door Ronald Veerman en Rob Sebes DEN HAAG - Nederland heeft "op te ruime voet geleefd'' en moet zich opmaken voor een zeer sober jaar in 2003. De economie zal met slechts 1,5 procent groeien, de werkloosheid zal sterk toenemen en de koopkracht van bijna alle Nederlanders staat "onder druk''. Deze sombere boodschap staat in de Miljoenennota 2003, die volgende week op Prinsjesdag door het kabinet wordt gepresenteerd.
Minister Hoogervorst (Financiën) omschrijft de Miljoenennota in de inleidende tekst als "sober'' en kondigt "pijnlijke" maatregelen aan.
In veel gezinnen en huishoudens daalt de koopkracht. Vooral werknemers met middeninkomens die de gunstige spaarloonregeling en lijfrente-aftrek verliezen zijn de dupe van de harde ingrepen en zien hun besteedbaar inkomen afnemen, maximaal met 1,75 procent.
Ook uitkeringsgerechtigden zonder kinderen gaan er op achteruit. Voor 65-plussers is het beeld wat gunstiger, zij behouden hun koopkracht. Werknemers die geen spaarloon of lijfrente-aftrek hebben, staan in de meeste gevallen licht in de plus, gemiddeld 0,25 procent.
Voor het eerst sinds 1994 zal de werkgelegenheid afnemen. Volgend jaar worden maandelijks 7500 extra werklozen verwacht, waardoor het aantal ww'ers naar 385.000 groeit.
Het gaat bijzonder slecht met de Nederlandse economie, zo becijfert de Miljoenennota. De economische groei van 1,5 procent in 2003 is "nagenoeg een halvering van de economische groeiverwachting binnen enkele maanden'', aldus het kabinet.
De concurrentiekracht van ons bedrijfsleven is door de forse loonstijgingen van de afgelopen jaren met ruim 10 procent verslechterd ten opzichte van andere West-Europese landen, aldus het kabinet. "Ons land kampt met een structureel economisch probleem en dat zijn de te hoge arbeidskosten'', zo schrijft Hoogervorst. De loonkosten lopen volgens het kabinet "uit de pas met de economische realiteit. We leven al geruime tijd op te grote voet.''
"Het roer moet stevig om'', aldus het kabinet. De lonen moeten slechts stijgen met het niveau van de verwachte inflatie in 2003, ofwel 2,5 procent. De overheid "zal haar verantwoordelijkheid nemen door bij de salarissen in de collectieve sector uit te gaan van een stijging van niet meer dan 2,5 pct.'' Ter illustratie rekent de Miljoenennota voor dat een half procent loonmatiging leidt tot een daling van de arbeidskosten met 1 miljard.
Het kabinet vindt dat "we nu pas op de plaats moeten maken om aansluiting te vinden bij de euroconcurrenten, de stijging van de werkloosheid een halt toe te roepen en een stevig fundament te leggen voor de komende jaren.''
In de Miljoenennota staat ook dat "de urgentie van de economische situatie en de sterke verslechtering van de afgelopen maanden'' geen uitstel vergen. Daarom komt het kabinet met een "pijnlijk'' pakket bezuinigingen en ombuigingen van 3,55 miljard euro en een lastenverzwaring van 3,79 miljard euro. Daar staan extra uitgaven van 1,1 miljard euro aan onder meer zorg, onderwijs en veiligheid tegenover. Tevens komt er een lastenverlichting van 1,29 miljard euro, onder meer door een verhoging van de arbeidskorting voor werkenden. In dit bedrag aan lastenverlichting zit wel 0,5 miljard euro die alleen doorgaat op de harde voorwaarde dat er met werkgevers en werknemers "concrete afspraken kunnen worden gemaakt over daadwerkelijke loonmatiging.''
Het financieringstekort zal volgend jaar door de bezuinigingsmaatregelen van het kabinet op 0,4 procent uitkomen. De doelstelling om in 2006 een overschot van 1 procent op de rijksbegroting te hebben, blijft "in beeld'', stelt het kabinet vast. Zonder de bezuinigingen zou het tekort in 2003 oplopen tot 1,1 pct, waardoor "het uitzicht op aflossing van de overheidsschuld in één generatie zou verdampen.'' De staatsschuld daalt in 2003 van 51,5 naar 49,4 procent en zit daarmee op schema. Maar in echte euro's gemeten gaat er nauwelijks een cent van de schuld af.