden gedwongen de broekriem aan te halen. "De recessie is venijniger dan ooit", stelt Smaling vast. Ook de felle concurrentie van andere media heeft de advertentie-inkomsten van krantenuitgevers als PCM zwaar onder druk gezet. "Een jaar of vijftien geleden waren er drie Nederlandse televisiezenders. Inmiddels zijn dat er negen. Televisie neemt dus een grotere hap uit de advertentiebestedingen. En direct marketing is ook veel geavanceerder geworden dan een paar folders rondbrengen."
Om als bedrijf gezond te blijven, moeten volgens Smaling de financiële resultaten van PCM verbeteren. "De marges van de Nederlandse uitgevers zijn te laag. Zelfs in dit soort barre jaren zouden we een bedrijfsresultaat als percentage van de omzet moeten kunnen halen van zo'n 10%. Momenteel tendeert dat naar 5 à 6%. Dat lijkt nergens op", vindt hij.
"Onze marges moeten serieus omhoog. Want voldoende geld verdienen, is de beste garantie voor werkgelegenheid. Met geld kun je investeren, overnames doen en kansen bieden aan je medewerkers. Dat heeft dus niets te maken met kil winstbejag. Geld verdienen is juist de kurk waar de onderneming op draait."
Na zijn vertrek bij PCM ambieert Smaling geen volledige baan meer. "Ik wil niet meer vijf dagen in de week van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat actief zijn." De vacante positie van bestuursvoorzitter van de Publieke Omroep, voorheen NOS, zal hij dan ook waarschijnlijk aan zich voorbij laten gaan. "Er zijn voldoende politici vrij."