door Michiel Hoogers AMSTERDAM - De fondsenwervende liefdadigheidsinstellingen moeten met ingang van 2004 openbare verantwoording gaan afleggen over hoe efficiënt zij het geld van het goedgeefse publiek besteden.
Het in Amsterdam gevestigde Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) heeft hiertoe de criteria voor zijn keurmerk verzwaard. Als waakhond van de liefdadigheidssector heeft het CBF de afgelopen zes jaar het keurmerk aan 150 goede doelen verleend.
Dit heeft de directeur van het bureau, Jos Zwartjes bekendgemaakt.
Hij vindt de bemoeienis met de manier waarop de goede doelen hun geld besteden een logische stap. "De burgers willen eerst weten wat er met hun geld gebeurt", zegt hij. "Vervolgens vragen zij zich af of het goed wordt besteed."
Nu is het nog zo dat instellingen het CBF-keur krijgen als zij voldoen aan een aantal basisregels. Zo moet het bestuur van een stichting voor het goede doel uit minstens 5 personen bestaan en onafhankelijk zijn.