door Dominique Weesie DEN HAAG - Studenten en scholieren zijn verantwoordelijk voor tien procent van alle auto's die jaarlijks in ons land worden gestolen. Ook de andere dieven zijn gemiddeld niet ouder dan 26 jaar. Voor de jeugd blijkt het een sport te zijn leeftijdsgenoten te overtreffen in de buit.
De crimineeltjes beginnen met een 15 jaar oude Opel Kadett om zich vervolgens steeds verder te specialiseren, met als uiteindelijk doel de allernieuwste Mercedes.
Dat blijkt uit een onderzoek naar daderprofielen van autodieven uitgevoerd door het ministerie van Justitie.
Grofweg maakt Justitie onderscheid tussen een drietal daderprofielen. In meer dan 95 procent gaat het om mannen. Circa de helft van hen is van allochtone afkomst.
De grootste groep autodieven (52,5 procent) steelt de auto voor joyriding of voor het oplossen van een (tijdelijk) vervoersprobleem. Ruim 22 procent van deze groep zit op school of studeert nog.
De diefstal wordt veelal gepleegd door middel van de klassieke 'kraak', waarbij het voertuig wordt opengebroken, het stuurslot wordt geforceerd en de motor wordt gestart door middel van het doorverbinden van draden van het contact.
De dader is gemiddeld 26 jaar en heeft weinig op zijn kerfstok.
Hoog op zijn verlanglijstje staan oudere auto's zonder een startonderbreker, die sinds oktober 1998 verplicht op iedere nieuwe auto zit. Het doel is immers niet zozeer om een mooie, goed verkoopbare auto te hebben, als wel om 'van A naar B' te komen. De dief gaat niet planmatig te werk, maar als de gelegenheid zich voordoet, kraakt en steelt hij de auto.
De tweede groep autodieven (26,2 procent) ontvreemdt een voertuig om deze te gebruiken voor een ander misdrijf. Gedacht moet worden aan het vervoer van gestolen goederen na een inbraak of het gebruik als vluchtauto na een overval.
Zo werden er in 2001 bij overvallen 435 personenauto's gebruikt. Een kwart hiervan bleek kort ervoor te zijn gestolen.
De diefstal wordt relatief vaak gepleegd met behulp van de eerder al gestolen originele sleutel. De dader is gemiddeld dertig jaar oud en overwegend werkloos. Tweederde van deze tweede groep is verslaafd aan harddrugs.
En dan zijn er nog de autodieven (16,4 procent) die een auto stelen met de bedoeling deze snel door te verkopen voor een fikse som geld. De diefstal wordt vaak met meerdere personen gepleegd en vooral door middel van kraak.
De dader is relatief jong (22 jaar), maar heeft desondanks al een waslijst aan criminele feiten achter zijn naam staan. Niet zelden zit de dief nog op school of op de universiteit. Het merendeel is echter werkloos.
Justitie hoopt met het onderzoek de preventie en opsporing van autodiefstal te verbeteren. En dat is hard nodig daar het aantal autodiefstallen weer stijgt. Zo werden de eerste helft van dit jaar 11.681 voertuigen gestolen; ruim twee procent meer dan in dezelfde periode van 2001. In totaal werden vorig jaar 23.090 personenauto's in ons land gestolen. Hiervan werd uiteindelijk 67,5 procent teruggevonden.
Slechts 10 procent van de autodiefstallen wordt echter daadwerkelijk opgelost. Verdachten die op heterdaad worden betrapt zijn vaak niet de zware jongens, maar jonge amateurs met nauwelijks een strafblad. Ruim eenderde van hen is tussen de 12 en 17 jaar oud.
Uit het onderzoek van Justitie blijkt eveneens dat de veel geroemde startonderbreker en het bij duurdere auto's veel gebruikte voertuigvolgsysteem autodieven niet echt afschrikken. De startonderbreker zal dader type 1 in veel gevallen ervan weerhouden de auto te stelen, maar een voertuigvolgsysteem is voor hen alleen vervelend als zij langdurig in de gestolen auto willen blijven rondrijden.
Dader type 2 ondervindt volgens Justitie de minste hinder van de preventieve maatregelen. Hij steelt de auto immers vaak met originele sleutel en laat de auto doorgaans snel weer ergens achter.
De maatregelen werken nog het beste tegen dader type 3, die het voertuig snel wil verkopen. Hij wil snel geld verdienen en is dus genoodzaakt relatief nieuwe en gewilde modellen te ontvreemden. Hierdoor moet hij eerst inbreken voor de originele sleutel en daarnaast over voldoende deskundigheid beschikken om het voertuigvolgsysteem buiten werking te stellen, alvorens hij de auto kan verkopen.