NOORDWIJK - Vanavond wil Boudewijn Zenden er tegen Wit-Rusland "overheen duiken, het liefst binnen een half uur." Als hij heeft laten doorschemeren de aanvallend ingestelde linksback te zullen zijn, voegt hij er snel aan toe dat de bondscoach zich nog niet in die richting heeft uitgesproken. Het moge duidelijk zijn dat Zenden op dit moment sneller wil dan het geluid. Zo gek is dat niet. De laatste twee seizoenen werden gekenmerkt door de bank en een afschuwelijke beenwond. Nu is hij veelbelovend begonnen.
|
Boudewijn Zenden in duel met Patrick Kluivert.
|
Aan het eind van het gesprek zegt Zenden opeens: "Er zijn zeer goede voetballers die nooit een prijs winnen en hele slechte die een kast vol hebben." Om maar aan te geven dat logica soms ver te zoeken is. "Je moet op het juiste moment op de juiste plaats zijn." Hij neemt Jari Litmanen als voorbeeld, ook een speler die via Nederland en Spanje in Engeland belandde. Niet dat de Fin niets heeft gewonnen, integendeel. Bij Ajax verzamelde hij goud en zilver. Maar toen er internationaal geoogst moest worden, vond hij nergens vruchtbare grond onder zijn voeten, zelfs niet bij de club van zijn dromen.
"Jari was een specifieke speler voor het Ajax-systeem, waarin alles klikt en klopt. Bij Barcelona en Liverpool kreeg hij te maken met iets meer individualisme. Ik herken dat. Normaal gesproken zocht ik het één-tweetje en wist ik dat die bal ook kwam. In Engeland zie je 'm vaak nooit meer terug. Alles gaat zo snel dat je veel meer moet anticiperen op wat er om je heen gebeurt in plaats van eerst te zien wat er gáát gebeuren. Ik kan niet openen naar de rechterkant omdat ik niet weet of daar iemand staat; ik moet eerst kijken. Bij Ajax wist Jari dat er iemand stond, hij kon de bal geblinddoekt opzij spelen. In Engeland werd hij niet begrepen."
Ook Zenden is destijds flets uit Barcelona vertrokken. "In mijn derde seizoen trof ik de verkeerde trainer (Serra Ferrer, YvdB.) op het verkeerde moment. Ik kon hoog of laag springen; ik stond er sowieso niet in. Heel frustrerend, omdat ik in het Nederlands elftal wel goede wedstrijden speelde. Maar als ik terugkwam, telde ik niet mee. Natuurlijk is elke zware blessure een zwarte pagina in het boek. Ik ben sportman en wil laten zien wat ik kan. Nog vervelender is het wanneer je fit bent en het niet mag laten zien."
Het waren dat laatste jaar in Spanje en zijn eerste op Stamford Bridge, die bleven hangen bij de buitenwacht. Zenden werd, ook in Oranje, een kwakkelende speler genoemd. Tot overmaat van ramp werd hij in Londen, januari 2002, letterlijk gedwarsboomd door veteraan Teddy Sheringham, die het been van Zenden als een ritssluiting opende. De herinnering aan de Duitser Ewald Lienen werd weer helder. "Die heeft daarna nooit meer zijn oude niveau gehaald", telt Zenden zijn zegeningen.
Veertig hechtingen lieten een litteken van twintig centimeter achter op zijn bovenbeen. "Het brak mijn seizoen doormidden." Vandaar dat hij zich deze week in Noordwijk met een frisse uitstraling manifesteert. "Het is prettig om er weer eens vanaf de start bij te zijn. Ik heb in de voorbereiding veel gescoord, was nadrukkelijk aanwezig en heb die lijn weten door te trekken."
In de competitie speelde Chelsea twee keer gelijk tegen Manchester United en Arsenal. In dat eerste duel zorgde Zenden voor een assist en een wonderschoon doelpunt. "Chelsea heeft één speler gekocht en de selectie verder aangevuld met jeugdspelers. Enerzijds kun je zeggen dat je er niet sterker op bent geworden omdat er geen topvoetballers zijn aangetrokken; anderzijds kunnen we voortborduren op de ploeg die er vorig seizoen is neergezet. Het hoeft dus niet per definitie negatief te zijn. Tegen de grote clubs hebben we bewezen dat we niet ondergesneeuwd raken, maar je moet dan niet drie dagen later twee punten verspelen aan Southampton, want dan heb je er niets meer aan."
Op de weg naar vastigheid is zijn veelzijdigheid - back, middenvelder en/of aanvaller - wel eens een obstakel gebleken. Tot zijn genoegen merkt hij dat Claudio Ranieri thans tot het inzicht is gekomen dat Zenden zijn vleugels moet uitslaan.
"Vorig seizoen vond de trainer het soms nog aantrekkelijk om mij aan de rechterkant neer te zetten omdat ik dan naar binnen kon trekken en met links kon schieten. Vooral tegen puur linksbenige verdedigers kan dat een goede formule zijn. Maar dat had dus meer te maken met een tactische aanpassing dan met een positie die was vrijgekomen. Nu sta ik links aan de buitenkant en is mijn rol iets vrijer, waardoor ik achter de spitsen of aan de rechterkant kan uitkomen. Als wij het wedstrijdsheet van de tegenstander onder ogen krijgen, zet Ranieri daar zijn elf spelers tegenover. Voorheen stonden we met vier middenvelders op één lijn. Nu is het zo dat ik vóór die andere drie sta. Dat geeft al aan wat er is veranderd."
- Is die veelzijdigheid nou een voordeel of een nadeel geweest?
"Ik kan me bij Chelsea nu eindelijk op één positie richten. Dat wil niet zeggen dat ik nooit meer ergens anders wil spelen. Maar het is belangrijk om te weten dat dit mijn plek is. Geeft een goed gevoel en de rest weet ook dat ik dáár speel. Je slijpt langzamerhand de automatismen die je gewoon nodig hebt op die positie."
- Omdat je verlangt naar een vaste plek, zou je het dus een nadeel kunnen noemen. Aan de andere kant: die veelzijdigheid zorgt er ook voor dat je tegen Wit-Rusland zal spelen.
"Precies. Hier geldt min of meer hetzelfde als bij Chelsea. Mijn favoriete positie is links voorin. Dat zou je op twee manieren kunnen invullen: 4-4-2, iets verdedigend, of 4-3-3, offensiever. Met Ranieri heb ik wel eens een discussie gehad over mijn rol. Ik dacht aanvallend, hij dacht verdedigend. Hij is per slot van rekening een Italiaan die eerst wil zorgen dat je geen doelpunt tegen krijgt. Aanpassen zit in zijn cultuur. Tegen Manchester United speelden we echt goed voetbal. Tegen Arsenal koos Ranieri opeens weer voor de lange bal, om achterin of op het middenveld maar geen balverlies te lijden. Dan krijg je pijn in je nek en draaf je van box to box. Het probleem is dat ik me dan niet meer kan concentreren op mijn aanvallende kwaliteiten."
"Als ik tegen Wit-Rusland moet zorgen dat de linksbackpositie op de juiste manier moet worden ingevuld, dan doe ik dat. Of het goed uitpakt, is een ander verhaal. Ik heb er een tijdje niet meer gespeeld. En ik zeg erbij: als ik daar moet gaan staan om elk balletje in te leveren en achter mijn tegenstander aan te lopen, is die rol niet op mijn lijf geschreven. Als ik lekker aanvallend kan spelen met een hoop vrijheid, kan ik voor een hoop gevaar zorgen. Dat is wat ik het liefst doe."