APELDOORN - Pensioenfondsen moeten binnenkort aan veel strengere eisen voldoen. De Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) heeft de koepelorganisaties van de pensioenfondsen een brandbrief (zij spreekt zelf over een discussiestuk) gestuurd waarin wordt aangedrongen op vergroting van hun reserves.
|
(Foto: ANP)
|
Tevens hebben zij te horen gekregen dat toezichthouder PVK vaker en sneller op de hoogte wil worden gesteld over hun positie. Dreigen fondsen in de gevarenzone te komen, doordat bijvoorbeeld hun dekking onvoldoende wordt om aan hun verplichtingen te kunnen voldoen, dan moeten ze de PVK daarvan onmiddellijk op de hoogte stellen.
Voldoen ze niet aan de strengere eisen van de pensioenwaakhond, dan volgt een dwangsom, zo wil de PVK. In de loop van volgende week krijgen de pensioenfondsen een gedetailleerde brief met de nieuwe eisen van de toezichthouder in de bus.
Door de vrije val van de koersen op de effectenbeurs is de financiële positie van een toenemend aantal pensioenfondsen steeds meer in gevaar gekomen. Hun dekkingsgraad (het vermogen, uitgedrukt in een percentage ten opzichte van de toekomstige verplichtingen) kwam bij een aantal fondsen zelfs onder de 100%, waarmee de aanspraken van pensioenklanten groter werden dan er op dat moment in kas was. Doorgaans wordt een dekkingsgraad van boven de 120% als 'gezond' beschouwd. Tijdelijke uitschieters naar beneden vindt men echter niet verontrustend.
Nu door de sluipende beurskrach eigenlijk niet meer van een tijdelijke uitschieter kan worden gesproken, maar veel meer van een structurele wijziging, is de PVK met zijn brandbrief gekomen.
Want naast de dekkingsgraad van de pensioenfondsen stelt de PVK ook eisen aan de 'buffer', de extra reserve om onverwachte klappen op te vangen. Die buffer, zeg maar het extra vet op de botten, kan van fonds tot fonds variëren. Hoe meer er in aandelen is belegd (risicovol kapitaal), hoe groter doorgaans de buffer moet zijn om sterke koersdalingen op te kunnen vangen. Bij elk fonds is dus sprake van maatwerk bij de eisen voor de buffer. Maar ook bij beleggingen in obligaties wil de PVK een buffer zien om het effect van inflatie- en rentestijgingen op te vangen.
Sinds enkele jaren hebben pensioenfondsen de mogelijkheid om een aanzienlijk groter deel van de pensioenpremies in aandelen te beleggen. Dat leek een gouden greep, want dankzij de steeds verder oplopende beurskoersen waren dekkingspercentages van boven de 150% geen uitzondering. Totdat de koersen onder aanvoering van de technologie- en telecomaandelen begonnen in te zakken. Toen bleef er van de fraaie dekkingspercentages nog maar weinig over. Tegenwoordig is door de pensioenfondsen gemiddeld nog zo'n 40% in aandelen belegd.
In juli al maakte de PVK bekend dat 200 van de bijna 1000 pensioenfondsen die ons land telt zich door het slechte beursklimaat in de gevarenzone, dat wil zeggen onder de 110% dekking, bevonden. Enkele tientallen zaten zelfs onder de 100%. PVK-voorzitter Dirk Witteveen kondigde toen aan het risicobeheer van de pensioenfondsen strenger te gaan controleren. Ook zou er sneller worden opgetreden als de PVK zag dat het daarbij mis zou gaan. "Voorheen duurde dat vier à vijf jaar, dat wordt korter", zei hij toen. Inmiddels is de situatie bij veel fondsen alleen maar slechter geworden met een AEX-index, die eerder deze week door de grens van 300 punten dook.
P. Borgdorff, directeur van de Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen (VB), wilde gisteren niet nader ingaan op de inhoud van de brief van de PVK. "Het is een conceptcirculaire, waarover we nog moeten overleggen met de toezichthouder en onze achterban." Ook de pensioenwaakhond zelf wil niets zeggen over het schrijven.
Verkoop van aandelen zou een optie kunnen zijn voor versterking van de reserves. Maar dat zet de koersen op de beurs nog verder onder druk. Een andere optie is verhoging van de pensioenpremies. Maar de PVK-voorzitter waarschuwde er eerder dit jaar al voor dat ongebreideld premies verhogen géén optie voor pensioenfondsen is om uit de dreigende problemen te raken. Hogere premies leiden meestal tot hogere looneisen, waardoor uiteindelijk de toekomstige pensioenverplichtingen worden vergroot. Bovendien zijn de pensioenfondsen ook niet gebaat bij een verslechtering van de concurrentiepositie. "Het is kortom een buitengewoon lastig spelletje", aldus Witteveen.
Bij het PGGM, het pensioenfonds voor de gezondheidszorg in ons land, maakt men zich geen ernstige zorgen over de koersval in Amsterdam, die relatief zwaarder was dan in het buitenland. "Wij zijn nauwelijks actief op de Amsterdamse beurs, maar beleggen voornamelijk over de grens", aldus een woordvoerder. PGGM (ruim 1,6 miljoen klanten, waarvan 150.000 gepensioneerden) zag het belegd vermogen sinds eind vorig jaar weliswaar dalen van €50 miljard tot €46 à €47 miljard, het dekkingspercentage ligt nog steeds rond de 110, zei hij. "We voldoen nog ruimschoots aan onze verplichtingen op de korte en middellange termijn."
Ook bij het ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, met 1,8 miljoen klanten waarvan 600.000 gepensioneerden) is men niet verontrust, temeer daar slechts van het vermogen van €140 miljard 'iets meer dan 33%' in aandelen is belegd, waarvan slechts enkele procenten binnen de AEX. Het dekkingspercentage ligt ook hier rond de 110.
VB-directeur Borgdorff toonde zich overigens gelukkig met de actie van de pensioentoezichthouder. "De PVK neemt zijn rol als toezichthouder serieus om de pensioenzekerheid te maximaliseren. Dat is alleen maar goed." Volgens Borgdorff hoeven mensen zich niet direct zorgen te maken over hun pensioen. "Dat bouw je in dertig, veertig jaar op. Het is niet zo dat de fondsen vandaag aan al hun verplichtingen moeten voldoen."