SANTIAGO - Eén van 's werelds oudste grensgeschillen, waarbij het Midden-Amerikaanse Guatemala aanspraak maakt op ongeveer de helft van zijn buurland Belize (voormalig Brits Honduras), nadert zijn ontknoping.
Nog deze maand zullen de regeringsleiders van beide landen een door de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) geformuleerd voorstel ondertekenen, waarbij Guatemala zijn territoriale vordering laat vallen in ruil voor economische hulp ter waarde van ruim 310 miljoen euro. Guatemala krijgt tevens maritieme rechten in de Baai van Honduras waarmee het land toegang krijgt tot het Caribisch gebied.
Volgens OAS-secretaris-generaal Cesar Gaviria zal het nu bereikte akkoord de ontwikkeling van het historisch gezien licht-ontvlambare gebied ten goede komen. "De nu beschikbare ontwikkelingsgelden kopen niet alleen vrede, maar bekostigen vooral een zekere mate van welvaart in een van oudsher achtergestelde uithoek van Midden-Amerika", aldus Gaviria.
Guatemala's claim op Belize gaat terug naar een grensverdrag uit 1859 waarin de toenmalige Britse koloniale autoriteiten het buurland beloofden om de aanleg van een weg te bekostigen naar een haven aan de Caribische kust. Deze weg moest Guatemala compenseren voor het verlies van een door de Britten geannexeerde noordelijke kustprovincie.
Wanneer de bevolking van beide landen begin volgend jaar in een referendum het nieuwe grensakkoord bekrachtigt, zal de Wereldbank het geld fourneren dat nodig is voor de aanleg van de toen al toegezegde verbindingsweg.