UTRECHT - Ook al houdt de consument voor zichzelf de hand op de knip, op een leuk cadeautje voor een ander wordt nog altijd niet echt beknibbeld. Zie daar de verklaring voor de aanhoudend snelle groei van Oil & Vinegar - de franchiseformule van olijfolie- en azijnwinkels - ook in tijden dat het economisch even tegenzit.

JOHN BLOGG en MARISKA DEELEN ... liever culinair cadeau dan weer bosje bloemen ...

'Culinaire cadeaushops' noemen directeuren-grootaandeelhouders John Blogg en Femke Stevens hun 22 winkels verspreid over Nederland, België (1) en Schotland (1). In de tien minuten die een klant gemiddeld binnen is, geeft hij al snel een slordige €13 uit. "Soms ben ik bang voor de snelheid waarmee we groeien." Het idee werd geboren tijdens een etentje voor de buren, blikt John Blogg terug. Tien stellen kwamen aanzetten met negen flessen wijn en één bosje bloemen. "Omdat ik de meeste mensen had uitgenodigd", zegt Blogg. Had zijn vrouw dat gedaan, dan waren het waarschijnlijk negen bossen bloemen geweest en één fles wijn.

Wat Blogg maar wil zeggen, is dat Nederlanders, waar het om cadeautjes gaat, niet zo verschrikkelijk veel keuze hebben. Met 27 verschillende olijfolies en azijnen en aanverwante zaken als schenkkannen, bestek en schaaltjes willen Blogg en Stevens een culinair alternatief bieden. Wat je geeft, kun je proeven in de winkel, zodat een boodschap doen ook een beetje een belevenis wordt.

Die belevenis onderscheidt Oil & Vinegar van een willekeurige supermarkt, waar je tegenwoordig ook terecht kunt voor een uitgebreid assortiment olijfolie en azijn. "Niemand doet met plezier zijn dagelijkse boodschappen. Bij ons blijven mensen relatief lang in de winkel (tien minuten, red.) omdat er veel te zien en vooral ook te proeven is. Het personeel is daarnaast jong en enthousiast. Funshoppen wil ik het niet noemen, maar lekker en leuk is het wel."

De eerste winkels gingen in september 1999 open, in Amstelveen en Breda. Vorige week opende het 23e filiaal. In het buitenland worden inmiddels ook de eerste stappen gezet. In Mechelen (België) en Glasgow (Schotland) zijn al twee zaken open en in november staan Keulen (Duitsland) en Göteborg (Zweden) op de rol. Eind dit jaar hopen Blogg en Stevens dan 39 winkels draaiende te hebben.

Het zijn franchisers die de vestigingen exploiteren. Dat is deels uit nood geboren - om het snelle groeitempo vast te kunnen houden - deels een bewuste keuze. "In een winkel als deze wil je graag met de baas kunnen praten over welke olijfolie of azijn je nu het beste kunt kopen. In een kledingwinkel hoeft dat niet. Daar wil je gewoon dat rode truitje in maatje 40." Persoonlijke aandacht is onderdeel van de winkelervaring, aldus Blogg.

Mariska Deelen is franchisenemer in Utrecht. In het centrum van de stad is ze bijna een jaar actief en het gaat boven verwachting goed, zegt ze. Dat geldt voor de meeste winkels, stelt Blogg. Uit een weekoverzicht blijkt dat het gros boven budget presteert en imposante omzetstijgingen laat zien. "Toenames van 90, 100% jaar op jaar, zijn geen uitzondering." In totaal verwacht Oil & Vinegar dit jaar een omzet van een slordige €7 miljoen.

In totaal staken Blogg en Stevens - met behulp van vrienden en 'een beetje van de bank' - zo'n €450.000 in de franchise-formule. Nu de grootste investeringen achter de rug zijn, is op 1 juli van dit jaar het punt bereikt waarop er geld terugverdiend wordt. "Ik weet nog goed hoe we op de eerste zaterdag een winkelomzet draaiden van €1680. Wat waren we blij. Nu draaien we zo'n omzet op een maandag. Op een gemiddelde zaterdag komt er per winkel zo'n €8.000 binnen."

Groei in de toekomst wordt beperkt door een Nederlands gezegde, aldus Blogg: Rustig aan, dan breekt het lijntje niet. "Soms ben ik bang voor de snelheid waarmee we groeien." Blogg en Stevens trappen dan ook af en toe op de rem om de groei beheersbaar te houden. Een ander Nederlands gezegde doet beide ondernemers juist nú internationaliseren: "Je moet het ijzer smeden wanneer het heet is." En heet is het, weet Blogg.

zoek naar gerelateerde artikelen

za 28 september 2002