AMSTERDAM - De van kindermoord verdachte Wanda Rikkers (26) blijkt vanuit haar cel 'een vetorecht' te hebben over het wel en wee van haar andere dochter, Rochelle Rikkers (4). Als Rochelles biologische vader Martin Huisman (36) zijn dochtertje vaker wil bezoeken, gaat voogdij-instelling Jeugdzorg eerst bij Wanda Rikkers te rade.
Politie en justitie zien Rikkers en haar vriend Mike J. als de moordenaars van Rochelle's zusje Rowena - het meisje van Nulde. Het duo moet begin november opnieuw voor de rechter verschijnen.
|
Rochelle Rikkers
|
"Het is te gek voor woorden wat Jeugdzorg allemaal uitspookt", zegt Huismans advocaat mr. C. Liefting. "Rikkers wordt met fluwelen handschoentjes aangepakt, terwijl mijn cliënt wordt behandeld als een zware crimineel.
Ondertussen wordt het Martin Huisman aldoor moeilijker gemaakt om zijn dochter Rochelle te bezoeke.
Kleuter Rochelle werd in augustus opgenomen in de jeugdinrichting RMPI in Barendrecht. Terwijl het kind wel twee weekeinden per maand bij de ouders van Wanda Rikkers mag logeren, is Martin Huisman slechts tweemaal per maand onder extreem zware controlemaatregelen een bezoekje van nog geen twee uur in het RMPI toegestaan.
Advocaat Liefting: "Van privacy is dan geen sprake. Vader en kind mogen spelletjes spelen in een klein kamertje dat is voorzien van microfoons en een spiegelwand, waarachter medewerkers hen voortdurend in de gaten houden."
Diverse malen heeft Martin Huisman, in het bijzijn van de Amsterdamse kinderpsychiater professor D. Kohnstamm, de afgelopen weken aan Jeugdzorg om een versoepeling van de bezoekregeling gevraagd. Kohnstamm: "We hebben tijdens die gesprekken praktisch op onze knieën gelegen. Het is onbegrijpelijk dat deze voogdij-instelling zo star is. Als een kindje in een ziekenhuis ligt, mogen ouders er terecht elke dag bij. Martin mag nagenoeg niets. Wat hij ook vraagt, Jeugdzorg wijst hem voortdurend de deur en geeft zelfs geen motivatie. Ik kan er met mijn verstand niet bij."
Ondertussen verwijt de kleine Rochelle zichzelf dat zij niet bij haar vader mag zijn. Kohnstamm: "Dit meisje is pas vier jaar en nog veel te jong om te begrijpen wat haar overkomt. Zij ziet de opname in het RMPI en het feit dat ze niet bij haar vader mag zijn, als een straf. Dat maakt dit alles dubbel triest."
Uit bandopnamen van de weinige telefoongesprekken die Rochelle de afgelopen tijd met haar vader mocht hebben, blijkt het meisje steeds weer in hartverscheurend huilen uit te barsten en haar vader te smeken om bij hem te mogen wonen.
"Ik kan het zo langzamerhand niet meer aan", verklaarde Martin Huisman gisteravond wanhopig tegenover De Telegraaf. "Mijn dochtertje valt geen andere kinderen aan en snijdt zichzelf niet met messen, zoals Jeugdzorg beweert. Het gaat zo goed met haar dat ze elke dag naar een gewone basisschool gaat. Ik begrijp echt niet meer waarom Rochelle nog steeds in die inrichting zit. Mijn kind gaat kapot en ik sta compleet machteloos!"
Diverse schriftelijke verzoeken die advocaat Liefting en professor Kohnstamm bij Jeugdzorg indienden, zijn tot nu toe onbeantwoord gebleven. Ook tegenover deze krant weigerde de voogdij-instelling gisteren ieder commentaar.
Minister Donner van Justitie liet de inspectie Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming vorige maand een onderzoek naar het optreden van Jeugdzorg instellen. Naar verwachting worden de resultaten begin volgende maand openbaar.