SANTIAGO - Beleggers en industriëlen doen alsof Brazilië een ramp van de eerste orde wacht, wanneer de kiezers zondag hun stem geven aan een linkse presidentskandidaat die amper de lagere school heeft afgemaakt. De meeste economen voorspellen zwaar weer als Luis Inácio 'Lula' da Silva, lijsttrekker van de Arbeiderspartij (PT) er na drie vergeefse pogingen in mocht slagen het presidentschap van Zuid-Amerika's grootste land te veroveren.
|
Presidentskandidaat Luiz Inacio Lula da Silva. (Foto: REUTERS)
|
De kiezers echter zien in Lula geen bedreiging voor de economische stabiliteit, maar een leider die misschien kan breken met de politieke sleur, opgelegd door een generatie weinig begenadigde bestuurders. Lula is anders. Lula is een aanhouder. Al sinds het midden van de jaren tachtig staat deze ex-machinebankwerker kandidaat bij elke presidentsverkiezing.
Aanvankelijk moesten de kiezers niets hebben van de PT-aanvoerder vanwege zijn nogal extreem linkse gedachtegoed. In het verleden pleitte Lula voor het niet betalen van de buitenlandse schuld, het verbieden van grootgrondbezit, het nationaliseren van banken en het heenzenden van multinationals. Privatiseren en dereguleren - de modewoorden van de jaren negentig - waren hem een gruwel.
Tegenwoordig pleit hij voor een meer rechtvaardige verdeling van de welvaart. Banken en bedrijven van over de grens mogen in Brazilië, wat de PT-lijsttrekker betreft, hun gang blijven gaan zolang zij zich aan de regels houden en een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het land.
Wat de kiezer zeer aanspreekt is dat Lula staat voor soberheid. Tijdens campagnebijeenkomsten hoefde hij niet te schreeuwen dat hij de corruptie en het machtsmisbruik hard zal gaan aanpakken, want geen Braziliaan die er aan twijfelt dat Lula de bezem zal halen door het regeringscentrum in de hoofdstad Brasília.
De opiniepeilingen van de laatste weken zijn unaniem in hun voorspelling dat de Arbeiderspartij zondag de presidentsverkiezing zal winnen. Het enige waar het nog om spant is of Lula de electorale wedloop kan beslechten in één enkele verkiezingsronde of een fractie minder stemmen krijgt dan de helft plus één, hetgeen een tweede en beslissende stemronde zou vergen.
Dat laatste is waarop José Serra gokt, de kandidaat die president Fernando Henrique Cardoso had aangewezen als zijn opvolger. Deze ex-minister van Volksgezondheid probeert zijn enorme achterstand in te lopen door de kiezers te waarschuwen voor de talloze verschrikkingen die zij over zichzelf zouden afroepen als Lula president wordt. Volgens Serra wacht Brazilië dan vier catastrofale jaren. Alleen hij - José Serra - kan dat voorkomen door het economische beleid voort te zetten van de regering-Cardoso. Weliswaar slaagde president Cardoso er in de torenhoge inflatie aan banden te leggen en enige economische groei te forceren, maar tijdens zijn tweede ambtstermijn ging het weer snel bergafwaarts.
Brazilië gaat gebukt onder een angstaanjagend hoge staatsschuld van zo'n 265 miljard euro. De beperkte welvaartstoename die de regering-Cardoso wist te bewerkstelligen kwam opnieuw ten goede aan de allerrijksten van het land. Dat Lula de zucht naar verandering belichaamt staat buiten kijf, maar of hij de rammelende Braziliaanse economie weer op orde kan krijgen is een tweede. De Arbeiderspartij zal in het nieuw te kiezen parlement waarschijnlijk slechts 90 van de 525 zetels bemachtigen. Brede meerderheidscoalities lijken niet in het verschiet te liggen hetgeen een regering-Lula minder slagvaardig maakt.