VOORBURG - De Nederlandse beursfondsen hebben de laatste twee jaar niet minder dan ruim €410 miljard van hun waarde verloren. Dat is het gevolg van de daling van de aandelenkoersen met gemiddeld 57% sinds ze op 4 september 2000 het hoogste punt uit de geschiedenis bereikten.
Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het derde kwartaal van 2002 was voor beleggers in Nederlandse aandelen met een gemiddeld koersverlies van 31,8% het slechtste kwartaal sinds de Tweede Wereldoorlog. In het tweede kwartaal waren de aandelen al met 15,6% onderuit gegaan. Het vorige recordverlies dateerde van de beurskrach in het laatste kwartaal van 1987, toen de koersen gemiddeld met 30,8% kelderden.
De Amsterdamse beurs doet het met deze koersdalingen veel slechter dan het wereldgemiddelde. Het totale rendement op Nederlandse aandelen, inclusief het uitgekeerde dividend, kwam in het derde kwartaal van dit jaar uit op een min van 31%. De wereldherbeleggingsindex MSCI beperkte het verlies tot ruim 18%. Dat verschil kan voor een deel worden verklaard uit het grotere gewicht van de financiële instellingen op de aandelenmarkt in Nederland. Want juist de banken en verzekeraars behoorden in het derde kwartaal van 2002 tot de grote verliezers.
In alle sectoren waren er verliezen, maar die liepen nogal uiteen. In de sector transport, opslag en communicatie bleven de verliezen beperkt tot 7%, maar de kapitaalgoederenindustrie kreeg een klap van bijna 49% te verwerken. De financiële instellingen deden het met een achteruitgang van 43% niet veel beter. De bedroevende gang van zaken op de aandelenmarkten leidde tot een vlucht naar veiliger beleggingen, zoals obligaties. Daarop bedroeg het rendement in het derde kwartaal 4%. De vastgoedfondsen boekten een positief rendement van 2,6%.