BRUSSEL - Het Europarlement (EP) wil een einde maken aan constructies waarbij in sommige Europese landen families de volledige controle behouden over de bedrijven die ze zelf hebben gesticht, maar waarin ze niet langer een meerderheidsbelang hebben. Via dit zogeheten meervoudig stemrecht controleert bijvoorbeeld de Zweedse familie Wallenberg grote delen van de Zweedse industrie, inclusief telecombedrijf Ericsson. In Frankrijk geldt hetzelfde voor de familie Peugeot wat betreft de auto-industrie.
De actie van de europarlementariërs komt na nadere bestudering van de voorstellen van eurocommissaris Bolkestein (Interne Markt) om te komen tot vrijere overnamerichtlijnen binnen de EU. Bolkestein presenteerde deze week een reeks voorstellen om verschillende ongewenste beschermingsconstructies aan te pakken, maar het meervoudig stemrecht liet hij ongemoeid, omdat dan geraakt zou worden aan privé-eigendom van families. Onteigening daarvan zou niet passen binnen de Europese wetgeving. Maar het EP constateert daarmee wel een ongelijkheid tussen de lidstaten, omdat bedrijven in het ene land veel meer beschermingsmuren kunnen opbouwen dan in andere landen. En dat bestrijdt het EP.
Het Duitse EP-lid Lehne, de rapporteur over het onderwerp overnamerichtlijnen, vindt de redenering van Bolkestein dat onteigening niet zou kunnen, onzin. Volgens hem is dat helemaal geen onderwerp. "Wij hebben in Duitsland in 1998 het meervoudig stemrecht afgeschaft. Daar is toen geen discussie gevoerd over onteigening." Volgens de Duitse christen-democraat verschuilt Bolkestein zich achter juridische argumenten en is hij bang voor oppositie van Zweden en Frankrijk in de Europese ministerraad.
Lehne gaat ervan uit dat hij een ruime meerderheid van het EP kan mobiliseren om de macht van de familie-aandeelhouders te breken. In dat geval moet Bolkestein weer met een nieuw voorstel komen en dan nog is het de vraag of de Europese ministers er dan mee kunnen leven. Bolkesteins voorstellen zijn toch al zo omstreden dat hij niet eens unanimiteit in de Europese Commissie haalde. De eurocommissarissen uit Frankrijk en Duitsland stemden tegen. Beide landen zijn beducht dat de nationale industrie een prooi wordt van Amerikaanse opkopers.