"Ik slaag er kennelijk niet in", zegt Groenink aanvankelijk over de moeizame communicatie. "Ik wil het niet veralgemeniseren", antwoordt hij vervolgens op de vraag of andere bestuursvoorzitters last hebben van hetzelfde probleem. Een persoonlijke tekortkoming wil de bestuurder het onvermogen om zijn 'dromen' uit te spreken tenslotte níet noemen. Omdat Groenink van alle commotie die sommige van zijn uitspraken hebben veroorzaakt "vreselijk geschrokken" is, is hij wel "terug in het hok van de klassieke bestuurder". De rust bij de bank lijkt daarmee ook weer wat te zijn teruggekeerd.
Heel anders is dat bij branchegenoten Rabo- en Fortis Bank. Eerder deze maand werd bestuursvoorzitter Hans Smits van Rabo gedwongen te vertrekken, wegens een meningsverschil met zijn commissarissen. Gisteren werd bekend dat Sjoerd van Keulen, baas bij Fortis Bank Nederland, zelf de handdoek in de ring gooit na een - naar het lijkt - machtstrijd met de Belgen. Hoe gaat Rijkman Groenink om met het hoge afbreuk-risico van topmanagers? "Ik lig van dat soort dingen niet wakker", luidt het. "Was dat wel zo, dan was ik niet geschikt voor deze functie, omdat je soms besluiten moet nemen die in het belang zijn van de organisatie, maar niet noodzakelijkerwijs in je eigen belang. Als ik érgens van wakker lig, dan zijn het eerder ethische kwesties of dingen in de persoonlijke sfeer."
Over die ethische kwesties gaat het tijdens dit vraaggesprek. Met ingang van 2003 wordt de beloning van midden- en topmanagement mede afhankelijk gemaakt van de mate waarin zij de tien business principles van ABN Amro naleeft. Maar hoe reken je iemand in vredesnaam af op een 'gebod' als: wij zijn het hart van de organisatie? "Het zal een kwalitatief oordeel zijn van een direct leidinggevende op basis van een survey die door onze afdeling P&O is ontwikkeld. Kunnen we geen oordeel geven, omdat men niet voor dilemma's is geplaatst, dan heeft dat ook geen gevolgen voor de beloning."
De invoering van de nieuwe beloningscomponent - en de gedragscode an sich - past volgens Groenink in het streven van ABN Amro om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Uit recent onderzoek van Dienstenbond CNV kwam de bank nu juist als onderneming uit de bus waar de werknemers openlijk twijfelen aan het maatschappelijk verantwoorde karakter van het bedrijf. De helft van het ABN Amro-personeel vindt de eigen werkgever onvoldoende actief op dit gebied en een groot deel noemde maatschappelijk verantwoord ondernemen 'een pr-verhaal'.
"Daar herken ik helemaal niets van", reageert Groenink, die het rapport niet kent, verbijsterd. "Een pr-verhaal is het bij ons heus niet, want de maatregelen die we treffen, hangen we niet aan de grote klok." Misschien is het beeld dat de eigen werknemers van ABN Amro hebben wel het gevolg van een gebrek aan communicatie, speculeert Groenink. "Wellicht dat ik maar eens een gesprek aan moet gaan met deze geachte CNV-collega's." Volgens de bestuursvoorzitter gaat het daarbij sowieso om een bescheiden aantal. "De organisatiegraad is hier niet zo groot: tien procent van onze medewerkers is lid van een vakbond en zo'n twee procent van het CNV."
Het openhouden van bankfilialen in kleine dorpsgemeenschappen en het bieden van extra service aan bejaarden valt niet onder Groeninks definitie van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Kritiek van vrijwel alle politieke partijen daarover noemt de ABN Amro-baas desgevraagd makkelijk. "What's next? Je zou als politiek vervolgens ook wel kunnen eisen dat in elke gemeente met meer dan honderd inwoners een Albert Heijn-filiaal en een kapper wordt gevestigd."
Het is volgens Groenink aan de overheid zelf te wijten dat de banken filialen zijn gaan sluiten. "Het Nederlandse publiek is in de afgelopen decennia gaan denken dat banken met het betalingsverkeer een gratis dienst aanbieden. Dat komt omdat de staat de Postbank in het verleden heeft ingezet als prijsbreker, met concurrentievervalsende overheidssteun. Daardoor is de sector er tot op de dag van vandaag niet in geslaagd om het prijsniveau omhoog te krijgen." En daardoor is het openhouden van kantoren niet langer rendabel, weet volgens Groenink iedere bankier.
Als de overheid sluitingen wil terugdraaien, dan zal ze de portemonnee moeten trekken, zegt Groenink. "Voor ruim een half miljard euro kunnen we de kantoren wel openhouden." De bankier zelf raadt het geven van een dergelijke subsidie niet aan. Waar het dan uiteindelijk wel op uitdraait? "De banken zullen gezamenlijk 'merkloze' geldautomaten installeren, of een bus laten rijden", verwacht Groenink. "Binnen de Nederlandse Vereniging van Banken worden dit soort plannen momenteel al besproken." De rekening voor deze dienstverlening komt niet terecht in Den Haag, maar bij de rekeninghouders, denkt de bankier.