en NEW YORK - President George Bush heeft een onderzoekscommissie ingesteld, die moet gaan onderzoeken hoe groot de schade is van de grote havenstaking aan de Amerikaanse westkust voor de nationale economie. Het ingrijpen van Bush is een eerste stap om uit de impasse te komen, die ontstond nadat afgelopen zondag werkgevers en vakbonden in alle 29 grote havens weigerden verder met elkaar te onderhandelen.
|
Nu al meer dan 220 schepen, wachtend om geladen of gelost te worden. (Foto: ANP)
|
Volgens schattingen kost de staking, die inmiddels zijn tiende dag is ingegaan, de Amerikaanse economie tussen de $1 miljard en $2 miljard per dag. De werkgevers, vertegenwoordigd door de Pacific Maritime Association (PCM), hadden president Bush opgeroepen een einde te maken aan de staking van 10.500 dokwerkers, waardoor vrijwel de gehele overzeese handel van en naar de VS is lamgelegd.
De onderzoekscommissie krijgt een week de tijd om de hoogte van de schade te bepalen. Als de onderhandelingen in een impasse blijven, kan president Bush de zogenoemde Taft-Hartley Act uit 1947 van stal halen. Op grond van deze wet kan de regering naar de federale rechtbank stappen.
Indien de rechter van oordeel is dat het nationaal belang wordt geschaad, kan de regering vervolgens het havenpersoneel dwingen weer aan het werk te gaan. Gelijktijdig moet een team van bemiddelaars beide partijen nader tot elkaar brengen. Het Witte Huis stond vorige week nog gereserveerd tegen de gedachte om de ruim 10.000 leden van de International Longshore and Warehouse Union (ILWU) te dwingen het werk weer op te pakken. Nu de schade voor de VS en de Aziatische markt dusdanig groot wordt, nam de afgelopen dagen de druk vanuit het Amerikaanse bedrijfsleven en buitenlandse regeringen op Bush toe.
De grootste havenbond ILWU van de Amerikaanse westkust wordt door de werkgevers ervan beschuldigd hun leden tot stiptheidsacties te hebben opgeroepen, uit angst dat met de aangekondigde efficiencymaatregelen honderden banen op de tocht komen te staan. De werkgevers hebben als reactie op de stiptheidsacties het havenpersoneel de toegang tot de dokken ontzegt en de lonen geblokkeerd.
Inmiddels zijn de 29 havens tussen San Diego en Seattle volledig dichtgeslibd met meer dan 220 grote vrachtschepen die niet worden gelost. Zelfs als de staking vandaag wordt beëindigd, duurt het nog minstens twee maanden voordat de vrachtschepen weer volgens een normaal schema kunnen worden geladen of gelost.
De aanhoudende havensluitingen aan de Amerikaanse westkust bedreigen het economisch herstel in Azie. Al ruim een week kunnen landen als China, Thailand, Japan en Zuid-Korea hun producten nog maar nauwelijks aan de VS kwijt. Schepen liggen vast, voorraden stapelen zich op. Sommige analisten voorspellen zelfs een nieuwe Aziatische recessie. De economische schade wordt thans geraamd op zo'n $1 miljard per dag. Door het vastlopen van de havenonderhandelingen wordt de vrees voor een veel grotere kostenpost bovendien reëel. "Als dit een maand duurt, zijn de gevolgen rampzalig", aldus een econoom van Morgan Stanley in Hongkong, die in dat geval een krimp van de regionale economie voorziet. Door de staking stokt de export van allerhande Aziatische producten naar de VS en het achterland. Daarmee steken de Amerikanen onbedoeld een stok in het wiel van de Aziatische regio, die dit jaar juist dacht op gang te kunnen komen na de groeivertraging in 2001. Export is namelijk de kurk waar het economische herstel op drijft. . Het tijdstip van het uitbreken van het havenconflict had voor menig producent in Azië niet slechter gekund. Met het oog op de Kerstdagen draaien veel fabrikanten op volle toeren. Amerika importeert jaarlijks voor $10 miljard aan speelgoed, dat grotendeels uit Azië komt. Ook de ingevoerde consumentenelektronica (een dikke $11 miljard) komt merendeels uit die regio. Sommige sectoren lijden dubbel pijn, zoals de Japanse auto-industrie. Fabrikanten als Toyota en Nissan hebben werktijdverkorting in hun Amerikaanse fabrieken moeten invoeren door een gebrek aan onderdelen, die in gestrande containers in de havens staan. Tegelijkertijd kunnen de fabrikanten hun auto's die nog wel in Japan worden gemaakt, ook niet meer in de VS kwijt. Er staan inmiddels duizenden auto's van Aziatische producenten op ontscheping te wachten. Andere sectoren varen daarentegen wel bij het havenconflict. Luchtvrachtvervoerders melden een run op hun capaciteit. In Singapore zijn de kosten van luchtvracht in de laatste dagen met maar liefst 70% gestegen.
De Brits/Nederlandse rederij P&O Nedlloyd heeft aan de westkust van Amerika momenteel zo'n tien schepen voor anker liggen. P&O Nedlloyd loopt hierdoor een schade op van tussen de €20.000 en €30.000 per schip per dag.
Volgens de rederij loopt de totale schade in de miljoenen. Iedere dag komt daar een schip bij."