door Joost de Haas AMSTERDAM - Gretta Duisenberg ligt zwaar onder vuur. De echtgenote van Wim Duisenberg, president van de Europese Centrale Bank, hangt een strafklacht boven het hoofd wegens belediging en discriminatie van joden. Advocaat A. Moszkowicz doet vandaag namens enkele leden van de joodse gemeenschap aangifte tegen mevrouw Duisenberg.
Aanleiding voor de strafklacht is een uitspraak die Gretta Duisenberg deed in een radio-interview, afgelopen maandag bij de AVRO. Zij werd aan het woord gelaten over haar pro-Palestijnse actie 'Stop de bezetting'.
Op de vraag hoeveel handtekeningen zij voor een petitie tegen de joodse staat hoopt te vergaren, antwoordde zij na enig nadenken met de uitroep: "Zes miljoen!" Daarop barstte mevrouw Duisenberg in lachen uit. Binnen de joodse gemeenschap is geschokt gereageerd, omdat in de Tweede Wereldoorlog door de nazi's immers zes miljoen joden zijn vermoord.
Mr. Moszkowicz richt zich vandaag tot de hoofdofficier van justitie in Amsterdam met het verzoek mevrouw Duisenberg te vervolgen wegens belediging en het aanzetten tot discriminatie van een groep mensen op grond van hun ras. Dat heeft Moszkowicz gisteravond tegenover deze krant bevestigd.
Gretta Duisenberg is verder in de problemen gekomen omdat haar actiegroep zonder toestemming de namen heeft gebruikt van couturier Visser en architect Dam bij een advertentie in De Volkskrant. Het ging om steunbetuigingen van bekende Nederlanders voor de acties van Duisenberg tegen Israël.
Op de lijst stond ook tv-producent Harry de Winter. Hij blijkt evenmin toestemming te hebben gegeven, maar zegt wel achter Duisenberg te staan.
Visser en Dam dreigden met juridische stappen. Modekoning Visser, bij wie Gretta Duisenberg een goede klant is, wil niets met haar actiegroep te maken hebben. Zijn naam is inmiddels verwijderd van de website van de groep. Architect Dam eist in een boze brief rectificatie en heeft nog niets van de organisatie vernomen.
Namens 'Stop de bezetting' laat secretaris-penningmeester Karel van Broekhoven weten niet op de hoogte te zijn van de bezwaren.