De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
za 5 oktober 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Over Geld 
Scorebord 
Autotests 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
---
Kopen 
Speurders 
Koopjesjager 
---
Met Elkaar 
Het De Telegraaf Transferspel
Dating 
Nieuwsquiz 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Lezerservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   B I N N E N L A N D 
BINNENLAND ACTUEEL: NIEUWSPORTAAL
 
  "In de klas zat ik altijd in de 'domme' rij"
   
 

AMSTERDAM - Henny Huisman is nog maar net 51 jaar en nu al heeft hij zijn memoires geschreven! Maar ze zijn het dubbel en dwars waard. In zijn eerste en hopelijk niet zijn laatste boek, 'Zappen met mezelf', dat eind volgende week in de boekhandel zal verschijnen, is Henny zeer openhartig over zijn jeugd, over de moeizame weg naar de top en over twintig jaar lief en leed achter de schermen. Op pagina Privé vandaag en maandag vast een voorproefje.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (284x426, 15kb)
Henny Huisman (Foto: glenn wassenbergh)
Op zijn landgoed, bij Henny Huisman thuis dus, kwamen de onderwerpen voor zijn boek 'Zappen met mezelf' tot stand. Wat betekent dat eigenlijk, thuis bij Henny? Nou, dat is daar waar je kunt kiezen uit drie zonneterrassen, waar de televisieprijzen in grote kasten staan uitgestald en waar ze theedrinken uit Hema-kopjes. Daar waar de koninklijke onderscheiding van de heer des huizes gewoon in de wc hangt, in een goudkleurige lijst.

Daar waar ze tussen de middag soep eten. Zonder ballen, want ze zijn allemaal vegetarisch. Daar waar de Rolls Royce werkloos in de garage staat te wachten op een trouwerijtje in de familie en waar ze van de week met z'n allen hebben getreurd om de dood van hun dertien jaar oude varken Freek. In dat paradijsje broedt het kijkcijferkanon van de afgelopen jaren op zijn programma-ideeën, terwijl zijn vrouw Lia in de stallen werkt.

Een ogenschijnlijk gewoon gezin dus. Zo beschouwt hij het in ieder geval zelf wel. "Ach ja", zo beschrijft Henny in zijn boek, "misschien heb ik wel een ingewikkeld karakter. Altijd op zoek. Steeds wat anders willen. Mijn ouders verwijten mij soms dat ik ontevreden ben. Dan wijzen ze me erop dat ik zo'n leuk gezin heb, dat we allemaal gezond zijn, dat we prachtig wonen. En dat ik toch zeker de loopbaan heb waarvan ik altijd heb gedroomd. Alles wat ze zeggen is waar. Maar het is geen ontevredenheid, het is onrust."

"Vanuit die onrust is het allemaal ontstaan. Ik moest zo nodig. Ik voelde me anders dan de rest, ik wilde opvallen. De drang om anderen uit te leggen wie ik ben en wat ik voel, is nooit verdwenen. Maar nog altijd heb ik het gevoel dat mensen me niet helemaal doorgronden. Misschien is dat omdat ik niet altijd alles van mezelf blootgeef, misschien ook omdat de buitenwereld aan anderhalf uur televisie genoeg denkt te hebben om een oordeel over me te vellen. Het gekke van mijn werk is dat miljoenen mensen weten wie je bent, zonder dat je het gevoel heb dat ze je écht kennen of grijpen."

Overdrijven

Natuurlijk kent de familie Huisman hem het beste. "Ik kom uit een hecht gezin, ben de middelste van drie kinderen. We woonden in een gewone buurt in Zaandam. Mijn vader werkte bij een verffabriek in de stad, mijn moeder stond in een kledingwinkel. Zij is een type dat graag onder de mensen is, iemand met wie je snel contact hebt. Op dat gebied is ze een voorbeeld voor me geweest. Ze kan de aandacht geven, ze kan de aandacht van anderen vasthouden, ze kan een verhaal vertellen. Ze heeft lef. En ze kan ook heerlijk overdrijven. Ik heb dat ook. Vraag mij hoeveel aanmeldingen er binnenkwamen voor de Soundmixshow, en ik zeg dan 80.000. Terwijl het misschien wel ophield bij 70.000.

Mijn vader is anders. Veel bescheidener. Veel minder ondernemend. Zijn uitspattingen gingen zelden verder dan het maken van een gedicht voor mijn moeders verjaardag. Maar dat deed hij dan wel met de mooiste letters die hij in huis had, want hij kan heel sierlijk schrijven. Een lieve man hoor, maar vooral eentje van huisje, boompje, beestje. Hij heeft ook keurig 40 jaar hetzelfde baantje gehad. Niks op tegen natuurlijk, maar geen vader over wie je bij vrienden kunt opscheppen. Daarom vind ik het een beetje komisch dat hij nu wel over mij aan het opscheppen is. Want hij vindt het maar wat mooi om de vader van Henny Huisman te zijn. In het verzorgingshuis waar hij nu woont, heeft hij daar nu best een beetje succes mee. Eigenlijk is hij een heel gewone, grijze baas. Iemand die netjes doet wat de omgeving van hem verwacht. Als ik me weer eens heel beleefd opstel en me als een burgerlul gedraag omdat ik niemand wil teleurstellen, weet ik precies waar dat vandaan komt."

Bij Henny thuis speelden tradities een grote rol. "Verjaardagen, sinterklaas, moederdag, verjaardag, we vierden het allemaal. We waren katholiek, maar niet streng. Toch had ik wel een band met het geloof. Een kapelaan kwam nog een keer bij ons thuis om te vragen of kleine Henny geen priester wilde worden. Dat was niks voor mij. Eigenlijk denk ik dat ik toen al een kritische gelovige was. Want ik heb altijd gevonden dat het uiterlijke vertoon van de katholieke kerk niet bij de boodschap past. Als ik denk aan al die dure gebouwen, die glimmende bekers en die opgedirkte aankleding, vraag ik me af wat dat nou met de boodschap van Jezus te maken heeft. De zoon van God probeerde de mensen er toch op te wijzen dat ze er voor elkaar waren, om voor elkaar te zorgen? Als ik die poppenkast in de kerken en die ruzies om het geloof nu bekijk, denk ik dat we een heel eind van dat verhaal zijn afgedwaald. Want wat hadden ze toch een hoop hongerige mensen te eten kunnen geven, denk ik dan."

Het belangrijkste geloof dat Henny van thuis overhield, was het geloof in zichzelf. "Op zichzelf was dat een wondertje, want er was weinig dat als fundament kon dienen voor mijn zelfvertrouwen. In de klas zat ik altijd in de 'domme rij'. En met gym was ik ook geen uitblinker. Met mijn hoogtevrees durfde ik de touwen niet in en ik kon niet eens een koprol maken. En toen ik het een keer probeerde, bleef er een vette vlek op de mat van de gymzaal achter. Dat was van de brillcream die ik in mijn haar had gesmeerd in een poging om er goed uit te zien. Het spul glinsterde zo, dat ze me op school al gauw de 'glimworm' noemden. Bij klasgenoten had ik wél succes met spreekbeurten en op feestavonden. Zodra er toneelstukken opgevoerd moesten worden of er viel met muziek wat te doen, stond ik vooraan. Ik was elf toen ik voor het eerst met een gitaargroepje optrad. Dat ene optreden is me beter bijgebleven dan al het andere van zes jaar lagere school."

"Na de zesde klas zat ik nog drie jaar op de vglo in Krommenie; het voortgezet lager onderwijs, zo heette dat toen. Ik heb er niet veel opgestoken. Het was er vooral gezellig. Toen ik vijftien was, vond ik dat ik wel genoeg had geleerd. Ik wilde een baantje, een inkomen. Zo belandde ik achter de toonbank van een ijzerwarenzaak. Dat hield ik een jaar vol. Het paste niet bij me. Op mijn zestiende kwam ik bij een platenzaak terecht. Daar bloeide ik op. In mijn vrije tijd stond ik als diskjockey achter een platentafel."

Maar dat was niet genoeg. Henny wilde meer. Veel meer. De zoon van pa en ma Huisman, behept met een enorme prestatiedrang, moest en zou beroemd worden, en hoe lang hij daar ook voor zou moeten vechten en hoe diep hij daarvoor ook zou moeten buigen, het zou hem lukken. Op een dag...

H



 

zoek naar gerelateerde artikelen


za 5 oktober 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.