NIJMEGEN - Niets veranderlijker dan de mens, ook al neemt die met een geschat vermogen van 350 miljoen euro de 39e plaats in op de meest recente versie van de Quote-lijst, de beruchte opsomming van 's lands rijkste mensen. Drie jaar geleden maakte Dirk Scheringa een entree in de Nederlandse schaatswereld, die vanwege het veelvuldig gerammel met de geldbuidel oorverdovend genoemd mocht worden. In die overspannen markt, zoals hij het achteraf noemt, reikten de bomen tot de hemel, werden grote namen met klaroengeschal binnengehaald en sneuvelden reputaties vervolgens in bijkans hetzelfde tempo. Maar anno 2002 heeft de wal het schip gekeerd en moet wat Scheringa aanduidt als 'de tweede generatie schaatsers' genoegen nemen met het minimumloon en een premiestelsel.
|
Jan Bos.
|
Schaatsers noch Scheringa hadden veel keuze, zo verduidelijkte de voormalige politieagent gisteren tijdens de officiële presentatie van zijn veertien rijders sterke marathon- en langebaanploeg, die de komende vier seizoenen onder de vlaggen van DSB en Frisia de schaatsbanen betreedt. "Bij de evaluatiegesprekken werd me één ding duidelijk. De laatste jaren waren de schaatsers eigenlijk wel heel erg verwend geworden. Ze moeten weer willen investeren in zichzelf. Eerst records rijden, dan pas het handje ophouden. Als ik geen schaatsers had gevonden die volgens het principe van loon naar werken onder contract wilden staan, had ik de ploeg gewoon opgedoekt."
Slechts de gearriveerde schaatsers, van het kaliber Jan Bos en Jan Maarten Heideman, weten zich de komende vier jaar verzekerd van een bovenmodaal maandinkomen. "Maar ook zij kunnen niet langer in één seizoen miljonair worden. Voor de rest zijn het zo'n beetje allemaal jongens en meiden die de komende twee seizoenen willen gáán voor een minimumsalaris, met de intentie om uiteindelijk hogerop te komen. Er waren er tijdens de onderhandelingen aan het begin van het seizoen overigens ook een paar die daar geen trek in hadden."
Met 'die' duidde Scheringa op Bob de Jong en Ids Postma. Met het tweetal dat in Salt Lake City in meer (De Jong) of mindere (Postma) mate teleurstelde, kon geen overeenstemming worden bereikt over het basisinkomen. Spijt zei Scheringa te hebben van het feit dat hij er niet in slaagde Gretha Smit vast te leggen. "Maar dat had niets met geld te maken." De winnares van olympisch zilver op de vijf kilometer wilde uitsluitend werken met de op deeltijdbasis beschikbare Ingrid Paul, een constructie waar de Noord-Hollander niet mee akkoord ging.
De Winterspelen leerden Scheringa dat het lucratief is tijd en geld te steken in aanstormend talent. "We hebben berekend dat een kwart van de medailles in Salt Lake City terechtkwam bij olympische debutanten. Het is dus niet ondenkbaar dat we in deze ploeg de Jochem Uytdehaage van Turijn 2006 opleiden."
De langebaanteams:
Vrouwen: Barbara de Loor, Wieteke Cramer, Helen van Goozen en Mariska Huisman.Mannen: Jan Bos, Pavel Abratkiewicz (Pol), Bas Brusche, André Vreugdenhil (Bel), Stefan Groothuis, Jacques de Koning, Remmelt Eldering, Rutger Elsinga, Tom Prinsen en Remco Olde Heuvel.
Marathon:
Mannen, DSB: Jan Maarten Heideman, Henry Ruitenberg, Ruud Borst en René Ruitenberg. Mannen, Frisia: Peter de Vries, Patrick Schmitz, Yep Kramer en Andres Landman.Vrouwen, DSB: Daniëlle Bekkering, Marie Christien Plat, Kitty Meeth, Mischa Top, Jenita Hulzebosch-Smit (ook langebaan). Frisia, vrouwen: Petra Grimbergen, Lieke Splinter, Linda Verdouw en Miranda van der Haring.