DUNAKESZI/DEN HAAG - Tien jaar geleden werd Sandor Nagy (38) al een EU-burger. Zijn broer Ferenc (41) hoopt dat medio 2004 ook te worden. Beiden zijn Hongaar, maar de ene woont in Den Haag en de ander in Dunakeszi bij de Hongaarse hoofdstad Boedapest. Tussen beide broers ligt dezelfde wereld van verschil als die de toekomstige lidstaat Hongarije nog scheidt van de EU.
Sandor Nagy (Foto: De telegraaf)
Voor Ferenc is het allemaal louter een kwestie van economie, maar broer Sandor weet beter. EU-burger zijn is veel meer dan het bevredigen van materiële behoeften. Ook na de toetreding van Hongarije zullen de werelden van Sandor en Ferenc ver uit elkaar blijven liggen. Wie in dit land van lage lonen hetzelfde welvaartspeil als in het Westen wil bereiken, neigt ernaar zich over de kop te werken, zoals Ferenc. Sandor praat uitgebreid over verworvenheden van het Westen, zoals vrijheid van meningsuiting, contact met andere culturen, denkrichtingen en gewoontes, maar Ferenc blijft vrijheid meten in geld.
Het EU-lidmaatschap uit zich in Hongarije vooralsnog in louter consumentisme. Men is nog te veel bezig met een inhaalslag en moet nog ontdekken dat vrijheid ook andere waarden kent. Ferenc en zijn vrouw Katalin praten over de moeilijke eerste jaren na het verdwijnen van het communisme, zonder begrepen te hebben dat ook elders in Europa starters niet meteen - en ook later zelden - een penthouse aan de Herengracht kunnen betrekken.
Ferenc Nagy (Foto: De Telegraaf)
Ook Sandor had het moeilijk. Hij was in Hongarije beroepshandballer en kreeg in 1992 tijdens een trainingskamp in Nederland een plaats in een Haags handbalteam aangeboden. Hij moest wel een baan nemen, want in ons land is handbal een amateursport. Hij werd parketteur en moest eerst de moeizame weg van inburgeren doorlopen. Inmiddels is Sandor, die met zijn vrouw Gaby een eigen parketwinkel in Leiden heeft, flink opgeklommen. Maar hij woont niet, zoals zijn broer, in een half vrijstaand huis van forse afmetingen. Hij woont in een bescheiden bovenhuis in Den Haag.
Naast zijn werk als verkoopleider van een fabriek in elektronica, klust Ferenc er flink bij om zijn naar Hongaarse begrippen hoge levensstandaard op peil te houden. Ook zijn vrouw Katalin heeft een baan. "Ik verdien omgerekend vier euro per uur. Overwerk wordt niet uitbetaald. Sandor verdient met zijn eigen bedrijfje 20 euro per uur. Dat is vijfmaal zoveel. Het enige waarvoor ik leef is werken", zegt hij.
Sandor heeft een somber beeld van de effecten van de toetreding. "De oudere generatie is opgevoed met het waanidee van communisme. Die kunnen niet meer omschakelen, die hebben zich kapot gewerkt en worden afgedankt. Dan is er de generatie van mij en mijn broer, die vecht voor een sociaal beter bestaan, vooral voor een deugdelijk pensioen. En dan de generatie van mijn schoonzus, die 24 jaar is en de vruchten zal plukken. De EU heeft een deling tussen de generaties veroorzaakt. De ouders zijn al afgeschreven, de tussengeneratie werkt zich te pletter om de toekomst van de kinderen veilig te stellen."