AMSTERDAM - De Zeeuwse oester is bezig met een zegetocht in Europa. De Nederlandse lekkernij valt niet alleen in het binnenland steeds meer in de smaak, ook in Italië vindt de oester gretig aftrek ten koste van de Franse oester. Nederland is intussen na Frankrijk de grootste oesterexporteur van de EU.
Nederlandse oesterkwekers verwachten dit seizoen de grootste oogst sinds vijftig jaar. Tussen nu en begin mei volgend jaar zullen zo'n 50 miljoen stuks rijpe oesters uit het water worden gehaald, voornamelijk uit de Oosterschelde.
Die verwachte superoogst (het afgelopen seizoen was met 40 miljoen stuks ook al een record) vloeit voort uit het intensiveren van de kweek en uit steeds 'gewilliger' markten.
Volgens voorzitter C. Sinke van de vereniging van oesterkwekers in Zeeland wordt een groot deel van de verbluffende groei afgezet in eigen land. Vooral in restaurants, supermarkten en vishandels wordt de vraag naar Zeeuwse oesters steeds groter. "De consument is nieuwsgierig geworden naar oesters, nu er al jarenlang te weinig mosselen zijn. De chique oesters zijn tegenwoordig al goedkoper dan mosselen".
Ook in Italië doen zich nieuwe afzetmogelijkheden voor, omdat de Nederlandse oester daar veel marktaandeel aftroggelt van zijn Franse neef.
Volgens oesterkweker en -handelaar Bram Verwijs hebben de Zeeuwse kwekers de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de toekomst van hun bedrijfstak. Dat werpt nu zijn vruchten af.
"Op de Oosterscheldebodem zijn oude oesterpercelen weer in cultuur gebracht. Er zijn veel meer mosselschelpen dan gewoonlijk uitgezaaid om oesterlarven te 'lokken'. En tot slot is er veel meer broed opgevist. Dat maakt een spectaculaire stijging van de productie mogelijk".