De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
za 28 september 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Over Geld 
Scorebord 
Autotests 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
---
Kopen 
Speurders 
Koopjesjager 
---
Met Elkaar 
Het De Telegraaf Transferspel
Dating 
Nieuwsquiz 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Lezerservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
SPORT ACTUEEL: NIEUWSPORTAAL
 
  ALESI: De herboren showmaster
   
 

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (512x385, 28kb)
Jean Alesi (Foto: Fotografie Rob de Jong)
ZANDVOORT - Vandaag en morgen is het Circuit Park Zandvoort in bezit genomen door het circus van de Deutsche Tourenwagen Masters, dat de racefans dit jaar een extra attractie voorschotelt met de komst van een artiest die jarenlang kleur gaf aan de Formule 1. Jean Alesi, de 38-jarige Fransman met Siciliaans bloed in de aderen, heet de ster die door Mercedes-Benz onder klaterend applaus werd binnengehaald. De DTM is voor hem geen requiem voor een zwaargewicht geworden, maar de wederopstanding van een coureur in hart en nieren, die ook de harten wist te stelen van iedereen binnen deze prestigieuze toerwagenklasse.

Eigenlijk wil Jean Alesi liever over zijn nieuwe toekomst dan over het verleden praten. Tenslotte is hij naar Zandvoort gekomen om met de Mercedes-Benz CLK-DTM te racen en in het zilveren paleisje van zijn huidige werkgever zit hij aanvankelijk dan ook wat ongemakkelijk op zijn stoel te draaien als de Formule 1 ter sprake wordt gebracht. "Nou, vooruit dan maar", biedt hij aan. Het ijs wordt al snel gebroken wanneer we hem herinneren aan de poster van de legendarische Ferrari-coureur Gilles Villeneuve die hij als jochie boven zijn bed had hangen. Maar Alesi ontdooit helemaal als we dieper in de historie duiken en zijn enige grandprixzege oproepen. Die uitgerekend op het Gilles Villeneuve Circuit in Montreal plaatsvond, met Ferrari en ook nog met het legendarische nummer 27 waarmee de later verongelukte Villeneuve furore maakte.

"Dat was een fantastisch moment", weet hij nog als de dag van gisteren toen hij met tranen in de ogen naar de finishvlag reed. "Maar laat ik je iets vertellen wat nog niemand weet. Er was daar een Belgische journalist die mij een ticket gaf van de race toen Gilles daar (Canada, 1978) zijn eerste Grand Prix won. Hou dat bij je, zei hij voor de race, want dat zal je geluk brengen. Dat heb ik toen gedaan en dat ticket heeft me inderdaad geluk gebracht."

Hoewel hij op vier coureurs na de meeste Grands Prix (201) heeft gereden, is hem dat moment van ultieme glorie nimmer meer gegund. Wel bleef hij een smaakmaker die in zijn eerste Formule 1-jaar zijn visitekaartje afgaf door in Phoenix een adembenemend gevecht te leveren met de fenomenale Ayrton Senna. Toen al werd hij meteen met de vader van Jacques Villeneuve vergeleken.

Dat verraste hem, want zo zegt Alesi: "Als je iemand bewondert, zoals Gilles, wil dat niet zeggen dat je zijn racestijl kunt kopiëren. Daarom was ik verbaasd dat anderen mij met hem vergeleken. Aan de andere kant gaf mij dat wel een trots gevoel, want Gilles was mijn held. Dat heb ik later ook verteld aan zijn zoon, die in het begin van zijn Formule 1-loopbaan toch wel onder druk stond. Ook hij werd met zijn vader vergeleken. Ik heb die druk nooit zo gevoeld. Ik heb Jacques dan ook gezegd zich niet van de wijs te laten brengen. Take it easy, zei ik."

Toen de kleine, grote Gilles in 1982 de dood vond tijdens de Belgische Grand Prix op Zolder was dat een schok voor iedereen en zeker voor de 15-jarige Jean Alesi. "Dat gebeurde in een tijd dat de televisieverslaggeving nog minimaal was. Niks geen reportages op vrijdag en zaterdag. Ik herinner me dat we bij ons thuis pas op zondagmiddag de televisie aanzetten om naar de race te kijken. Maar van Gilles hoorde je het natuurlijk al op het nieuws. Ik was zo diep geschokt dat ik eigenlijk niet meer in racen geïnteresseerd was", weet hij nog.

De afgelopen jaren vervaagde de belangstelling eveneens toen Alesi zich in zijn nadagen niet meer in de Formule 1 thuis voelde. "Ik zal altijd van de Formule 1 blijven houden en wil ook niet negatief overkomen. Ik heb er veel aan te danken gehad en er ook veel plezier aan beleefd", haast hij zich te zeggen, nadat hij kenbaar had gemaakt dat de Formule 1 geëvolueerd is tot een technologie-kampioenschap. "Door de technische ontwikkelingen is de materie zo ingewikkeld geworden dat je het als rijder alleen nog snapt als je ook ingenieur bent. De coureur is naar de achtergrond gedrukt. Ja, ik ken de opmerking van Niki Lauda dat je zelfs een gedresseerde aap in een Formule 1-wagen kunt zetten. Dat is natuurlijk te sterk uitgedrukt, maar het is waar dat de show bij de Formule 1 op de tweede plaats is gekomen. Ik ben blij dat ik afscheid van de Formule 1 heb genomen. Ik voelde er geen emotie meer bij en daarbij kwam dat ik ook niet meer over een goede wagen kon beschikken. Het is mooi geweest."

En toch beklijft de analyse dat zijn resultaten niet evenredig aan zijn talent waren. Hij was bijvoorbeeld één van die zeldzame coureurs die zijn wagen kon laten walsen over het nauwe stratencircuit van Monte Carlo, waar anderen als een magneet door de vangrails worden aangezogen. Zijn bewonderaars vragen zich dan ook nog steeds af hoe zijn carrière zou zijn verlopen als hij in 1991 naar Williams was gegaan waar de successen in aantocht waren, in plaats van naar het toen tobbende Ferrari. In die beschouwing wil Alesi graag de romantische gedachte ontzenuwen dat hij vanwege zijn Italiaanse genen zijn hart had gevolgd.

Gedecideerd: "Onzin. Het klinkt wel mooi dat ik mijn hart en niet mijn verstand heb laten spreken. De werkelijkheid is echter dat ik een voorcontract met Frank Williams had getekend voor de periode van januari tot juni. In die tussentijd werd ik evenwel door Ferrari benaderd. Ik zei: het spijt me maar ik heb al bij Frank een voorcontract getekend. Maar de toenmalige Ferrari-directeur waarschuwde: denk erom, want Williams zit achter Senna aan. Ik heb Frank toen gedwongen om mij als zijn rijder aan te kondigen. Ik wilde dat op de maandag na de Britse Grand Prix op Silverstone (juli 1990) laten gebeuren, maar Frank stelde dat steeds uit; die wachtte op Senna. Dus tekende ik uiteindelijk bij Ferrari. Pas in oktober zei Frank 'no', na bijna dagelijkse gevechten met advocaten. Dat heeft zo vier maanden lang geduurd. Ja, ook dat is Formule 1, veel politiek."

Daar kreeg Alesi uiteraard ook mee te maken bij de Scuderia, die in zijn periode van 1991 tot en met 1995 nog een slangenkuil was en lang niet zo gestroomlijnd als heden ten dage onder leiding van Jean Todt. Uit frustratie neigde Alesi toen nog wel eens met zijn racehelm te smijten. Dat is hem lange tijd niet meer overkomen. Tot hij dit seizoen op Donington weer zijn helm wegsmeet, maar ditmaal van pure vreugde. De Mercedes-ster was zo blij met zijn eerste (en nog enige) overwinning in de DTM dat hij zijn racehelm in het publiek gooide. Een ovatie viel hem ten deel en Alesi genoot, omhelsde, maakte vreugdesprongen en kon zijn geluk niet op. Het was geen schijnvertoning, want Alesi is oprecht als hij zegt: "Ik ben heel gelukkig dat ik na de Formule 1 een mooi alternatief heb gevonden bij Mercedes. Toen Norbert Haug mij vroeg te komen, heb ik gelijk toegestemd. Ik ben geweldig verwelkomd door niet alleen ons team, maar door iedereen binnen de DTM. Ik voel me als herboren en geniet. DTM staat dicht bij de toeschouwers, want voor hun maken we de show. En iedereen mag in het rennerskwartier komen. Ik vind dat prachtig. Zo had ik dat ook in de Formule 1 willen zien in plaats van dat kille gedoe nu. Het maakt mij niet uit hoeveel handtekeningen ik moet uitdelen, want ik hou van contact met de fans. Het enige wat ik jammer vind, is dat ik van de honderd fans die om je heen staan er maar dertig van een handtekening kan voorzien".

Alesi zou het toejuichen als meerdere Formule 1-rijders hem zullen volgen. "Niet omdat zij betere coureurs zijn, maar wel vanwege hun bekendheid. Dat kan DTM alleen maar nog populairder maken", beweert Alesi, die toegeeft dat het besturen en vooral doorgronden van de CLK lastiger is dan op het oog lijkt. "Het is nog zo dat ik in de Formule 1 een veel betere controle over de auto had dan nu in de DTM. Dat is ook geen wonder als je dertien jaar Formule 1 hebt gereden en nog maar acht DTM-races. Mij ontbreekt nog de ervaring om de potentie van de wagen optimaal om te zetten in snelle tijden, en dat over een geheel raceweekeinde. Ik weet niet hoeveel ronden de andere DTM-coureurs hebben gereden op bijvoorbeeld de Norisring, terwijl ik daar voor het eerst kwam. Dat geldt ook voor Zandvoort, waar ik nooit eerder heb gereden. Ik rij in de DTM ook liever op circuits die ik niet ken, want dan zit er ook geen Formule 1-kennis in je achterhoofd. Op circuits waar ik wel eens heb gereden is dat in de DTM soms eerder een nadeel om je rijstijl aan te passen."

Dat hij volgend jaar weer van de partij is staat voor de sympathieke coureur vast. Leeftijd lijkt bij hem geen rol te spelen. Of toch wel? Zijn vorige huwelijk met Laurence, waaruit dochter Charlotte ontsproten werd, liep spaak omdat hij niet de verantwoordelijkheid van een kind wilde dragen zolang hij nog racet. "Dat heb ik Laurence verteld. Elke seconde riskeer ik mijn leven in een racewagen. Dan zou het van mij onverantwoordelijk zijn om kinderen te hebben", luidde toentertijd zijn verklaring. Wat heeft hem dan bewogen dat standpunt te verlaten door met de mooie Japanse Kumiko Goto te huwen die hem dochter Elena en zoon Giuliano schonk? Kort maar krachtig zegt Jean: "Dat is de leeftijd!"




 

zoek naar gerelateerde artikelen


za 28 september 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.