SANTIAGO - Drie weken extra onzekerheid over de koers die Brazilië de komende vier jaar zal varen, ontnam beleggers wereldwijd hun reeds heel beperkte enthousiasme over de perspectieven van het land. De forse marge waarmee afgelopen zondag de linkse presidentskandidaat Luiz Inácio Lula da Silva van de Arbeiderspartij zegevierde over zijn meer gematigde opponent José Serra, die de continuïteit van het huidige economische bestel voorstaat, bleek onvoldoende om een tweede en beslissende verkiezingsronde op 27 oktober overbodig te maken.
De meeste industriëlen, bankiers en beleggers hadden liever meteen een ontknoping van de electorale wedloop gezien.
Op de effectenbeurs van Sao Paulo moesten de aandelen gisteren gemiddeld 3,6% van hun waarde inleveren terwijl de koers van reeds lang sukkelende real nog eens 2,6% daalde. In het buitenland noteerden Braziliaanse staatsobligaties een lichte stijging naar iets meer dan 54 dollar per honderd dollar nominale waarde. Beleggers putten enige moed uit het enigszins beter dan verwachte stembusresultaat voor regeringskandidaat José Serra.
De meeste marktanalisten in Brazilië en daarbuiten concluderen evenwel dat Lula en diens Arbeiderspartij vrijwel zeker kunnen zijn van de eindoverwinning. "We hadden gehoopt reeds nu een aantal ministersbenoemingen te mogen horen van de winnende kandidaat zodat de markt enig idee zou krijgen over welke kant Brazilië op gaat. Nu zal dat nog drie weken op zich laten wachten", aldus Carl Ross van Bear Stearns in New York.
Andere marktkenners wezen erop dat welke kant het ook op gaat in de Braziliaanse politiek, het land voorlopig niet hoeft te rekenen op een grootschalige terugkeer van beleggingskapitalen gezien de scheefgroei tussen deviezeninkomsten en betalingverplichtingen.
Brazilië moet dit jaar nog 17 miljard dollar aan rente en aflossingen betalen terwijl het land in 2003 maandelijks gemiddeld vijf miljard dollar aan deviezen moet overmaken aan zijn kredietgevers. Brazilië is thans 265 miljard dollar verschuldigd aan zijn kredietbanken.
In een poging beleggers een hart onder de riem te steken en tegelijkertijd het financiële welzijn van Brazilië te verzekeren, liet de regering van de Verenigde Staten de afgelopen dagen met een opmerkelijke stelligheid weten het volste vertrouwen te hebben in de bestuurscapaciteiten van Lula. Allerlei autoriteiten in Washington verklaarden onomwonden uit te zien naar innige samenwerking met de Arbeiderspartij en gaven te verstaan dat zij Brazilië niet zullen laten vallen.
Washington onderkent hiermee het belang van Brazilië voor de wereldeconomie. Een betalingsstop door de Brazilianen zou niet zijn te negeren, zoals eertijds wel mogelijk was toen buurland Argentinië zijn schuldverplichtingen moest verzaken. Een plotselinge escalatie van de crisis in Brazilië zou ook een streep halen door de plannen van president George W. Bush om op korte termijn te komen tot de vorming van een vrijhandelspact tussen de landen van Noord- en Zuid-Amerika.
Tenslotte zou een Braziliaanse schuldencrisis ook het definitieve bankroet betekenen voor het reeds door de pijnlijke gebeurtenissen in Argentinië danig ondermijnde beleid waarmee de Verenigde Staten en het Internationale Monetaire Fonds (IMF) financiële perikelen van landen in opkomst willen bezweren.