BRUSSEL - De Europese Commissie zal laten onderzoeken of de munten van 1 en 2 euro voor ernstige huidirritatie kunnen zorgen omdat er nikkel in de munten zit. Het Brits wetenschappelijke tijdschrift Nature publiceerde gisteren een artikel waarin werd gesteld dat de beide tweekleurige munten 320 maal meer nikkel afgeven aan de huid dan wettelijk is toegestaan. Een overdosis nikkel in het lichaam kan kankerverwekkend zijn.
Volgens eurocommissaris Solbes (Monetaire Zaken) is er geen reden tot alarm. De nikkelwaarden die wettelijk verboden zijn gelden alleen voor langdurig contact met de huid, zoals bij horloges en sieraden. Desalniettemin heeft Nature zeven mensen met een nikkelallergie 72 uur lang euromunten op de huid geplakt. Het onderzoek werd verricht door Zwitserse wetenschappers. Zij komen dus, evenals het blad Nature, van buiten de eurozone.
Volgens de Commissie is een dergelijk experiment niet realistisch omdat niemand zolang huidcontact met munten heeft, al wordt erkend dat caissières een risicogroep zijn. Klachten van huidirritatie hebben de Commissie echter nog niet bereikt.
De woordvoerder van Solbes stelde gisteren ook dat de oude munten in de Europese landen een veelvoud aan nikkel bevatten dan de euromunten. "Vijfenzeventig procent van de oude munten bevatte nikkel tegen 8% van de euromunten en dan gaat het ook nog om veel lagere nikkellegeringen", aldus de Commissie.
Het tijdschrift Nature stelt dat het niet zozeer gaat om het nikkelgehalte, maar om de veelheid aan metalen in de tweekleurige munten van 1 en 2 euro. Hier zouden de verschillende metalen met elkaar reageren waardoor de afgifte van nikkel aan de huid groter zou zijn. Eurocommissaris Solbes heeft nu wetenschappelijke onderzoeksteams gevraagd een contra- expertise uit te voeren.
Nog voor de invoering van de euro maakte Zweden grote bezwaren tegen het gebruik van nikkel in de kleine muntjes van 10, 20 en 50 eurocent. Dat zou met name een gevaar zijn voor caissières die veel met klein wisselgeld werken. Het probleem werd opgelost door een Scandinavische uitvinding, een legering van brons, tin en nikkel, 'nordic gold' genoemd. Hierdoor zouden de kleine muntjes licht en stevig zijn en toch niet erg veel nikkel afgeven.